TL 1 - present simple vs past simple

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesson goals
  • You know the difference between the present simple and the past simple.
  • You practice using the present simple and the past simple.

Slide 2 - Diapositive

What is the present simple?
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
C
voltooid tegenwoordige tijd

Slide 3 - Quiz

Schrijf een zin met de present simple
Gebruik een van deze werkwoorden: to try / to watch / to go

Use the third person singular (he/she/it or a name/animal)

Slide 4 - Question ouverte

Schrijf een zin met de present simple met een van deze werkwoorden: to have / to be

Slide 5 - Question ouverte

What is the past simple?
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
C
voltooid verleden tijd

Slide 6 - Quiz

Schrijf een zin in de verleden tijd gebruik een van deze werkwoorden: to walk / to dream / to jump

Slide 7 - Question ouverte

Present simple
Je gebruikt de present simple voor:
  • Gewoontes: I always take the bus to school.
  • Feiten: The sun rises in the East.
  • Iets dat regelmatig gebeurt: He visits his grandparents every weekend.

Belangrijke signaalwoorden: always, never, often, sometimes, usually,
on Mondays, during the week, in the weekend.

Slide 8 - Diapositive

Past simple
Je gebruikt de past simple voor:
  • Iets dat in het verleden is gebeurd: I played tennis last week.

Belangrijke signaalwoorden: yesterday, last week, two months ago, when I was younger, in 2002

Let op deze regels gelden voor regelmatige werkwoorden, sommige werkwoorden zijn onregelmatig en zul je dus domweg moeten leren.


Slide 9 - Diapositive

Ik beheers de present simple en de past simple
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Sondage

Je gaat nu weer verder werken in tracks!
Hoe?
Alleen/ met muziek/ zonder anderen te storen.

Vragen? Hand op steken.


Slide 11 - Diapositive