les 12, 21 sept havo vwo woordensch en gramm onderwerp hs 2

Gedicht
voordragen

Chloe
Hanna
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Gedicht
voordragen

Chloe
Hanna

Slide 1 - Diapositive

timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Denken jullie aan het gedicht?

Slide 3 - Diapositive

Denken jullie aan het gedicht?

Slide 4 - Diapositive

Denken jullie aan het gedicht?

Slide 5 - Diapositive

Denken jullie aan het gedicht?

Slide 6 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
Spelling, blz 60
Grammatica zinsdelen, het onderwerp van een zin.
  • Uitleg theorie

Woordenschat, blz. 56
Woordraadstrategie, zoek een omschrijving of definitie.
  • Nakijken: opdracht 1 t/m 5

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Grammatica, blz 60
Zinsdelen, het onderwerp van een zin

Hoe vind je het onderwerp?

Manier 1
  1. Zoek de persoonsvorm
  2. Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin
  3. Stel de vraag Wie / Wat + persoonsvorm
  4. Het antwoord op die vraag is het onderwerp
Manier 2
  1. Zoek de persoonsvorm
  2. Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin
  3. Verander de persoonsvorm van getal: enkelvoud wordt meervoud of meervoud wordt enkelvoud
  4. Het zindsdeel dat mee verandert, is het onderwerp

Slide 9 - Diapositive

Nakijken
Woordenschat, blz. 56
opdracht 1 t/m 5

Klaar met nakijken? 
Begin vast met de opdrachten op blz. 60.

Slide 10 - Diapositive

Huiswerk

Hoofdstuk 2 Grammatica, blz. 60
Maken: opdr. 1, 2 en 3 (extra opdr. 4 en 5)



Vind je zinsdelen moeilijk of wil je extra oefenen voor de toets? Maak dan opdr. 4 en 5. 

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 6, woordenboekspel
  • Maak groepjes van 5 of 6 leerlingen
  • Kies een spelleider
  • De spelleider kiest een woord uit het woordenboek dat niemand kent
  • Alle spelers schrijven een betekenis op een briefje
  • De spelleider leest de briefjes voor
  • De spelers raden wat de juiste betekenis is
  • Wie de goede betekenis weet krijgt een punt
  • Kiest iemand een verzonnen definitie? Dan gaat het punt naar degene die de definitie verzon

Slide 12 - Diapositive