Week 4 les V5 - Intro Periode 3 und Tschick

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Wie geht's euch und wie ging die Prüfung?

Planung

- intro Periode 3

- Anfangen mit dem Buch Tschick

Periode 3

- Prüfungswoche = Leseprüfung

- Nach der Prüfungswoche = einreichen Lesedossier Tschick

- erste 3 wochen beschäftigen wir uns mit Tschick

- nach den Ferien = Lesetrainung

Tschick

Lernziele

• Ik kan een heldenreis van een hoofdpersoon herkennen en uitwerken
• Ik kan de verhoudingen tussen de verschillende personages aangeven
• Ik kan herkennen welke belangrijke maatschappelijke thema's in een boek of film voorkomen 
• Ik kan me verplaatsen in een van de personages

Lernziele vervolg

• Ik kan het genre van een boek of film bepalen aan de hand van kenmerken
• ik kan vertellen wat Postmodernisme is en de kenmerken van Postmodernisme in het boek aanwijzen 
• Ik kan een mening formuleren aan de hand van achtergrondliteratuur over schrijver en boek (bijvoorbeeld recensies) 

Arbeitsweise

1. Lese die Erste Seite aus dem Buch (Anlage) und bestimme wo die Szene spielt 
2. Schaue die erste Viertelstunde des Filmes, beschreibe die Übereinstimmungen und Unterschiede (=Hausaufgaben)
3. Lese das Buch (eventuell auch als Hörbuch mitzuhören) 
4. Schaue den Film zur Unterstützung. Weiß, dass es Unterschiede gibt!! 

Wo spielt die Szene am Anfang des Buches? Wer sind die Hauptfiguren?

Figurenkonstellation

I

Dossieraufgaben Tschick

1. Beschreibe Maiks Heldenreise

a) Zeichne den Kreis und beschreibe welche Situationen passen zu den Zeitpunkten im Buch

b) Wie ist die Geschichte aufgebaut? 

2) Mache eine (Kreative) Figurenkonstellation von dem Roman

a) Zeiche alle wichtige Personen und die Beziehung die sie zu Maik haben

b) Beschreibe die Übereinstimmungen und Unterschiede zwischen Maik und Tschick

Dossieraufgaben

3) Beschreibe den möglichen Weg, den Maik und Tschick gehen wollten. Verwende dazu eine Landkarte

4) Nenne fünf (Gesellschaftliche) Themen die wichtig sind in der Geschichte. Erkläre warum die Themen wichtig sind

5) Du kannst einen Tag mit einer der Hauptfiguren tauschen, wer möchtest du sein und warum? Bedenke ein Gespräch zwischen deine Figur und eine der andere Figuren

Mögliche Themen: 

Freundschaft

Liebe

(Homo)sexualität

Geld

Macht

Freiheit

Vertrauen

Außenstheher

Alkoholismus

Angst

Depressivität

Onderzoeksvragen

Deze vragen mag je in het Nederlands uitwerken

1. Tot welk genre (Gattung) hoort Tschick? Bewijs je antwoord met voorbeelden uit het boek
2. De periode waarin Tschick verschenen is, is nu, moderne tijd, of ook wel postmodernisme. Zoek uit wat de belangrijkste kenmerken zijn van het Postmodernisme. Welke vind je terug in Tschick?

Genre: 

Coming of age, adolescentenliteratuur, roadtrip 

Postmodernisme: Vooral veel verwijzingen naar andere literaire werken. Spel met chronologie. chaos, geweld, drank, seks

vervolg onderzoeksvragen

3. zoek  informatie over de schrijver, Wolfgang Herrndorf. Zoek uit hoe hij overleden is en leg uit, hoe dit past bij het verhaal van Tschick. 

4. Ga op zoek naar recensies (Rezension) over Tschick (Minimaal 3). Hoe is het verhaal in de pers ontvangen? 

5. Met welke recensie ben jij het het meest eens en waarom? 

Meinung

Was ist deine Meinung zum Buch und Film? Erkläre deine Antwort so gut wie möglich

Tipps und Tops für den Autor 

Wem möchtest du das Buch oder den Film empfehlen? 

Literaturangabe

verzamel alle links die je gebruikt hebt om je informatie te vinden!  Noteer ook wanneer je de sites geraadpleegd hebt

Gibt es Fragen?

Lesetagebuch: Kapitel 1 t/m 8

Kapital & Seite

Ort & Zeit

Kurze beschreibung der Handlung

Personen

Informationen

Besonderheiten

Kapitel 5 - 8

1. Denke dir eine gemeinsame Überschrift für diese 4 Kapiteln.

2. Suche dir mindestens fünf Wörter die zur Jugendsprache gehören.

3. Warum hat der Autor Jugendsprache verwendet?

Kapitel 1: Waar is Maik en wat is er gebeurd?

1. Maik is op het politiebureau. Hij heeft een ongeluk gehad met een auto
2. Maik zit thuis en hij weet niet waar Tschick is
3. Maik zit in de gevangenis en hij heeft een wond

Kapitel 3: Maik heeft een lievelingsziekenzuster: Hanna. Wat vertelt hij over haar?

1. Ze is niet aardig tegen hem en begroet hem nooit
2. Ze is lief en je kunt haar ondergoed zien onder haar kleren. Normaal ondergoed vindt Maik leuk
3. Hanna begroet Maik altijd op een andere manier en hij kan goed met haar praten
4. Hanna wil eigenlijk dat Maik zo snel mogelijk het ziekenhuis verlaat, omdat hij naar haar ondergoed kijkt

Kapitel 4: De arts wil met Maik praten over wat er gebeurd is. Wat vertelt Maik?

1. Maik vertelt niet veel, hij vertrouwt de arts niet.
2. Maik vertelt de arts dat ze naar de Walachei gingen. Arts snapt dit niet precies.
3. Maik vertelt de arts wat er gebeurd is met hem en Tschick
4. De arts heeft zwijgplicht, maar toch wil Maik niet veel loslaten.

Kapitel 5: Wat zijn de 3 redenen dat iemand geen bijnaam heeft?

1. Saai: daarom geen vrienden die bijnaam bedenken Geen vrienden: daarom geen bijnaam. OF saai en geen vrienden
2. Geen leuke vrienden die namen bedenken.
3. Hij heeft alleen Paul als vriend en Paul heeft nooit een bijnaam bedacht. Hij is een erg saaie jongen, daarom geen bijnaam. Als mensen je haten krijg je ook geen bijnaam
4. Als je een Psycho bent, krijg je geen vrienden Als je Maik heet, is het moeilijk om een bijnaam van jouw naam te maken. Als je saai bent, heb je geen bijnaam.