Verwijzingen

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwijzingen
Spelling - klas 1

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zo ging het maken van mijn huiswerk:
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

(luisteren) De docent zei: 'Als je beter had ___________, had je betere cijfers.'

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

(feesten) De voetballers hebben flink _____________ na het winnen van het kampioenschap.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk bespreken
Maak op 6 en 7 op Learnbeat 9.2 B. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan de regels voor verwijzingen goed toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak opdracht 3 bij 9.3B.
Verwijswoorden herkennen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een verwijswoord?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwijswoorden

Verwijswoorden gebruik je om terug of vooruit te wijzen naar een woord, woordgroep op een hele zin. 

Je voorkomt met verwijswoorden dat je woorden onnodig herhaalt. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Ezelsbruggetje: 
- de-woorden eindigen nooit op een -t, wel vaak op -e
- het-woorden eindigen nooit op -e, wel vaak op -t

Dus: De lerares die jarig is, ipv de lerares dat jarig is

Dus: het boek dat ik lees, ipv het boek die ik lees
Verwijswoorden

Als een de-woord over een man of vrouw gaat, kun je meteen het goede verwijswoord bepalen.

Soms zorgt een achtervoegsel ervoor dat een woord vrouwelijk is: -heid, -de, -te, -ing, -ij, ie, -theek, -tuur

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden
De regering werkt heel hard. ________ hebben het zweet op hun voorhoofd staan.

De grijze poes _________ daar loopt, is van mijn buren.

Ik vind alles __________ in de etalage ligt mooi.  

Slide 13 - Diapositive

ze

die

wat
Het veulen ______ in de wei staat, is zojuist geboren.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Mevrouw Kool gaat morgen naar Boedapest. Mevrouw Mans is ______ nog nooit geweest.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De juffrouw trakteert op taart. ________ is geslaagd voor haar diploma.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Komen de fans van Taylor Swift naar het concert? Ja, _______ komen zeker.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan de regels voor verwijzingen goed toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk


Maak opdracht 4, 5 en 6 op Learnbeat bij onderdeel 9.3 B.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk


Maak opdracht 4, 5 en 6 op Learnbeat bij onderdeel 9.3 B.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions