CVA Epilepsie

CVA

Epilepsie
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

CVA

Epilepsie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hersenen

Slide 2 - Diapositive

https://jufdanielle.com/hersenen-functies-en-stoornissen/
CVA

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar staat de afkorting CVA voor?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

CVA
De afkorting CVA staat voor cerebrovasculair accident. Een CVA kan bloedig of onbloedig zijn. Een bloedige CVA staat bekend als een hersenbloeding. Het onbloedige CVA of ischemisch CVA heet ook wel herseninfarct. De patiënt heeft bij beide typen CVA vaak dezelfde verschijnselen. 
Gemiddeld 80% van alle CVA’s betreft een herseninfarct en 20% een hersenbloeding.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een van de klachten die kunnen ontstaan wanneer een cliënt een CVA heeft is een bewustzijnsdaling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Bij een ernstig CVA kan er een toenemende druk in de schedel optreden, meestal door zwelling van het brein; dit heet inklemmen. 
bij een CVA in de hersenstam kunnen ook problemen optreden met de ademhaling en de bloedsomloop.
De hersenstam is verantwoordelijk voor onze basisfuncties zoals lichaamstemperatuur, hartslag, ademhaling, bloeddruk, spijsvertering, oogbewegingen, plassen, horen, proeven, kauwen en slikken, en het voelen van beweging en zwaartekracht. 
Wat zijn de eerste verschijnselen van een CVA?

Slide 7 - Question ouverte

Ongeveer 9 op de 10 mensen vertoont minstens één van de onderstaande symptomen bij een beroerte.
Scheve mond: de mondhoek hangt plotseling naar beneden.
Verwarde spraak: iemand praat ineens verward of kan de woorden moeilijk uitspreken.
Lamme arm: plotseling ontstaat er krachtsverlies of verlamming van een arm.
Hersenstam
Bij een ernstig CVA kan er een toenemende druk in de schedel optreden, meestal door zwelling van het brein; dit heet inklemmen.
bij een CVA in de hersenstam kunnen ook problemen optreden met de ademhaling en de bloedsomloop.
De hersenstam is verantwoordelijk voor onze basisfuncties zoals lichaamstemperatuur, hartslag, ademhaling, bloeddruk, spijsvertering, oogbewegingen, plassen, horen, proeven, kauwen en slikken, en het voelen van beweging en zwaartekracht. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een TIA is een hersenbloeding of herseninfarct waarbij de bloedtoevoer < 48 uur weer hersteld is en de verlammingsverschijnselen herstellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Herseninfarct / Hersenbloeding
Hersenbloeding
https://www.youtube.com/watch?v=fY0csQ0GFnw&t=3s

Herseninfarct
https://www.youtube.com/watch?v=gtif4NA-Q6Q&t=198s

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Epilepsie

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Epilepsie

Epilepsie ziet er dan wel bij iedereen anders uit, maar het begint altijd in de hersenen. In onze hersenen praten miljarden hersencellen met elkaar. Dat doen ze via elektrische pulsjes. Daardoor kun je lopen, praten, denken, zien. Bij een epileptische aanval is er een plotselinge verstoring in de hersenen. Door die ‘kortsluiting’ heb je even geen controle meer over je lichaam.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Epilepsie
https://www.youtube.com/watch?v=TEMz1nqHAjI&t=1s

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het is belangrijk om bij te houden hoe lang een epileptische aanval duurt. Is dat meer dan 5 minuten, dan heeft de patiënt noodmedicatie nodig. In welke houding laat je de patiënt liggen na een epileptische aanval?
A
De houding waarin je de patiënt aantreft
B
Rugligging
C
Stabiele zijligging
D
Rechtop zittend

Slide 17 - Quiz


Tijdens een aanval is het belangrijk om te zorgen dat de patiënt veilig is. Na een aanval leg je de patiënt in stabiele zijligging om te voorkomen dat er speeksel in de longen terecht komt. Blijf na een aanval bij de patiënt tot deze weer volledig bij bewustzijn is en zelfstandig kan drinken.
Meneer De Groot heeft regelmatig last van epileptische aanvallen. Hij laat schokkende bewegingen zien. Welke fase van een gegeneraliseerde aanval is dit?
A
Tonische fase
B
Clonische fase
C
Tonisch-clonische fase

Slide 18 - Quiz


Bij een gegeneraliseerde aanval zijn meerdere hersengebieden actief. Een bekend voorbeeld is de tonisch-clonische aanval. In de tonische fase blijven de spieren aangespannen en verstijft de patiënt. Overmatige speekselvloed en tongbeet komen hierbij veel voor. In de clonische fase zijn de spieren van het lichaam afwisselend aangespannen en ontspannen. Dit zorgt voor de kenmerkende schokkende bewegingen.
Tonisch-clonische aanval
https://www.youtube.com/watch?v=zhxg0W7Kx0k


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer een epileptische aanval niet vanzelf overgaat ontstaat er een status epilepticus. Er is noodmedicatie nodig om de aanval te stoppen. Noodmedicatie bestaat uit benzodiazepinen. Welke toedieningsvorm hoort bij welke medicatie?

Medicatie: Midazolam - Diazepam - Clonazepam
Toedieningsvorm: Wangzak - Rectaal - Neusspray

Slide 20 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het effect van benzodiazepines in het algemeen? Meerdere antwoorden zijn mogelijk
A
Anticonvulsief
B
Anxiolytisch
C
Slaapbevorderend
D
Spierrelaxerend

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij veruit de meeste epilepsiepatiënten zijn de aanvallen goed onder controle te houden. Regelmaat helpt daarbij. Zijn onderstaande stellingen juist of onjuist?
Stelling I: Voldoende slapen en medicatie op vaste tijden innemen kan helpen om aanvallen van epilepsie te voorkomen.
Stelling II: Stress kan een aandoening veroorzaken die symptomen van epilepsie geeft.
A
Stelling I is juist
B
Stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat te doen bij een epileptische aanval?


https://www.youtube.com/watch?v=abTXM5fnIsk&t=212s

Slide 23 - Diapositive

Samenvatting