Oefenen met Formuleringsfouten

Wij staan achter...in de rij.
A
hen
B
hun
1 / 45
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wij staan achter...in de rij.
A
hen
B
hun

Slide 1 - Quiz

Bart noteert ... gegevens op de lijst.
A
hen
B
hun

Slide 2 - Quiz

Ik geef ... een bosje bloemen mee voor de schrale troost.
A
hen
B
hun

Slide 3 - Quiz

Goed of fout:
De mentoren overhandigden hun aan het eind van het jaar de rapporten.
A
Goed
B
fout

Slide 4 - Quiz

Ik heb ... niet gezien!
A
hen
B
hun

Slide 5 - Quiz

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welk(e) verwijswoord(en) gebruik je bij het-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat

Slide 6 - Quiz

Namen van landen/provincies/steden zijn onzijdig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Je verwijst met de woorden 'het' en 'zijn' naar onzijdige woorden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Brabant is trots op ... mooie tradities zoals carnaval.
A
haar
B
zijn

Slide 9 - Quiz

Iedereen was blij om het meisje ... weer gevonden was.
A
die
B
dat

Slide 10 - Quiz

De jongen ... altijd afwezig was, bleek ineens tóch in de les te zijn!
A
die
B
dat

Slide 11 - Quiz

Michelangelo is misschien wel de grootste kunstenaar ... ik ken.
A
die
B
dat

Slide 12 - Quiz

Waar verwijst 'wat' naar?

Mijn ouders kochten een vakantiehuis in Frankrijk, wat wij erg leuk vonden.
A
een vakantiehuis in Frankrijk
B
Mijn ouders kochten een vakantiehuis in Frankrijk

Slide 13 - Quiz

Waar verwijst 'dat' naar?

Mijn ouders kochten een vakantiehuis in Frankrijk dat wij erg leuk vonden.
A
een vakantiehuis in Frankrijk
B
Mijn ouders kochten een vakantiehuis in Frankrijk.

Slide 14 - Quiz

Kies het juiste verwijswoord.
Het bedrijf kon niet voldoen aan de vraag van... klanten.
A
haar
B
hen
C
hun
D
zijn

Slide 15 - Quiz

Kies het juiste verwijswoord.
De apotheek kon niet voldoen aan de vraag van ... klanten.
A
haar
B
hen
C
hun
D
zijn

Slide 16 - Quiz

Gisteren zijn er in de mist diverse ongelukken gebeurd, ... veel blikschade opleverde.
A
dat
B
wat

Slide 17 - Quiz

..., die volgend jaar examen doet, wil docente worden.
A
Zijn zus
B
Zijn zusje

Slide 18 - Quiz

OP school zag ik een meisje ... als twee druppels water op jou lijkt.
A
die
B
dat

Slide 19 - Quiz

Alles ... ik had, ben ik inmiddels kwijt.
A
dat
B
wat

Slide 20 - Quiz

Het allereerste ... ik doe als ik thuiskom, is de kat aaien.
A
dat
B
wat

Slide 21 - Quiz

Ken jij de popgroep Queen, ... het nummer 'Bohemian Rhapsody' al jaren één staat in de Top 2000/
A
van wie
B
waarvan

Slide 22 - Quiz

Daar is ... met wie opa altijd wandelt.
A
de hond
B
de mevrouw

Slide 23 - Quiz

Foutieve samentrekking of niet?

Jan geeft weinig om Marieke, maar wel heel veel aandacht.
A
foutieve samentrekking
B
goede samentrekking

Slide 24 - Quiz

Foutieve samentrekking of niet?

Mireille heeft haar vriendin gefeliciteerd en ook een cadeau gegeven.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 25 - Quiz

Bij het parkeerterrein aangekomen, was hun auto van een dubbele wielklem voorzien.
A
goed
B
fout

Slide 26 - Quiz

Verbetering
Bij het parkeerterrein aangekomen, zagen zij dat hun auto van een dubbele wielklem was voorzien.
of:
Toen zij bij het parkeerterrein aankwamen, was hun auto van een dubbele wielklem voorzien.

Slide 27 - Diapositive

In het theater hebben veel ouderen van de voorstelling genoten en mijn buurman ook.
A
goed
B
fout

Slide 28 - Quiz

foutieve samentrekking
Verbetering:
In het theater hebben veel ouderen van de voorstelling genoten en mijn buurman heeft ook (ervan) genoten.

Slide 29 - Diapositive

Waar zit de fout?
De oorzaak van de lesuitval op onze school is te wijten aan de cursus die de docenten moeten volgen.
A
oorzaak
B
lesuitval
C
wijten
D
geen fout

Slide 30 - Quiz

verbetering
De oorzaak van de lesuitval op onze school is de cursus die de docenten moeten volgen.
of:
De lesuitval op onze school is te wijten aan de cursus die de docenten moeten volgen.

Slide 31 - Diapositive

Waar zit de fout?
Pelé behoorde tot een van de meest talentvolle spelers ter wereld.
A
behoorde
B
een
C
meest
D
geen fout

Slide 32 - Quiz

Verbetering
Pelé behoorde tot de meest talentvolle spelers ter wereld.
of: 
Pelé was een van de meest talentvolle spelers ter wereld.

Slide 33 - Diapositive

Wat is fout?
De nerveuze examenkandidaten werden verzocht de telefoons onmiddellijk in de telefoonzak te plaatsen.
A
nerveuze examenkandidaten
B
werden
C
te plaatsen
D
geen fout

Slide 34 - Quiz

Verbetering
De nerveuze examenkandidaten (MV) werd verzocht de telefoons onmiddellijk in de telefoonzak te plaatsen.

Het onderwerp is verborgen: Er werd verzocht aan de examenkandidaten om ...

Slide 35 - Diapositive

Wat is fout?
Het comité moest binnen een uur haar besluit aan de burgemeester meedelen en Alkmaar zal uiteindelijk toch zijn nieuwe stadion krijgen.
A
haar
B
zijn
C
geen fout

Slide 36 - Quiz

Verbetering
Het comité (o) moest binnen een uur zijn besluit aan de burgemeester meedelen en Alkmaar zal uiteindelijk toch zijn nieuwe stadion krijgen.

Slide 37 - Diapositive

Wat is fout?
In de zomervakantie zijn wij niet op reis geweest, maar in onze voorjaarsvakantie zal mijn familie echter gaan skiën.
A
niet
B
maar
C
op
D
echter

Slide 38 - Quiz

Verbetering
In de zomervakantie zijn wij niet op reis geweest, maar in onze voorjaarsvakantie zal mijn familie gaan skiën. 

of:
In de zomervakantie zijn wij niet op reis geweest. In onze voorjaarsvakantie zal mijn familie echter gaan skiën. 

Slide 39 - Diapositive

Wat is fout?
De lessen zouden later moeten beginnen, omdat als je slaapgebrek krijgt, het niet mogelijk is om de leerstof goed op te nemen.
A
moeten
B
omdat
C
als
D
geen fout

Slide 40 - Quiz

Verbetering
De lessen zouden later moeten beginnen, 
omdat het niet mogelijk is 
om de leerstof goed op te nemen 
als je slaapgebrek krijgt. 

Slide 41 - Diapositive

Slechts een kleine minderheid van de werknemers waren tevreden over de CAO afspraken.
A
goed
B
fout

Slide 42 - Quiz

Dertig procent van de deelnemers _______ de eindstreep niet gehaald.
A
hebben
B
heeft

Slide 43 - Quiz

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
A
goed
B
fout

Slide 44 - Quiz

Toen de leden van de Raad van Elf verschenen, gaf de burgemeester ___________ de sleutel van Breda.
A
hen
B
hun

Slide 45 - Quiz