MM: Economie H3 Cursus 3.1

Hoe noem je iemand die met zijn eigen bedrijf geld verdiend?
A
Werknemer
B
Werkgever
C
Ondernemer
D
Aanbieder
1 / 11
suivant
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoe noem je iemand die met zijn eigen bedrijf geld verdiend?
A
Werknemer
B
Werkgever
C
Ondernemer
D
Aanbieder

Slide 1 - Quiz

Hoe noem je het maken van goederen en het leveren van diensten?
A
Handwerk
B
Begeleiding
C
Productiewerk
D
Produceren

Slide 2 - Quiz

Hoe noem je de kosten die je maakt om te produceren?
A
Productiekosten
B
Bedrijfskosten
C
Brutowinst
D
Omzet

Slide 3 - Quiz

Hoe bereken je de kostprijs per product?
A
Productiekosten x aantal producten
B
Aantal Producten / productiekosten
C
Productiekosten / aantal producten
D
Aantal producten x productiekosten

Slide 4 - Quiz

Het bedrag dat je ontvangt door de verkoop van goederen of diensten, noem je:
A
Winst
B
Omzet
C
Verkoopopbrengst
D
Loon

Slide 5 - Quiz

Hoe bereken je de winst?
A
Omzet - productiekosten
B
Omzet + productiekosten
C
Omzet x productiekosten
D
Omzet / productiekosten

Slide 6 - Quiz

Wat gebeurd er wanneer je productiekosten hoger zijn dan je omzet?
A
Winst
B
Verlies
C
Niets

Slide 7 - Quiz

Noem voorbeelden van productiekosten

Slide 8 - Carte mentale

Waarom zou een ondernemer de kostprijs per product willen weten?

Slide 9 - Question ouverte

En nu zelf:
Ik heb 200 broodjes gebakken, daarvoor heb ik 40eu. uitgegeven. Wat is mijn kostprijs voor een broodje?
A
20 cent
B
30 cent
C
40 cent
D
1 euro

Slide 10 - Quiz

Sleep naar de goede antwoorden:
Je maakt bij het produceren allerlei kosten
Je productiekosten zijn hoger dan je omzet
Je bedrijf moet stoppen, omdet je de schulden niet meer kunt betalen
Je houdt geld over, nadat alle kosten zijn betaald
Failliet
Productiekosten
Verlies
Winst

Slide 11 - Question de remorquage