3.4 - mengen en scheiden

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

H3 stofffen - 3.4 mengen en scheiden 

Herhaling 3.3

In welke 3 fases kan een stof voorkomen

Hoe kun je water van fase laten veranderen.

Smeltpunt en kookpunt zijn stofeigenschappen

1. Waar
2. Niet Waar

Lesdoel

• ik weet wat een oplossing en suspensie zijn
  
• ik weet de kenmerken van een oplossing en suspensie
  
• ik weet hoe ik een oplossing en suspensie kan scheiden. 
  

kraanwater is een ...............

1. Mengsel
2. zuivere stof

Sinaasappelsap is een ..............

1. Mengsel
2. Zuivere stof

mengsel: bestaat uit 2 of meer verschillende stoffen

Mengsel in vaste stoffen: cake, snoep, euromunten 

Mengsel in vloeistoffen: Koffie, thee, kraanwater, zeewater, sinaasappelsap, verf 

Mengsel in vloeistof noem je een Oplossing of Suspensie 

Oplossing:

• mengsel van vaste stof in vloeistof opgelost
• Helder en doorzichtig
• vb - cola, thee, kraanwater

suspensie:

• mengsel van vloeistof en niet opgeloste vaste stof
• Troebel en kun je niet door heen kijken
• vb - sinaasappelsap, verf, chocolademelk 

Hoe kan ik zout uit zeewater halen.

Mengsels scheiden:

oplossing:   scheiden door gebruik te maken van de scheidingsmethode indampen

Suspensie:  scheiden door gebruik te maken van de scheidingsmethode filtreren 

welke kenmerken hoort bij deze mengsels:

Oplossing

supsensie

vaste stof opgelost in water

Troebel

Helder 

Scheiden door filtreren

Scheiden door indampen

mengsel van vaste stof en vloeistof

Geef van de volgende mengsels aan of het een suspensie of oplossing is.

oplossing

suspensie

cola

verf

chocolademelk

ranja

kraanwater

koffie

sinaasappelsap

samengevat:

•  twee soorten mengsels in vloeistof -> suspensie en oplossing

• oplossing is helder en doorzichtig. vaste stof is opgelost in de vloeistof. Oplossing kun je scheiden met indampen

• suspensie is troebel en kun je niet door heen kijken. Vaste stof drijft in de vloeistof.  Suspensie kun je scheiden door te filtreren. 

Start met opdrachten 3.4

BBL) Maken (3.4 bladzijde 145) opgaven: 61 t/m 66 + 68 t/m 71 

KBL) Maken (3.4 bladzijde 134) opgaven: 54 t/m 56 + 60 t/m 66