§3.2 - Zien

3.2 Zien
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

3.2 Zien

Slide 1 - Diapositive

Welkom!
Programma 3.2 
1. Huiswerk (weektaak) 
2. Huiswerk bespreken 3.1 
3. Herhalen 3.1
4. Lesdoelen 3.2
5. Theorie 3.2 
6. Afsluiting + Evaluatie. 

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk 
Weektaak = 3.2 lezen + maken

Aanbeveling = begrippenlijst maken! 

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk over 3.1
Vragen? 

Slide 4 - Diapositive

Even checken dan...

Slide 5 - Diapositive

Wat is hier de prikkel?
Prikkel

Slide 6 - Question de remorquage

prikkel
impuls
bewustworden

Slide 7 - Question de remorquage

Zoek bij elk zintuig de juiste taak
Warmtezintuigen
Tastzintuigen
koudezintuigen
Pijnzintuigen

Zijn er voor de prikkel pijn

Zijn gevoelig voor de prikkel, "hoe voelt het voorwerp aan"

Zijn gevoelig voor de prikkel "lagere temperatuur"

Zijn gevoelig voor de prikkel "hogere temepratuur"

Slide 8 - Question de remorquage

Tekst
impuls
Prikkel

Slide 9 - Question de remorquage

                           is een  prikkel voor het oog.


Geluid is de prikkel voor het                   .  
 

In een zintuigcel wordt de                       omgezet in een 

 oor 
licht
impuls 
prikkel

Slide 10 - Question de remorquage

Wat is een impuls?
Gebruik in je antwoord 'prikkel' en 'hersens'

Slide 11 - Question ouverte

Lesdoelen 3.2

1. Je kan uitleggen hoe je ogen zijn gebouwd-> Je kunt de onderdelen en taken van het oog benoemen adhv een afbeelding
2.Je kan vertellen hoe je kleuren ziet en hoe je genoeg licht in je ogen krijgt,.
3. Je kant uitleggen waardoor je scherp kunt zien en hoe je diepte ziet.


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Buitenkant ogen
Iris - gekleurde deel oog
Pupil - zwarte rondje - 'gat' in je oogbol
Je wenkbrauwen, oogleden met wimpers beschermen het oog.

Traanklier (maakt traanvocht) en traanbuis (voert vocht af)

Slide 14 - Diapositive

Ah. Snap je hem? 
<- Even 'n filmpje! (1.13 min)

Slide 15 - Diapositive

Hoe komt het dat de tranen over je wangen rollen als je moet huilen?

Slide 16 - Question ouverte

Je oog van binnen
Drie lagen:
1. Harde oogvlies: wit, maar voor de iris is het doorzichtig: hoornvlies.
2. Vaatvlies: bloedvaatjes + iris. Gat in het midden = pupil.
3. Netvlies: lichtzintuig

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Kleuren
Staafjes - zwart/wit, grijstinten
werken 's avonds en 's nachts
Kegeltjes - kleuren
werken overdag
Drie soorten kegeltjes:
rood - groen - blauw

Ezelsbruggetje:
K van Kleur//K van Kegeltjes. 

Slide 19 - Diapositive

De pupilreflex

Slide 20 - Diapositive

Deel 2

Slide 21 - Diapositive

Scherp zien
Je kan scherp zien doordat je je ooglens boller en platter kunt maken (= accomoderen).

Bol = dichtbij
Plat = veraf

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Leg in eigen woorden uit wat er gebeurt als je naar een boom kijkt.

Slide 24 - Question ouverte

Filmpje over bijziendheid
<- 3 min. 16

Slide 25 - Diapositive

Een bril?
Korte oogbol = verziend = bolle lenzen bril (+)

Lange oogbol = bijziend = holle lenzen (-)

Slide 26 - Diapositive

Diepte
Diepte zien (3D zien)- nodig om afstanden in te schatten. 
De beelden van beide ogen gaan naar de hersenen.
Die ontvangen 2 beelden, en maken er één beeld van. 

Slide 27 - Diapositive

Zijn er nog vragen?

Slide 28 - Carte mentale

Huiswerk
Lezen + maken: 3.2. 

Aanbeveling = begrippenlijst maken! 

Slide 29 - Diapositive

Stel, je moeder vraagt je vanmiddag hoe het was op school, en of je nog wat hebt geleerd. Wat vertel je over biologie?

Slide 30 - Carte mentale