Jaaropening Biolessen 2024

Welkom bij biologie
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij biologie

Slide 1 - Diapositive

Programma vandaag
  • Klassenplattegrond
  • Reflectie en speerpunten
  • Planner doorkijken
  • Toevoegen aan lessonup klas
  • Bio quiz

Slide 2 - Diapositive

Klassenplattegrond maken
Steek je hand op en roep Ja! als ik je naam noem. 
Corrigeer mij als ik je naam verkeerd uitspreek

Slide 3 - Diapositive

Reflectie en speerpunten
Wat wil ik dit jaar verbeteren?
Speerpunt 1: structuur in de lessen

Speerpunt 2: differentiatie / feedback op leerproces

Speerpunt 3: aandacht voor effectieve leermethodes 




Slide 4 - Diapositive

Speerpunt 1: Structuur in de lessen (1)
Benodigdheden voor een goede les biologie.
1. Laptop (lessonups & hulpmiddel bij PO's)
2. Leerboek (Leerstof & opdrachten)
3. Schrift (Aantekeningen & antwoorden op opdrachten)
Bij binnenkomst ga je zitten en leg je alle 3 voor je op tafel. Laptop blijft dicht!
Op het bord staan aantal voorkennisvragen. Maak die alvast in je schrift. 
Consequentie missende spullen: 
Aantekening magister altijd, bij 2e keer  een maatregel


Slide 5 - Diapositive

Speerpunt 1: structuur in de lessen (2)
Doel: Minder tijd verloren bij opstarten of herstarten

Zodra ik voor de klas ga staan mijn hand opsteek en begin af te tellen van 3... 2... 1... dan wil ik dat na 1 iedereen stil is en zijn ogen op mij heeft gericht. 





Slide 6 - Diapositive

Speerpunt 1: structuur in de lessen (3)
Duidelijk verschil tussen stil werken en werken overleg. 
Mijn doel is zo min mogelijk huiswerk, dus genoeg tijd in de les om alles af te hebben.

Stil werken/lezen: Timer op bord. Stil is echt stil.
Werken in overleg: je mag overleggen met degene naast je.

Slide 7 - Diapositive

Speerpunt 2: differentiatie
Doel: Ervoor zorgen dat iedereen genoeg wordt uitgedaagd en de hulp krijgt die hij/zij nodig heeft.
Hoe? 
Eerste periode (weken) houd ik in de gaten wat jullie niveau / werkhouding is dmv:
  • Iedere 1e les van de week huiswerk controle 
  • Mini SO's om niveau te checken
  • Spin the wheel app voor klassikale vragen

Voordeel voor jullie:
  • Mensen die hun werk goed op orde hebben krijgen meer eigen verantwoordelijkheid. 
  • Mensen die begeleiding nodig hebben krijgen extra begeleiding.




 

Slide 8 - Diapositive

Aanmelden online methode (nectar)
Ga naar Noordhoff Nectar
Kies het juiste boek: selecteer klas en niveau linksboven om snel te vinden
Koppel aan de klas: Code: xxx

Slide 9 - Diapositive

Toevoegen aan lessonup klas
1. Ga naar Lessonup.app
2. Voer de klascode in (zie whiteboard)

Slide 10 - Diapositive

Planner periode 1 doorkijken
  1. Waar gaat de lesstof over komende periode?
  2. Wat is het hoofddoel deze periode?
  3. Hoe werken we met de methode? 
  4. Welke cijfers krijg je deze periode?
  5. Welke practica gaan we doen?
  6. Wat is de toetsstof? 

Slide 11 - Diapositive

Regels 
Geen telefoon, altijd een laptop.
Na binnenkomst van de les doe je je jas en mogelijke oordopjes uit 
Huiswerk niet gemaakt wegens goede reden? Kom vooraf even bij mij langs.
Geen gesprekken met mensen in andere rijen,
Niet eten / drinken met uitzondering van water
Bij verlaten van de les stoel aanschuiven en tafel netjes achterlaten

Slide 12 - Diapositive

Algemene Bio quiz

Slide 13 - Diapositive

Hoeveel procent van het lichaam bestaat uit water?
A
30%
B
50%
C
70%
D
91%

Slide 14 - Quiz

Hoeveel liter bloed bevat een gemiddeld menselijk lichaam?
A
1
B
2
C
5
D
10

Slide 15 - Quiz

Hoeveel botten zitten er in een menselijk lichaam?
A
98
B
206
C
226
D
357

Slide 16 - Quiz

Hoe snel klopt het hart van een gemiddeld persoon?
A
30 slagen / min
B
70 slagen / min
C
120 slagen / min
D
150 slagen / min

Slide 17 - Quiz

Welke geslachtschromosomen hebben mannen?
A
XY
B
XX
C
XT
D
TT

Slide 18 - Quiz

Nagels kun je knippen, lakken of bijten, maar hoeveel groeit een vingernagel gemiddeld per week?
A
0,1 mm
B
0,7 mm
C
1,1 mm
D
10 mm

Slide 19 - Quiz

Je hebt veel bloedvaten. Hoever kom je als je ze allemaal achter elkaar legt?
A
100 km
B
1000 km
C
10.000 km
D
100.000 km

Slide 20 - Quiz

In welk lichaamsdeel vind je de hamer, aambeeld en een stijgbeugel?
A
Oor
B
Neus
C
Keel
D
Knie

Slide 21 - Quiz

Waar staat ATP voor?
A
Adrenaline Tyloïd Porie
B
Adenosine-tri-phosphaat
C
Adeno-Tyloïd-Phosphaat
D
Argenine-Tyrosine-Phosphor

Slide 22 - Quiz

Hoe lang is het draad DNA van 1 cel als je het geheel ontrafeld?
A
2 cm
B
20 cm
C
200 cm
D
2000 cm

Slide 23 - Quiz

Hoe heet het enzym dat zetmeel verteert en je kunt vinden in je speeksel?
A
Zetmeelose
B
Adenosine
C
Amylise
D
Amylase

Slide 24 - Quiz

Hoeveel procent van de lucht bestaat uit zuurstof?
A
1%
B
21%
C
48%
D
78%

Slide 25 - Quiz

Hoeveel cellen bevat een gemiddeld menselijk lichaam?
A
300-350 miljoen
B
30-35 miljard
C
30-35 biljoen
D
300-350 biljoen

Slide 26 - Quiz

Welke stoffen maken planten met behulp van fotosynthese?
A
Koolstofdioxide en zuurstof
B
Glucose en zuurstof
C
Koolstofdioxide en glucose
D
Eiwitten en vetten

Slide 27 - Quiz

Wat is het kleinst?
A
Cel
B
Organisme
C
Organel
D
Weefsel

Slide 28 - Quiz

Waaruit bestaan eiwitten?
A
Vetzuren
B
Aminozuren
C
Nucleotiden
D
Galactosen

Slide 29 - Quiz

Waaruit bestaat DNA?
A
Nucleotiden
B
Aminozuren
C
Vetzuren
D
Phosphaten

Slide 30 - Quiz

Welke cel heeft geen celkern?
A
Zenuwcel
B
Botcel
C
Darmcel
D
Bloedcel

Slide 31 - Quiz

Wat is de taak van de milt?
A
Verwijderen oude/vreemde rode bloedcellen
B
Antistoffen produceren tegen bacteriën
C
Produceren van verteringsappen
D
Opslaan van vet

Slide 32 - Quiz

Zonder welk orgaan kun je leven?
A
Milt
B
Lever
C
Alvleesklier
D
Hypofyse

Slide 33 - Quiz

Welk organel wordt ook wel de 'powerhouse van de cel' genoemd omdat het voor de energievoorziening verantwoordelijk is?
A
Endoplasmatisch reticulum
B
Ribosomen
C
Mitochondriën
D
Celkern

Slide 34 - Quiz

Hoe heet het proces waarbij planten zonlicht gebruiken om van CO2 suiker te maken?
A
Fotosynthese
B
Chemosynthese
C
Suikersynthese
D
Koolstofassimilatie

Slide 35 - Quiz

Wat is het kleinst?
A
Atomen
B
Moleculen
C
Cellen
D
Organellen

Slide 36 - Quiz

Wat is de grootste orgaan in het menselijk lichaam?
A
Lever
B
Longen
C
Huid
D
Hart

Slide 37 - Quiz

Welk orgaan produceert insuline in het menselijk lichaam?
A
Alvleesklier
B
Lever
C
Nieren
D
Maag

Slide 38 - Quiz

Hoeveel kamers heeft het hart?
A
Drie
B
Vijf
C
Vier
D
Zes

Slide 39 - Quiz