Les 2: bloedvaten

timer
5:00
leerdoelen 
Je kunt 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies 
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

 

  
Telefoon in je kluis
Rustig binnen komen
Op je plaats gaan zitten
Tas op de grond, jas uit, petje af 
Spullen klaar
Welkom, kom rustig binnen, 
voor deze les heb je nodig: laptop 
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

timer
5:00
leerdoelen 
Je kunt 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies 
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

 

  
Telefoon in je kluis
Rustig binnen komen
Op je plaats gaan zitten
Tas op de grond, jas uit, petje af 
Spullen klaar
Welkom, kom rustig binnen, 
voor deze les heb je nodig: laptop 

Slide 1 - Diapositive

Programma
Terugblik basisstof 1 
Lezen basisstof 2 
Instructie basisstof 2 


Slide 2 - Diapositive

rode bloedcellen
bloedplaatje
bloedplasma
witte bloedcel

Slide 3 - Question de remorquage

kan door de wand van het kleinste bloedvat
vervoert zuurstof naar de cellen
zorgt voor het stollen van het bloed
hierin zitten voedingstoffen en afvalstoffen opgelost
hebben een vaste vorm en kunnen niet door de wand van het kleinste bloedvat heen
vangt en doodt bacterieën

Slide 4 - Question de remorquage

Wat zorgt voor het transport van zuurstof?
A
bloedplasma
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
witte bloedcellen

Slide 5 - Quiz

Wat zorgt voor de afweer van ziekteverwekkers?
A
bloedplasma
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
witte bloedcellen

Slide 6 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de Bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 7 - Quiz

Etter of pus bestaat uit..
A
dode ziekteverwekkers
B
dode witte bloedcellen
C
dode ziekteverwekkers en dode bloedcellen
D
rodebloedcellen

Slide 8 - Quiz

Basisstof 2 de bloedsomloop
Je kunt 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 9 - Diapositive

bloedvatenstelsel   
aders
haarvaten
slagaders

bloeddruk
  kleppen
  bloedsomloop
dubbele bloedsomloop
kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop

poortader

Slide 10 - Diapositive

 bloedsomloop 
grote bloedsomloop: 
hart-lichaam-hart
zuurstof wordt afgegeven aan de organen. 
kleine bloedsomloop: 
hart-longen-hart
zuurstof wordt opgenomen in de longen

Slide 11 - Diapositive

werkblad 
knip de kaartjes uit en leg ze op de juiste plek in het schema. 
bespreek de antwoorden na en schrijf het goede antwoord op de achterkant. 
bewaar de kaartjes om te gebruiken tijdens het leren 


Slide 12 - Diapositive

Ik kan in een afbeelding van de bloedsomloop de kleine en de grote bloedsomloop aanwijzen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage

ik kan verschillende gebeurtenissen in de grote en de kleine bloedsomloop beschrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

timer
5:00
leerdoelen 
Je kunt 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies 
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

 

  
Telefoon in je kluis
Rustig binnen komen
Op je plaats gaan zitten
Tas op de grond, jas uit, petje af 
Spullen klaar
Welkom, kom rustig binnen, 
voor deze les heb je nodig: laptop 

Slide 15 - Diapositive

programma
  1. Instructie bloedvaten (10 min) 
  2. Poster bloedsomloop ( 20 min)
  3. Mindmap ( 5 min) 
  4. Aftekenen  ( 5 min) 

Slide 16 - Diapositive

Welke 3 typen bloedvaten zijn er?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

De bloeddruk in slagaders is hoog
daarom
A
zijn de wanden van slagaders dun
B
hebben slagaders kleppen
C
zijn de wanden van slagaders dik en elastisch
D
liggen slagaders diep in h et lichaam

Slide 19 - Quiz

via de slagaders stroomt het bloed
A
Van het hart af ( naar de organen toe)
B
Naar het hart toe (van de organen af)

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

hoe heten de kleinste bloedvaten in onze organen?
A
slagaders
B
haarvaten
C
aders
D
bloedvaten

Slide 22 - Quiz

In haarvaten zitten piep kleine openingen. wat kan NIET door die kleine openingen heen?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
koolstofdioxide
D
zuurstof

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

de bloeddruk in aders is laag
A
waar
B
nietwaar

Slide 25 - Quiz

de wanden van aders zijn dik
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

door de aders stroomt het bloed
A
naar het hart toe
B
van het hart af

Slide 27 - Quiz

Wat zorgt er voor dat bloed in de aders niet de verkeerde kant op kan stromen?

Slide 28 - Question ouverte

aders liggen diep in het lichaam
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

bloeddruk
wand
bloed stroomt 
Ader
Slalgader
Haarvaten
hoog
laag
laag
dik
dun
1 cel dik (dun)
van het hart af
door het orgaan heen
naar het hart toe

Slide 32 - Question de remorquage


Ik beheers dit leerdoel.
"Je kunt 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies" 
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Sondage

Huiswerk: 
Maak de  opdrachten van basisstof 1 en 2 (Online of in je boek) 

Slide 34 - Diapositive

timer
5:00
leerdoelen 
Je kunt 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies 
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

 

  
Telefoon, jas en petje in je kluis
Rustig binnen komen
Op je plaats gaan zitten
Tas op de grond,  
Spullen klaar
Welkom, kom rustig binnen, 
voor deze les heb je nodig: Boek, 
blauwe en rode pen/ potlood

Slide 35 - Diapositive

opdracht
Opdracht 1: 5 minuten 
benoem alle namen van de bloedsomloop. 
Nakijken: 3 min
Opdracht 2: 10 min
Kleur alle bloedvaten
timer
1:00

Slide 36 - Diapositive

Begrippen.

lees basisstof 3.2 goed door. 
schrijf bij ieder begrip de juiste beschrijving
Mindmap

Vul de mindmap in op de achterkant van je lesformulier.

Als je klaar bent lever je je lesformulier in bij je docent.  

Slide 37 - Diapositive

Huiswerk Kader

Maken, nakijken en verbeteren 
opgaven basisstof 3.2 
 en de test jezelf 

Huiswerk TL 

Maken, nakijken en verbeteren
opgaven basisstof 3.2
 en de test jezelf 

Slide 38 - Diapositive