Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
BS 3
Genen en allelen
Slide 1 - Diapositive
Maar eerst:
Herhaling BS 1 + 2
Slide 2 - Diapositive
Wat is het genotype?
A
Alle eigenschappen
B
Je innerlijk
C
Alle erfelijke eigenschappen
D
Je uiterlijk
Slide 3 - Quiz
Je ziet de metamorfose bij een kikker. Wat blijft in alle stadia gelijk?
A
Het fenotype
B
Het genotype
C
Geen van beide
D
Beide
Slide 4 - Quiz
Genexpressie
Ieder cel bevat dezelfde erfelijke informatie
Toch is niet iedere cel hetzelfde....
Wat de functie van de cel wordt hangt af van welke genen actief zijn of tot uiting komen. Dit noemen we genexpressie
Slide 5 - Diapositive
Karyogram
Slide 6 - Diapositive
Chromosomen
Dunne draden die voor een groot deel bestaan uit DNA
Liggen in de celkern
Elke lichaamscel van de mens bevat 46 chromosomen
Slide 7 - Diapositive
Geslachtschromosomen
Vrouw XX
Man XY
Eicel X of X
Zaadcel X of Y
In elke lichaamscel 2
Slide 8 - Diapositive
Hoeveel chromosomen krijg je van je vader? En hoeveel van je moeder?
A
10 en 36
B
23 en 23
C
20 en 26
Slide 9 - Quiz
Geslachtscellen
23 chromosomen
Ontstaan door een speciale celdeling
Meiose
Uit 1 lichaamscel met 46 chromosomen ontstaan 2 geslachtscellen met 23 chromosomen
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Jordy en Mariska krijgen samen een zoon. De ouders van Jordy en Mariska zijn de grootouders. Van welke grootouder heeft de baby zeker geen geslachtschromosomen geërfd? Leg je antwoord uit.
Slide 14 - Question ouverte
Genen en allelen
Slide 15 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat genen en allelen zijn
Je kunt omschrijven wat een mutatie is
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Basenparen: A-T / T-A en C-G / G-C
Slide 18 - Diapositive
Basenparen die samen nodig zijn voor een eigenschap vormen samen een gen.
Genen hebben informatie voor het maken van eiwitten
Eiwitten: regelen de kleur, vorm en werking van je lichaam