Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
BS 3
Genen en allelen
Slide 1 - Diapositive
Planning
Herhalen bs1 +2
Uitleg bs3 genen en allelen
zelfstandig werken
Slide 2 - Diapositive
Herhaling BS 1 + 2
Slide 3 - Diapositive
Wat is het genotype?
A
Alle eigenschappen
B
Je innerlijk
C
Alle erfelijke eigenschappen
D
Je uiterlijk
Slide 4 - Quiz
Je ziet de metamorfose bij een kikker. Wat blijft in alle stadia gelijk?
A
Het fenotype
B
Het genotype
C
Geen van beide
D
Beide
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Genexpressie
Ieder cel bevat dezelfde erfelijke informatie
Toch is niet iedere cel hetzelfde....
Wat de functie van de cel wordt hangt af van welke genen actief zijn of tot uiting komen. Dit noemen we genexpressie
Slide 7 - Diapositive
Chromosomen
Dunne draden die voor een groot deel bestaan uit DNA
Liggen in de celkern
Elke lichaamscel van de mens bevat 46 chromosomen
Slide 8 - Diapositive
Karyogram
Slide 9 - Diapositive
Geslachtschromosomen
Vrouw XX
Man XY
Eicel X of X
Zaadcel X of Y
In elke lichaamscel 2
Slide 10 - Diapositive
Hoeveel chromosomen krijg je van je vader? En hoeveel van je moeder?
A
10 en 36
B
23 en 23
C
20 en 26
Slide 11 - Quiz
Geslachtscellen
23 chromosomen
Ontstaan door een speciale celdeling
Meiose
Uit 1 lichaamscel met 46 chromosomen ontstaan 2 geslachtscellen met 23 chromosomen
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Jordy en Mariska krijgen samen een zoon. De ouders van Jordy en Mariska zijn de grootouders. Van welke grootouder heeft de baby zeker geen geslachtschromosomen geërfd? Leg je antwoord uit.
Slide 16 - Question ouverte
Genen en allelen
Slide 17 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat genen en allelen zijn
Je kunt omschrijven wat een mutatie is
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
DNA
Elke cel bevat DNA.
Bij zoogdieren zit het DNA in de celkern
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
www.bioplek.org
Slide 22 - Lien
Basenparen: A-T / T-A en C-G / G-C
Slide 23 - Diapositive
Genen
Basenparen (code) die samen nodig zijn voor een eigenschap vormen samen een gen.
Een gen codeert voor een specifieke erfelijke eigenschap.
Slide 24 - Diapositive
Genen hebben informatie voor het maken van eiwitten
Eiwitten: regelen de kleur, vorm en werking van je lichaam
Slide 25 - Diapositive
Genvariant - Allel
Allel of genvariant: informatie in een gen
Allelenpaar: twee allelen van een gen
Homozygoot: Gelijke allelen
Heterozygoot: Ongelijke allelen
Slide 26 - Diapositive
Homozygoot en heterozygoot op een chomosomenpaar
Slide 27 - Diapositive
Homozygoot en heterozygoot
heterozygoot
homozygoot
Slide 28 - Diapositive
Aan de slag!
Maak opdracht 1 blz. 122
timer
3:00
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Vidéo
Aan de slag!
Maak opdracht 5
timer
3:00
Slide 31 - Diapositive
Mutaties
Slide 32 - Diapositive
Mutatie
Een organisme met een mutatie noemen we een mutant
De stof die de mutatie veroorzaakt noemen we een mutageneinvloeden
Slide 33 - Diapositive
Ontstaan mutaties
Het DNA kan veranderen, waardoor een gen niet meer de juiste informatie bevat. Zo'n verandering in het DNA heet een mutatie.
mutagene invloeden:
- Schadelijke stoffen als asbest.
- straling: UV-straling
- sigarettenrook
- röntgen en radioactieve straling
Slide 34 - Diapositive
Mutaties
Plotselinge verandering van het gen
Verandering in genen kan een verandering in het fenotype veroorzaken!