Coördinerende taken

1 / 55
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Verschil coördinerende & beheertaken
Beheertaken: werkzaamheden en verantwoordelijkheden die komen kijken bij het beheren van een kindcentrum

Coördinerende taken: taken waarin jij bepaalde verantwoordelijkheden neemt en ook zorgt voor de afstemming tussen betrokkenen




Slide 4 - Diapositive

Voorraaden checken 
Coördinerende taken
Beheertaken
Begeleiden van stagiaires
Maken van een begroting 
Bestellijsten maken
Onderhoud van meubels en apparatuur
Taakverdeling VVE programma 
Roostering personeel
Leiden van vergadering
Leiding nemen op groep

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Diapositive

Welke coördinerende taken voer jij uit
binnen je stage?

Slide 7 - Carte mentale

Om goed te kunnen coördineren dien je te beschikken over de volgende vaardigheden:
  • Communicatieve vaardigheden
  • Planningsvaardigheden
  • Begeleidingsvaardigheden
  • Leiderschapsvaardigheden 

Slide 8 - Diapositive

Om goed te kunnen coördineren dien je te beschikken over de volgende vaardigheden:
  • Communicatieve vaardigheden
  • Planningsvaardigheden
  • Begeleidingsvaardigheden
  • Leiderschapsvaardigheden 

Slide 9 - Diapositive

1

Slide 10 - Vidéo

01:03
Sluit de verbale en non-verbale communicatie in deze video op elkaar aan?

Slide 11 - Question ouverte

Wanneer je tegen een collega vertelt dat je koffie gaat drinken, ben jij ...
A
de zender
B
de ontvanger
C
het medium

Slide 12 - Quiz

In een gesprek met een collega kom je erachter dat zij een puist op haar kin heeft. Hierdoor ben je afgeleid en luister je niet goed. Dit is een vb van?
A
Mediator
B
Interne ruis
C
Lichaamstaal

Slide 13 - Quiz

Het achterlaten van een briefje voor je collega, is een vorm van...
A
directe communicatie
B
indirecte communicatie

Slide 14 - Quiz

Wanneer jouw manager jou vertelt hoe je je werk moet uitvoeren, is dit een vorm van ...
A
horizontale communicatie
B
verticale communicatie

Slide 15 - Quiz

Een pedagogisch medewerker die contact zoekt met een logopediste van buitenaf is een vorm van...
A
interne communicatie
B
externe communicatie

Slide 16 - Quiz

Omstandigheden bepalen of beïnvloeden de communicatie:
Casus
Pedagogisch medewerkster Krista noemt een Turks jongetje een sloddervos. Een dag later spreekt de vader van het jongetje Krista hierop aan. De medewerkster heeft zijn zoon beledigd. Een vos is in de streek waar de vader opgroeide namelijk een slecht dier dat de kippen van de boeren opat. De vader eist excuses van Leroy.

Welke omstandigheden zorgen in bovenstaande casus voor de communicatiestoornis?

Heb je wel eens een communicatiestoornis ervaren in jouw stage? Zo ja, welke omstandigheden zorgden voor deze stoornis? 

Slide 17 - Diapositive

CASUS
Je hebt als BPV-begeleider een functioneringsgesprek met jouw stagiaire. 
Zij is de laatste tijd veel afwezig geweest en oogt vermoeid. Wanneer je vraagt naar de redenen van afwezigheid, geeft je stagiaire aan dat ze dit niet wilt delen en dat dit privé is. Ze vindt dat ze haar werkzaamheden naar behoren doet. 
Hoe zou jij dit gesprek aanpakken?



Slide 18 - Diapositive

Jouw rol in de communicatie
  •  gebruik van juiste woorden tegen juiste persoon
  •  timen van communicatie
  •  keuze van het communicatiemiddel (medium)
  •  zelfreflectie; geef juiste voorbeeld en kijk terug op je handelen
  •  geheimhouding en zwijgplicht
  • Denk ook aan de communicatieregels op social media!

Slide 19 - Diapositive

Om goed te kunnen coördineren dien je te beschikken over de volgende vaardigheden:
  • Communicatieve vaardigheden
  • Planningsvaardigheden
  • Begeleidingsvaardigheden
  • Leiderschapsvaardigheden 

Slide 20 - Diapositive

Planningsvaardigheden
Plannen: documenten binnen organisatie die bepaalde richtlijnen/werkwijze in handelen beschrijven

Planning: dit maak je om efficiënt en effectief te werk te gaan. Zorgt voor overzicht, structuur en verantwoordelijkheid. Ook wel: Plan van Aanpak.

Slide 21 - Diapositive

Wat voor soort plannen zijn er
binnen de kinderopvang?

Slide 22 - Carte mentale

Plannen
  •  (Pedagogisch) Beleidsplan
  • Vluchtplan
  • Observatieplan
  • Begeleidingsplan/handelingsplan
  • Activiteitenplan
  • Pedagogisch werkplan
  • Etc....

Slide 23 - Diapositive

Planning 

...volgens 6 W's

Waarom? Bedoeling van taak
Wat? Resultaten
Wie? Betrokkenen
Wanneer? Data 
Waar? Locatie
Welke wijze? Manieren 

Slide 24 - Diapositive

Ik vind van mijzelf dat ik goed kan plannen
Jazeker, ik ben geordend en heb overzicht en structuur
Plannen wel, maar het nakomen is een tweede
Niet echt, maar ik functioneer prima zo
Totaal niet en ik heb er echt last van

Slide 25 - Sondage

Casus
De KDV waar jij werkt bestaat 25 jaar. De locatiemanager wil een groot feest geven voor alle ouders en kinderen. Hij vraagt of jij de organisatie hiervan op je wilt nemen.

Slide 26 - Diapositive

Welke informatie heb je nodig om dit
goed te kunnen plannen?

Slide 27 - Carte mentale

Wat heb je nodig om goed te kunnen plannen?
  1. Overzicht van uit te voeren taken
  2. Inhoud per taak
  3. Tijdsindicatie per taak
  4. Prioritering van de taken (meest urgente en belangrijke als 1ste)
  5. Planning maken (houd rekening met enige speling/marge in je planning)




Slide 28 - Diapositive

Om goed te kunnen coördineren dien je te beschikken over de volgende vaardigheden:
  • Communicatieve vaardigheden
  • Planningsvaardigheden
  • Begeleidingsvaardigheden
  • Leiderschapsvaardigheden 

Slide 29 - Diapositive

Neem een goede BPV-begeleidster in gedachte. Welke begeleidingsvaardigheden had deze persoon?

Slide 30 - Carte mentale

Slide 31 - Diapositive

Begeleiding: hoe doe je dat?

 Maak groepjes.

 Beschrijf met je groep wat belangrijk is in de begeleiding van 1 van de 4 onderstaande:
  •  Een nieuwe collega
  •  Een stagiaire
  •  Een vrijwilliger
  •  Collega’s op de groep
Maak gebruik van hoofdstuk 18.4 ÉN je eigen mening. Werk dit uit op een A4 en maak hiervan vervolgens een foto. 



timer
20:00

Slide 32 - Diapositive

Begeleiden van een nieuwe collega

Slide 33 - Question ouverte

Begeleiden van een stagiaire

Slide 34 - Question ouverte

Begeleiden van een vrijwilliger

Slide 35 - Question ouverte

Begeleiden van collega's op de groep

Slide 36 - Question ouverte



Begeleiden van stagiaires


Wat betekenen de begrippen?

Slide 37 - Diapositive

Jouw rol in de begeleiding
  • Biedt begeleiding op maat
  • Zorg voor continuïteit in de begeleiding
  • Laat ruimte voor ieders eigen ontwikkeling
  • Zorg voor een goede afstemming tussen formele en informele begeleiding


Slide 38 - Diapositive

Om goed te kunnen coördineren dien je te beschikken over de volgende vaardigheden:
  • Communicatieve vaardigheden
  • Planningsvaardigheden
  • Begeleidingsvaardigheden
  • Leiderschapsvaardigheden 

Slide 39 - Diapositive

Leiderschapsvaardigheden
Als GPM'er dien je óók leiding te kunnen geven. Je geeft bijv. leiding aan kinderen, stagiaires, vrijwilligers en (nieuwe) collega's. De manier waarop je dit doet wordt bepaald door je karakter, opvoeding, leeftijd, ervaring, vaardigheden én je eigen visie. 
Welke manier van leiding geven past het beste bij jou?

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Groepsgesprek
Wat heeft het filmpje te maken met leiderschap?

Denk eens aan een goede docent/BPV-begeleider/collega. Welke vaardigheden had deze persoon op leiderschapsgebied, wat maakte dat je naar hem/haar luisterde?

Slide 42 - Diapositive

Belangrijk bij goed leiderschap
Heb lef en durf je te laten zien
Zorg dat mensen je volgen
Creeër gelijkwaardigheid 
Maak hetgeen je wil bereiken openbaar



Slide 43 - Diapositive

Vaardigheden van een coördinerend leider
  • proactief
  • ondernemend
  • doelgericht
  • scherp
  • kan prioriteiten stellen
  • enthousiast 
  • flexibel
  • open


  • eerlijk
  • coachend
  • heeft begrip en interesse in en voor de ander
  • is bereid tot samenwerken
  • zelfreflectie en zelfkritiek




Slide 44 - Diapositive

Wat is jouw leiderschapsstijl?
Lees de 5 leiderschapsstijlen in GPM-deel B, Hoofdstuk 18 (vanaf blz. 262).
Welke stijl past het beste bij jou en waarom?

Slide 45 - Question ouverte

Slide 46 - Diapositive

Beleidscyclus
Om een coördinerende taak uit te kunnen voeren dien je kennis te hebben van het beleid en de visie van jouw organisatie. Wat staat er in het beleid over jouw uit te voeren taak? Welke afspraken zijn er gemaakt of dienen er nog gemaakt te worden? Is dit in lijn met de visie van jouw organisatie?

Slide 47 - Diapositive

Beleidscyclus
Agendavorming Wat staat er in het beleid t.a.v. jouw uit te voeren taak?
Besluitvorming Welke afspraken dien je te maken en met wie alvorens je de taak kunt uitvoeren? 
Beleidsuitvoering  Hoe verloopt de uitvoering en met wie? Wat is hierin jouw rol?
Beleidsevaluatie Hoe wil je de taak evalueren en met wie? Welke feedback ontvang je?


Slide 48 - Diapositive

Bij effectieve communicatie komt de boodschap over zoals de zender bedoeld heeft
A
Juist
B
Onjuist

Slide 49 - Quiz

Een voorbeeld van een coördinerende taak is het leiden van een vergadering
A
Juist
B
Onjuist

Slide 50 - Quiz

Beheertaken zijn taken waarbij het zorgen voor onderlinge afstemming tussen collega's héél belangrijk is
A
Juist
B
Onjuist

Slide 51 - Quiz

Met medium wordt een middel bedoeld om via te communiceren. Bijv. email of gesprek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 52 - Quiz

De 6 W's kun je gebruiken voor het maken van een planning/draaiboek. Waar staan deze 6 W's voor?

Slide 53 - Question ouverte

Wanneer je een collega een tip geeft op de werkvloer is dit een voorbeeld van formele begeleiding.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 54 - Quiz

Een leiderschapsstijl waarbij je altijd luistert naar de adviezen en meningen van anderen is een autoritatieve leiderschapsstijl
A
Juist
B
Onjuist

Slide 55 - Quiz