Kraamzorg

Kraamzorg
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Kraamzorg

Slide 1 - Diapositive

Is het verplicht om kraamzorg te nemen?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Wat is een hoge temperatuur voor een baby?
A
Boven de 37,5 graden
B
Boven de 37 graden
C
Boven de 38 graden
D
Boven de 36 graden

Slide 3 - Quiz

Wat is een fundus?
A
Het stukje dat meestal wordt gehecht bij de vagina
B
Wanneer je meer dan een liter bloed verliest
C
De navelhoogte van de baarmoeder

Slide 4 - Quiz

Om de hoeveel tijd moet je een kruik verversen?
A
Minimaal om de 2 uur
B
Minimaal om de 4 uur
C
Minimaal 2 keer per dag
D
Met elke voeding

Slide 5 - Quiz

Waar tussen moet de hartslag van de pols van de kraamvrouw zijn?
A
Tussen 50-70
B
Tussen 60-90
C
Tussen 60-100
D
Tussen 80-100

Slide 6 - Quiz

De kraamvrouw heeft naweeen, wanneer trekt dit weg?
A
Dit duurt de eerste 8 dagen
B
Na 4 dagen zullen deze klachten verminderen
C
De dag na de bevalling trekt het weg
D
Na twee weken

Slide 7 - Quiz

Wat betekent hypertensie?
A
Hoge bloeddruk
B
Koortsstuipen
C
Lage bloeddruk
D
Hyperventileren

Slide 8 - Quiz

Wat betekent A-terme?
A
Laat geboren na 40 weken
B
Bovenste deel van de baarmoeder
C
Op tijd geboren tussen de 37 en 42 weken
D
Onderste deel van de baarmoeder

Slide 9 - Quiz

Wat betekent perineum?
A
Vergroeiing van spier of gewricht
B
Weefsel tussen vulva en anus
C
Hersenvliesontsteking
D
Baarmoederpijn

Slide 10 - Quiz

Wat betekent immatuur?
A
Zwangerschapshormonen
B
Onrijp 16-24 weken
C
Kind zonder hersenen
D
Beneden de 28 weken zwangerschap

Slide 11 - Quiz

Wat betekent een fluxus?
A
Kraamstuipen
B
Afscheiding uit de uterus in het kraambed
C
Overmatig bloedverlies wat meer dan een liter is
D
Wanneer een vrouw geen bloed verliest

Slide 12 - Quiz

Wat betekent prematuur?
A
De baby is te vroeg geboren
B
De baby is te klein geboren na 37 weken
C
De baby heeft een aangeboren afwijking
D
De baby is na 40 weken geboren

Slide 13 - Quiz

In welke landen is er kraamzorg?
A
Alle landen
B
Alleen in Nederland
C
Nederland en Duitsland
D
Nederland en Zwitserland

Slide 14 - Quiz

Zonder welk lichaamsdeel wordt een baby geboren?
A
Slagaders
B
Haarvaten
C
Knieschuiven
D
Bloedvaten

Slide 15 - Quiz

Wat kunnen baby's wel wat mensen niet kunnen?
A
Ademen en slikken tegelijk
B
Flexibel bewegen
C
Rennen/lopen
D
Goed boeren

Slide 16 - Quiz

Hoeveel luiers verbruikt een baby per jaar?
A
Ongeveer 3000
B
Ongeveer 2500 luiers
C
Ongeveer 4000 luiers
D
Ongeveer 8000

Slide 17 - Quiz

Hoeveel procent van de vrouwen bevalt op de uitgerekende datum?
A
8%
B
10%
C
4%
D
12%

Slide 18 - Quiz

Per hoeveel seconden wordt er een wereldwijd een baby geboren?
A
Elke 60 seconden
B
Elke 30 seconden
C
Elke 10 seconden
D
Elke 4 seconden

Slide 19 - Quiz

Baby's hebben vaak de hik, waarom?
A
De longen kunnen te snel drinken nog niet aan
B
Zo leren ze hun ademhalingsspieren te controleren
C
Zo vergroten ze de inhoud van hun longen

Slide 20 - Quiz