THA1: Woordenschat test jezelf

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

Woordenschat

Test jezelf

Opdracht 1

Sleep de synoniemen op elkaar (sleep van links naar rechts).

ruzie

overheersen

souvenir

vriendschappelijk

visite

aandenken

amicaal

bonje

domineren

bezoek

kwaadspreken

eerlijk

gezellig

voordelig

precies

gunstig

knus

nauwgezet

oprecht

roddelen

1) Wat is de betekenis van 'bejegenen'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

2) Wat is de betekenis van 'analyseerde'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

3) Wat is de betekenis van 'duo's'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

4) Wat is de betekenis van 'verbroedert'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

5) Wat is de betekenis van 'experimenten'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

6) Wat is de betekenis van 'sympathieker'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

7) Wat is de betekenis van 'relaties'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

8) Wat is de betekenis van 'beleid'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

9) Wat is de betekenis van 'bevreesd'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

10) Wat is de betekenis van 'insteek'?

Kies uit: aanpak - aanpak - aardiger - bang - behandelen - onderzocht - proeven -tweetallen - verbindt - verhoudingen

Maken

Maken opdracht 3 en 6 blz. 25-27. Dit is huiswerk.

Maak alle opdrachten in je schrift, want deze woorden moet je gaan leren voor een toets. 

Zorg ook dat de antwoorden van opdracht  1, 2 en 4 goed in je schrift staan.

Let op: sla opdracht 5 nog even over!