Plein M KGT 1 - 1.3

Plein M KGT 1 - 1.3
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Plein M KGT 1 - 1.3

Slide 1 - Diapositive

Aantekeningen

Slide 2 - Diapositive

Boekopdrachten

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 1 
Samen 

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 2 

Slide 5 - Diapositive

2.a

Slide 6 - Question ouverte

2.b
A
voeding
B
kleding
C
onderdak
D
gezondheidszorg

Slide 7 - Quiz

2.c
A
voeding
B
kleding
C
onderdak
D
gezondheidszorg

Slide 8 - Quiz

Opdracht 3 

Slide 9 - Diapositive

3.a
A
minder dan 5%
B
5 - 15 %
C
15 - 25 %
D
25 - 35%

Slide 10 - Quiz

3.b
A
minder dan 5%
B
5 - 15 %
C
15 - 25 %
D
25 - 35%

Slide 11 - Quiz

Opdracht 4 

Slide 12 - Diapositive

Er is altijd elektriciteit
A
Nederland
B
Krottenwijk

Slide 13 - Quiz

Er is grote kans op lekkage bij regen .
A
Nederland
B
Krottenwijk

Slide 14 - Quiz

Er is schoon en veilig drinkwater
A
Nederland
B
Krottenwijk

Slide 15 - Quiz

Er is een toiletgebouw voor gezamenlijk gebruik
A
Nederland
B
Krottenwijk

Slide 16 - Quiz

Inwoners van een stad bepalen zelf waar huizen worden gebouwd
A
Nederland
B
Krottenwijk

Slide 17 - Quiz

Voorzieningen als wc, water, elektriciteit zijn goed geregeld
A
Nederland
B
Krottenwijk

Slide 18 - Quiz

Basisbehoeften zijn niet goed geregeld
A
Nederland
B
Krottenwijk

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Opdracht 5 

Slide 21 - Diapositive

5.a) Deel van de economie waarin mensen geen vaste baan hebben en hun geld verdienen door los-vaste baantjes
A
Krottenwijk
B
Scharreleconomie
C
Welzijn
D
Welvaart

Slide 22 - Quiz

5.b.1
A
arm land
B
rijk land

Slide 23 - Quiz

5.b.2
A
arm land
B
rijk land

Slide 24 - Quiz

5.b.3
A
arm land
B
rijk land

Slide 25 - Quiz

5.b.4
A
arm land
B
rijk land

Slide 26 - Quiz

Opdracht 7 

Slide 27 - Diapositive

7.a/b) De rijkdom van een land gemeten op basis van geld (bnp/hoofd)
A
Welzijn
B
Welvaart

Slide 28 - Quiz

7.a/b) De rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden
A
Welzijn
B
Welvaart

Slide 29 - Quiz

Maak in je boek
Opdracht 7, 8, 9

 

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Maak opdracht 8 in je boek.
Let op!
Bron 24 komt ook in de toets. 

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Maak opdracht 9 in je boek. 

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Oefentoetsvragen

Slide 36 - Diapositive

1) Wat is een voorbeeld van een basisbehoefte?
A
Elke dag chips eten
B
Elke maand nieuwe broek kopen
C
Bij pijn naar de dokter gaan
D
Op vakantie gaan

Slide 37 - Quiz

3) Bekijk bron 19. Leg met een voorbeeld uit dat de basisbehoefte 'onderdak' voor die vrouw iets anders betekent dan voor jou.

Slide 38 - Question ouverte

5) Welke omschrijvingen (2) horen bij een rijk land?
A
elke dag met auto naar werk
B
auto wassen op straat voor geld
C
op het strand lopen en fruit verkopen
D
Netflix kijken

Slide 39 - Quiz

7) Welke van de vier antwoorden hoort NIET ALLEEN bij welzijn?
A
alfabetiseringsgraad
B
koopkracht
C
levensverwachting
D
levensomstandigheden

Slide 40 - Quiz

8) Kijk naar bron 24.
Wat is het verband tussen alfabetiseringsgraad en levensverwachting?

Slide 41 - Question ouverte

9.a) Arme landen hebben de basisbehoeften goed geregeld.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 42 - Quiz

9.b) In een scharreleconomie hebben mensen geen vaste baan.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 43 - Quiz

9.c) Sporten is een basisbehoefte.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 44 - Quiz

9.d) Welvaart meet rijkdom op basis van alfabetiseringsgraad.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 45 - Quiz

10.a) De koopkracht is in alle landen van de wereld anders.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 46 - Quiz

10.b) De welvaart wordt bepaald door het bnp/hoofd.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 47 - Quiz

10.c) Het bnp/hoofd laat het gemiddelde inkomen van een land zien.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 48 - Quiz

10.d) Het geld dat wordt verdiend in de scharreleconomie zie je terug in het bnp/hoofd.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 49 - Quiz

HT9) Een ander woord voor hulp van een ziekenhuis is ...
A
kleding
B
onderdak
C
onderwijs
D
gezondheidszorg

Slide 50 - Quiz

HT10) In Nederland worden mensen gemiddeld 85 jaar oud.
Dit hoort bij:
A
Welzijn
B
Welvaart

Slide 51 - Quiz