Herhaling hindoeïsme

Leg uit wat atman en brahman is en wat zij met elkaar te maken hebben.
1 / 28
suivant
Slide 1: Question ouverte
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Leg uit wat atman en brahman is en wat zij met elkaar te maken hebben.

Slide 1 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Karma is...
A
boontje komt om zijn loontje.
B
eigen schuld, dikke bult.
C
de wet van oorzaak en gevolg.
D
de beloning voor goede daden.

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het spirituele doel waar een hindoe naar streeft?
A
nirvana
B
moksha
C
verlichting
D
uitdoving

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 2 begrippen zie je hier afgebeeld? Leg ze uit.

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verklaar waarom hindoes niet begraven maar gecremeerd worden.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de relatie van het hindoeïsme met India?
A
Het hindoeïsme is in India ontstaan.
B
Elke hindoe moet minstens 1x in zijn / haar leven op bedevaart geweest zijn naar India.
C
De meeste hindoe's wonen in India.
D
Hindoeïsme is de staatsgodsdienst in India.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verklaar de grote verscheidenheid binnen het hindoeïsme.
A
Geen algemene geloofsbelijdenis
B
Geen duidelijk afgeronde openbaring; er zijn duizenden heilige teksten.
C
Hindoeïsme is de verzamelnaam voor heel veel religies uit India.
D
Er staat aan het begin van het hindoeïsme niet één persoon of profeet.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

monotheïstisch
polytheïstisch
monistisch
agnostisch
atheïstisch
Het geloof in meerdere goden. 
Het geloof in 1 God. 
Het geloof in een kracht in het universum.
Het besef dat we niet kunnen weten of Goden wel/niet bestaan. 
Het geloof dat Goden niet bestaan.  

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ganesha
Brahma
Vishnu
De vernietiger.
God van wijsheid en geluk
De instandhouder. 
Beschermer van het universum.
Shiva
De schepper.
Heeft 10 avatara's.
   Trimurti

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Krishna is een avatar(a) van Vishnu. Leg uit waarom het juist Vishnu is die als avatar naar de aarde komt.

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het ritueel dat je hier ziet?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Als er iets over is van de prasaad (voedsel voor de Goden)mogen mensen het zelf opeten. Leg uit waarom dit niet in strijd is met de reinheidsvoorschriften.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kenmerken horen bij een traditioneel hindoe-huwelijk?
A
Een verbond tussen 2 families en een bruidsschat.
B
Matchen de horoscopen?
C
De vrouw trekt in bij de familie van de man.
D
Je trouwt met iemand uit dezelfde kast.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de twee basisregels van het kastestelsel?
A
Trouwen binnen dezelfde kaste en eten binnen dezelfde kaste.
B
Vriendschap binnen dezelfde kaste en wonen binnen dezelfde kaste.
C
Eten binnen dezelfde kaste en wonen binnen dezelfde kaste.
D
Eten binnen dezelfde kaste en naar school gaan met mensen uit dezelfde kaste.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Brahmanen
Ksatriya's
Vaishya's
Shudra's
avarna
priesters
Adelstand: krijgers en bestuurders.
Het reinst. 
Dienstbaarheid aan de hogere groepen.
Dode dieren opruimen, bewerken leer, maken het riool schoon. 
dalits ; de onderdrukten. 
boeren en handelaren.
harijans: kinderen van God. 
Vallen buiten het kastenstelsel.
Het minst rein. 
Kok's

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar is de indeling van het kaste-stelsel op gebaseerd?
A
Op opleidingsniveau; hoe hoger, des te hoger.
B
Op intelligentie: hoe slimmer des te hoger.
C
Op reinheid; hoe reiner des te hoger.
D
Op sociaal-economische status; hoe rijker des te hoger.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 4 voorbeelden van de minderwaardige positie van vrouwen.

Slide 17 - Question ouverte

1. De belangrijkste religieuze taken worden door mannen uitgevoerd. 
2. Mannen en zonen vormen de kern van de familie; vrouwen worden lid van de familie van hun. man. 
3. De familie van de vrouw moet een bruidschat betalen. 
4. Een weduwe mag niet hertrouwen (een man wel), wordt als ongeluk brengend gezien en veel van haar rechten worden haar afgenomen.
Welke twee principes (in het Sanskriet!) hanteerde Gandhi? Noteer ook de betekenis.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemde Gandhi de kastenlozen?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hindoes
Hindostanen
Gericht op Suriname en op India
Hindoes en moslims
Hindoes
Gericht op India. 
Ontwikkelde zich vooral tot een familiereligie. 
Men kon immers niet naar tempels. 
Kastenstelsel is minder relevant. 
Gewerkt op de plantages in Suriname
Per boot vervoerd van India naar Suriname.

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk feest wordt hier gevierd?
A
Een hindoehuwelijk
B
Holi
C
Diwali
D
Puja

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit met welk doel yoga in het westen en met welk doel in het oosten wordt beoefend.

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een mantra?
A
een heilige spreuk
B
een goeroe
C
een asceet
D
een heilig boek

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit waarom hindoes zo veel heilige teksten hebben.

Slide 24 - Question ouverte

Het Hindoeïsme kent geen duidelijk afgebakende openbaring. 
Omdat het hindoeïsme geen eenheid is zijn er duizenden heilige teksten. 
Dharma is
A
de leer van het hindoeïsme
B
plicht, taak, evenwicht in het universum
C
De taak van Vishnu; het beschermen van de aarde.
D
Een manier om aan moksha te werken.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Krishna legt Arjuna uit dat er 3 wegen tot verlossing zijn. Hij adviseert hem om gewoon te gaan vechten. Waarom zou het verstandig zijn om het advies van Krishna op te volgen?
A
Omdat het de dharma is van Arjuna om te gaan strijden.
B
Omdat Krishna het beste voor heeft met Arjuna.
C
Omdat Krishna een avatar van vishnu is.
D
Omdat Arjuna anders in de gedood wordt door zijn tegenstanders.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn volgens Krishna de drie wegen tot verlossing (moksha)?

Slide 27 - Question ouverte

Jnana marga: de weg van het inzicht. Het diepe besef dat in ieder wezen een atman huist; een ziel die onsterfelijk is. Hierbij hoort het idee dat de atman samenvalt met brahman. 

Karma marga: de weg van handelen. Iedere handeling leidt tot karma. Daaraan kan geen enkel wezen zich onttrekken. Niet handelen is ook handelen. Arjuna moet vechten omdat hij als ksatriya geboren is. Vechten is onderdeel van zijn dharma; zijn verplichtingen naar de wereld toe. 


Bhakti Marga; de weg van devotie. Je kunt het resultaat van je handeling aan Krishna overdragen als een daad van devotie. 
Hoe goed beheers je de stof over het hindoeïsme al?
De stof is wel heel diep weggezakt...
Multiple-choice lukt; open vragen minder.
Ik herken de stof, reproduceren lukt nog niet.
Ik ken vrijwel alles; nog een paar puntjes op de i
Ik ken alles!

Slide 28 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions