Unit 4.1 (08-02)

Hello V1KT1! :) 





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hello V1KT1! :) 





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!

Slide 1 - Diapositive

Today:
1. Recap
2. Homework check
3. Grammar:
present simple
4. Get to work!
5. Checking goals
6. Homework




Goals (aan het einde van de les...) :

- Weet je wat de present simple inhoudt en hoe je die gebruikt.
- Heb je geoefend met de present simple.
- Heb je goed meegedaan. 

Slide 2 - Diapositive

1. Recap
Tijdens de recap ben je stil. Bij vragen of opmerkingen steek je je vinger op.

Slide 3 - Diapositive

1. Recap
  1. Wat was ook al weer het thema van unit 4?
  2. Kun je een aantal voorbeelden noemen van wat 'media' is?
  3. Wat kun je doen als je woorden tegenkomt in een leestekst die je niet kent? 
Tijdens de recap ben je stil. Bij vragen of opmerkingen steek je je vinger op.

Slide 4 - Diapositive

1. Recap
MEDIA:
Alle middelen die worden gebruikt om informatie over te brengen / verspreiden naar anderen.


newspaper
social media
television
radio
internet
video games
magazines

Slide 5 - Diapositive

1. Recap
Wat doe je bij onbekende woorden?
  • Soms kun je de betekenis van een Engels woord afleiden van andere Engelse woorden die je wél kent.
  • Soms kun je de betekenis van een Engels woord afleiden uit de rest van de zin of de tekst eromheen (context).
  • Sommige Engelse woorden lijken heel erg op Nederlandse (of een andere taal) woorden.

Tijdens de uitleg ben je stil. Bij vragen / opmerkingen steek je je vinger op.

Slide 6 - Diapositive

2. Homework check
Wat was het huiswerk?
Maken: opdr. 1 t/m 5 
Leren: vocabulary lesson 1

Ik kom controleren (p. 132).
Terwijl ik langsloop mag je zachtjes met je buurman / buurvrouw kletsen.

Slide 7 - Diapositive

2. Homework check
Wat was het huiswerk?
Maken: opdr. 1 t/m 5 
Leren: vocabulary lesson 1

We kijken samen opdracht 3 en 4 na.
Terwijl ik langsloop mag je zachtjes met je buurman / buurvrouw kletsen.

Slide 8 - Diapositive

3. Grammar: present simple

Slide 9 - Diapositive

What is something you always do?
I always...

Slide 10 - Question ouverte

What is something you never do?
I never...

Slide 11 - Question ouverte

3. Grammar: present simple
Je gebruikt de present simple als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.

I always eat dinner at 6 o'clock.
I never go to school by bus.

Tijdens de uitleg ben je stil. Steek je vinger op als je een vraag / opmerking hebt.

Slide 12 - Diapositive

3. Grammar: present simple
Bevestigend

I write a message.
You write a message.
He / she / it writes a message.
We write a message.
You write a message.
They write a message.

SHIT rule:
He / she / it krijgen een -s achter het werkwoord!

Slide 13 - Diapositive

I ... a song.
A
sing
B
sings

Slide 14 - Quiz

You ... a new phone.
A
want
B
wants

Slide 15 - Quiz

Max ... he is friendly.
A
think
B
thinks

Slide 16 - Quiz

3. Grammar: present simple
Als een werkwoord op een -o eindigt, plak je er bij he, she en it
-es achter.

I go to school every day.
She goes to school every day.

Slide 17 - Diapositive

3. Grammar: present simple
ontkennend
Je maakt zinnen ontkennend met don’t / doesn’t. Je zet don’t / doesn’t (bij he/she/it) voor het hele werkwoord.

I don’t want any pasta.
You don’t want any pasta.
He / She / It doesn’t want any pasta.
We don’t want any pasta.
You don’t want any pasta.
They don’t want any pasta.


Slide 18 - Diapositive

Maak de zin ontkennend:
You hate chocolate.

Slide 19 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend:
He loves school.

Slide 20 - Question ouverte

3. Grammar: present simple
vragend
Je maakt vragen met do / does (bij he/she/it).

Do I like green?
Do you like green?
Does he / she like green?
Do we like green?
Do you like green?
Do they like green?

Slide 21 - Diapositive

Maak de zin vragend:
We walk to school.

Slide 22 - Question ouverte

Maak de zin vragend:
I call Sarah every day.

Slide 23 - Question ouverte

4. Get to work
Do:
Present simple
  • Werkbladen over de present simple.

We kijken de antwoorden zo samen na.
Gebruik je boek!

Klaar? 
Opdr. 6 in je werkboek






How?
- Voor jezelf of in tweetallen.
- Zachtjes overleggen (fluistertoon).
- Steek je hand op bij vragen.
- Géén muziek.




timer
7:00

Slide 24 - Diapositive

4. Get to work
Do:
Unit 4.1 reading
  • Opdracht 6 & 7 (p. 133)





Klaar? 
Leren vocabulary lesson 2






How?
- Voor jezelf of in tweetallen.
- Zachtjes overleggen (fluistertoon).
- Steek je hand op bij vragen.
- Muziek via chromebook
- Tijd tot het einde van de les.




Slide 25 - Diapositive

5. Checking goals
- Wanneer gebruik je de present simple?
- Vertaal de zin: Ik bak altijd pannenkoeken.

Slide 26 - Question ouverte

     6. Homework
Voor donderdag 10 februari (5e uur):


Unit 4.1 reading
Maken: Opdr. 6 & 7
Leren: Vocabulary lesson 2


Slide 27 - Diapositive