Les métiers H4
la pâtisserie
A
de bakker
B
de slager
C
de banketbakker
D
de kruidenier
1 / 20
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
la pâtisserie
A
de bakker
B
de slager
C
de banketbakker
D
de kruidenier
Slide 1 - Quiz
la boutique
A
het beheer
B
de winkel
C
de bloemist
D
het product
Slide 2 - Quiz
l'enseignement secondaire
A
basisschool
B
hoger onderwijs
C
middelbare school
D
de universiteit
Slide 3 - Quiz
l'éducation
A
het onderwijs
B
de opvoeding
Slide 4 - Quiz
de opleiding
A
la formation
B
l'éducation
Slide 5 - Quiz
passer le bac
A
zakken voor je eindexamen
B
met de pont gaan
C
passeren
D
eindexamen doen
Slide 6 - Quiz
le concours
A
de cursus
B
de les
C
het toelatingsexamen
D
het eindexamen
Slide 7 - Quiz
le gâteau =
Slide 8 - Question ouverte
à l'étranger =
Slide 9 - Question ouverte
de keus
A
le choix
B
l'effort
C
le chiffre
D
la filière
Slide 10 - Quiz
le projet d'avenir
A
vakantieplannen
B
toekomstplannen
C
huiswerk
D
vakken op school
Slide 11 - Quiz
noem 3 vakken in het Frans als je een profiel ES volgt
Slide 12 - Question ouverte
améliorer is een synoniem van
A
perfectionner
B
travailler
C
étudier
D
chanter
Slide 13 - Quiz
vertaal: mijn vakken zijn..
Slide 14 - Question ouverte
vertaal: ik wil...studeren
Slide 15 - Question ouverte
le sport de combat =
A
hockey
B
tennissen
C
paardrijden
D
een vechtsport
Slide 16 - Quiz
ne..rien =
A
niemand
B
geen
C
niets
D
nooit
Slide 17 - Quiz
ne..pas du tout=
A
slechts
B
helemaal niet
C
nooit meer
D
nog niet
Slide 18 - Quiz
ne..aucun(e)=
A
nooit
B
niet
C
geen enkele
D
nergens
Slide 19 - Quiz
Laura n'a aucune mauvaise note=
A
Laura heeft alleen slechte cijfers
B
Laura heeft geen enkel slecht cijfer
