Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Weer en klimaat
Slide 3 - Carte mentale
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Vidéo
Weer of klimaat?
Morgen wordt het mooi weer. 25 graden en af en toe een klein buitje.
A
Weer
B
Klimaat
Slide 6 - Quiz
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
A
Het is het zelfde
B
Het weer is klimaat over een lange periode
C
Het klimaat is weer over lange periode
D
Het klimaat is weer over lange periode + groot gebied
Slide 7 - Quiz
Welk begrip hoort bij deze beschrijving: regen, sneeuw, hagel en ijzel?
A
weer
B
neerslag
C
klimaat
Slide 8 - Quiz
Wat bepaald het klimaat?
A
Het klimaat is onvoorspelbaar, zoals het weer
B
Climate is a Chinese hoax
C
Warmte en neerslag
D
Afstand van de zee
Slide 9 - Quiz
Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind
B
Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar
C
Je meet het weer over lange tijd
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur
Slide 10 - Quiz
Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind
B
Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar
C
Je meet het weer over lange tijd
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur
Slide 11 - Quiz
Twee beweringen: I Als je met vakantie naar een ver land gaat en je weet welk klimaat dat land heeft dan weet je ook wat voor weer het zal zijn. II Als je met vakantie bent in een ver land en je bent er dertig dagen geweest, dan weet je ook wat voor klimaat dat land heeft.