Monniken & ridders 500-1000

Monniken & ridders 500-1000

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je de groei en organisatie van het christendom uitleggen.
• Aan het einde van de les kun je de oorsprong en verspreiding van de islam beschrijven.
• Aan het einde van de les kun je de belangrijke figuren en concepten van beide religies benoemen.

Wat weet je al over de groei en organisatie van het christendom en de oorsprong en verspreiding van de islam?

Monniken & ridders 500-1000

Dit hoofdstuk bespreekt de periode van 500-1000, waarin de invloed van monniken en ridders centraal stond. Het bespreekt de groei en organisatie van het christendom, met nadruk op de rol van de kerk en zijn hiërarchie. Daarnaast wordt de oorsprong en verspreiding van de islam beschreven, met bijzondere aandacht voor de figuur van Mohammed en de concepten van jihad en hemel. Het belang van geloof in het dagelijks leven en de rol van kloosters en monniken in de verspreiding van kennis worden ook besproken.

Het leven en de invloed van Mohammed

• Mohammed: Stichter van de islam
• Belangrijke concepten: jihad en hemel

De groei en organisatie van het christendom

• Rol van de kerk en zijn hiërarchie
• Bisdommen onder het gezag van bisschoppen
• Rol van monniken en kloosters in de verspreiding van kennis

De oorsprong en verspreiding van de islam

• Islam: Monotheïstische religie opgericht door Mohammed
• Verspreiding van de islam
• Belangrijke figuren en concepten

Het concept van de jihad en de hemel in de islam

• Jihad: Strijd tegen ongeloof
• Hemel: Beloning voor gelovigen

Het belang van geloof in het dagelijks leven

• Rol van geloof in het dagelijks leven
• Invloed op sociale en politieke structuren

De rol van kloosters en monniken in de verspreiding van kennis

• Monniken: Religieuze personen die in kloosters wonen
• Kloosters als centra van kennis
• Verspreiding van kennis door monniken

Belangrijke termen

• Monnik: Religieus persoon die in een klooster woont en zich aan een leven van gebed en werk wijdt
• Islam: Monotheïstische religie, opgericht door Mohammed, die zich richt op de onderwerping aan God
• Christendom: Monotheïstische religie gebaseerd op het leven en de leer van Jezus Christus
• Jihad: Islamitisch concept dat verwijst naar de strijd tegen ongeloof, kan zowel een persoonlijke spirituele strijd zijn als een fysieke strijd
• Bisdom: Kerkelijke provincie onder het gezag van een bisschop
• Reliek: Object, vaak een deel van het lichaam of een persoonlijk item van een heilige, dat als heilig wordt beschouwd

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.