v1 check 3.4. en uitleg 3.5.
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Woordformule:
Hoeveel verdien je bij 7 dozen?
Hoeveel verdien je bij 7 dozen?
verdienste∈euro′s=8+0,5⋅aantaldozen
A
8 euro
B
11,50 euro
C
8,5 euro
D
Ik weet het niet
Slide 3 - Quiz
Woordformule:
Hoeveel dozen moet je vervoeren om 12 euro te verdienen?
Hoeveel dozen moet je vervoeren om 12 euro te verdienen?
verdienste in euro′s=8+0,5⋅aantaldozen
A
4 dozen
B
8 dozen
C
6 dozen
D
Dat weet ik niet
Slide 4 - Quiz
De vaste kosten gaan met €2,50 omhoog.
Wat is de nieuwe woordformule?
A
bedrag in euro's =
21 . aantal dagen + 10
B
bedrag in euro's =
23,50 . aantal dagen + 7,50
C
bedrag in euro's =
23,50 . aantal dagen + 10
D
bedrag in euro's =
2,50 . aantal dagen + 7,50
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Maak van deze woordformule een letterformule
kosten = 2 + 0,50 * aantal km
kosten = 2 + 0,50 * aantal km
A
k = 2 + 0,50
B
k = 2 + 0,50a
C
k = 2a + 0,50
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Bereken
15 + 5c voor c = 0
15 + 5c voor c = 0
Slide 10 - Question ouverte
Bereken 5 + (d + 9) voor d = -8
