Deeltaak 4 Week 2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 3

Deeltaak 4 Week 2

Hattet ihr schöne Ferien??

Im nächsten Slide könnt ihr in Stichworten "erzählen"was ihr gemacht habt. 

Ferien

Lernziele für heute

- Ihr könnt eine Reportage über die Berufswahl verstehen

- Ihr könnt wichtige Details aus einer Reportage verstehen

- Ihr lernt die starken Verben mit a im Stamm zu deklinieren

(vervoegen) 

Planung für heute

Planning:

 - Aufgabe  13 hören

- Erklärung sterke werkwoorden met  a in de stam

- afsluiting

              

Berufsberatungscamp

Seite 60, Aufgabe 13

Lies die Einleitung!
Was kann man in einem Berufsberatungscamp machen?

Augabe 13 B

Höre dir die Einleitung an und kreuze alle richtigen Antworten an. ( Zet ze daarna in de chat van Teams)

https:

Höre dir die Reportage an und kreuze an: richtig oder falsch. Maak dan een foto en lever deze in.

Antworten

1 R, 2F, 3F, 4R, 5F, 6R, 7F

Hoeveel had je goed? Zet het in de chat!

Sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden noemen we werkwoorden die in de verleden tijd klinkerverandering krijgen. 

Bijna altijd geldt: in het Nederlands sterk, in het Duits sterk. 

(z.B.: schlafen, fahren, lesen,...)

Sterke werkwoorden

met a-Umlaut

Welche Formen fallen auf?
ich fahre, du fährst, er/sie/es fährt, wir fahren, ihr fahrt, sie/ Sie fahren

1. ich
2. du, er/sie/es
3. wir, ihr
4. Sie + sie

Sterke werkwoorden met a-Umlaut

Sterke werkwoorden met een a in de stam krijgen in de tegenwoordige tijd bij du en er/ sie/ es/ man een Umlaut: ä

schlafen:

ich schlafe

du schläfst

Sterke werkwoorden met a-Umlaut

Welche Form stimmt?
schlafen: wij slapen (tegenwoordige tijd)

1. wir schlafen
2. wir schläfen

Welche Form stimmt?
tragen: jij draagt (tegenwoordige tijd)

1. du tragt
2. du trägst
3. du tragest
4. du tragst

Schreibe die richtige Form auf Deutsch auf.
wachsen (groeien):
De plant groeit = Die Pflanze ......

Schreibe die richtige Form auf Deutsch auf.
Robert (fahren) ______ oft in die Ferien.

Weet je hoe je een sterk werkwoord herkend en hoe je een sterk werkwoord met a in de stam moet vervoegen?

ja

nee

Sterke werkwoorden met a-Umlaut

Habt ihr noch Fragen?

Diese Woche: 

Baustein 3, 4 und 5 (Wortschatz, Lesen und Grammatica (sterke werkwoorden met a in de stam)

Luisterdossier