‹Revenir à la recherche

Unit 2 lesson 2

Welcome!
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome!

Slide 1 - Diapositive

Today

- explain can/can't
- explain Telling the time
- work on exercises
- Quizlet

Slide 2 - Diapositive

https:

Slide 3 - Lien

can / can't
Om te zeggen dat je iets kunt of mag gebruik je
het hulpwerkwoord 'can'

Om te zeggen dat je iets niet kunt of niet mag gebruik je 'can't (cannot)'

Can en can't (cannot) worden altijd gevolgd door het hele werkwoord!

Slide 4 - Diapositive

can / can't
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
I can ...
I can't ...
Can I ...?
You can ...
You can't ...
Can you ...?
He / She / It can ...
He / She / It can't ...
Can he/she/it ...?
We can ...
We can't ...
Can we ...?
You can ...
You can't ...
Can you ...?
They can ...
They can't ...
Can they ...?

Slide 5 - Diapositive

FINISH THE SENTENCE:
☺: (...) you write a story?
A
can
B
can't

Slide 6 - Quiz

FINISH THE SENTENCE:
☹: You (...) make a school paper alone.
A
can
B
can't

Slide 7 - Quiz

Telling the time

Slide 8 - Diapositive

Telling the time

  • past: alle tijden vanaf het hele uur tot het halve uur 
  • to: alle tijden vanaf het halve uur tot het hele uur
  • Let op 1: hele uren noem je ... o'clock
  • Let op 2: halve uren krijgen past (half past ... )
  • Let op 3: bij tijden gebruik je in het Nederlands 'om',                     in het Engels gebruik je 'at'                                               > om één uur = at one o'clock
Het Engels kent maar 2 kloktijden:

Slide 9 - Diapositive

Telling the time

  • past: alle tijden vanaf het hele uur tot het halve uur 
  • to: alle tijden vanaf het halve uur tot het hele uur
  • Let op 1: hele uren noem je ... o'clock
  • Let op 2: halve uren krijgen past (half past ... )
  • Let op 3: bij tijden gebruik je in het Nederlands 'om',                     in het Engels gebruik je 'at'                                               > om één uur = at one o'clock
Het Engels kent maar 2 kloktijden:

Slide 10 - Diapositive

Telling the time

  • past: alle tijden vanaf het hele uur tot het halve uur 
  • to: alle tijden vanaf het halve uur tot het hele uur
  • Let op 1: hele uren noem je ... o'clock
  • Let op 2: halve uren krijgen past (half past ... )
  • Let op 3: bij tijden gebruik je in het Nederlands 'om',                     in het Engels gebruik je 'at'                                               > om één uur = at one o'clock
Het Engels kent maar 2 kloktijden:

Slide 11 - Diapositive

Telling the time

  • past: alle tijden vanaf het hele uur tot het halve uur 
  • to: alle tijden vanaf het halve uur tot het hele uur
  • Let op 1: hele uren noem je ... o'clock
  • Let op 2: halve uren krijgen past (half past ... )
  • Let op 3: bij tijden gebruik je in het Nederlands 'om',                     in het Engels gebruik je 'at'                                               > om één uur = at one o'clock
Het Engels kent maar 2 kloktijden:

Slide 12 - Diapositive

Telling the time

  • past: alle tijden vanaf het hele uur tot het halve uur 
  • to: alle tijden vanaf het halve uur tot het hele uur
  • Let op 1: hele uren noem je ... o'clock
  • Let op 2: halve uren krijgen past (half past ... )
  • Let op 3: bij tijden gebruik je in het Nederlands 'om',                     in het Engels gebruik je 'at'                                               > om één uur = at one o'clock
Het Engels kent maar 2 kloktijden:

Slide 13 - Diapositive

Telling the time

  • past: alle tijden vanaf het hele uur tot het halve uur 
  • to: alle tijden vanaf het halve uur tot het hele uur
  • Let op 1: hele uren noem je ... o'clock
  • Let op 2: halve uren krijgen past (half past ... )
  • Let op 3: bij tijden gebruik je in het Nederlands 'om',                     in het Engels gebruik je 'at'                                               > om één uur = at one o'clock
Het Engels kent maar 2 kloktijden:

Slide 14 - Diapositive

Telling the time

Slide 15 - Diapositive

Telling the time
Watch this video:

Telling the time


 


Slide 16 - Diapositive

Hoe laat is het? 11:15

Slide 17 - Question ouverte

Hoe laat is het? 00:30

Slide 18 - Question ouverte

Hoe laat is het? 8:45

Slide 19 - Question ouverte

Hoe laat is het? 19:28

Slide 20 - Question ouverte

Hoe laat is het? 14:51

Slide 21 - Question ouverte

January
February
Sunday
Saturday
Friday
Thursday
Wednesday
Tuesday
Monday
December
November
October
September
August
July
June
May
April
March
Months
Days

Slide 22 - Question de remorquage

Wat is er heel belangrijk bij dagen en maanden?

Slide 23 - Carte mentale

Today
In je agenda voor de volgende les Engels:

BB: 12A, 13A, 14, 15, 16, 17A, 18, 20 en 21
KB/TL: opdr. 11, 13, 15A, 16A, 17 en 18

Slide 24 - Diapositive

https:

Slide 25 - Lien

Plus de leçons comme celle-ci

Unit 2 lesson 2

- Leçon avec 18 diapositives
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Ch2 Telling time

- Leçon avec 25 diapositives
Voortgezet speciaal onderwijs

English theme 2

- Leçon avec 15 diapositives
EngelsMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsLeerjaar 1

Unit 1, lesson 4 (LRN)

- Leçon avec 17 diapositives
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

unit 2 selftest

- Leçon avec 25 diapositives
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Lesson seven

- Leçon avec 38 diapositives
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Kloktijden

- Leçon avec 21 diapositives
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Lesson six

- Leçon avec 43 diapositives
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1