De Europese Unie
1 / 22
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoeveel landen zijn er in Europa?
A
27
B
28
C
51
D
52
Slide 2 - Quiz
Hoeveel landen zitten er
in de Europese Unie?
in de Europese Unie?
Slide 3 - Question ouverte
Welke twee landen staan
aan de basis van de Europese Unie?
aan de basis van de Europese Unie?
A
Frankrijk en België
B
Oost-Duitsland en België
C
Frankrijk en West-Duitsland
D
Frankrijk en Italië
Slide 4 - Quiz
Rond welke twee producten werd
een eerste samenwerkingsverband opgericht?
een eerste samenwerkingsverband opgericht?
A
Gas en graan
B
Kolen en staal
C
Olie en kolen
D
Graan en staal
Slide 5 - Quiz
Binnen de Europese interne markt
is er een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en k...
is er een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en k...
Slide 6 - Question ouverte
Wie heeft het idee van de
Europese samenwerking voor het eerst naar voren gebracht?
Europese samenwerking voor het eerst naar voren gebracht?
A
Van Rompuy
B
Monnet
C
Schumann
D
Michel
Slide 7 - Quiz
Op welke dag viert
de Europese Unie haar feestdag?
de Europese Unie haar feestdag?
A
9 mei
B
8 maart
C
24 mei
D
1 januari
Slide 8 - Quiz
De Europese samenwerking was in de eerste jaren vooral ... van aard.
A
Politiek
B
Sociaal
C
Economisch
D
Alle vorige antwoorden
Slide 9 - Quiz
Welke volgorde is correct?
A
EEG - EG - EGKS - EU
B
EEG - EU - EG - EGKS
C
EGKS - EG - EEG - EU
D
EGKS - EEG - EG - EU
Slide 10 - Quiz
Welk land is geen lidstaat van de EU?
A
Noorwegen
B
Finland
C
Denemarken
D
Zweden
Slide 11 - Quiz
Met welk verdrag werd er in Europa een echte vrije markt gecreëerd, zonder grenzen?
A
Het Verdrag van Rome
B
Het Verdrag van Nice
C
Het Verdrag van Maastricht
D
Het Verdrag van Lissabon
Slide 12 - Quiz
Hoeveel Europese lidstaten
zitten vandaag in de Eurozone?
zitten vandaag in de Eurozone?
A
28 lidstaten
B
27 lidstaten
C
20 lidstaten
D
19 lidstaten
Slide 13 - Quiz
Aan welke voorwaarde moet NIET voldaan zijn om lid te kunnen worden van de EU?
A
De invoering van de euro
B
Het overnemen van de vollédige EU-wetgeving
C
De erkenning van gelijkheid tussen man en vrouw
D
Een minimum Bruto Nationaal Product
Slide 14 - Quiz
In 2004 kende de EU haar grootste uitbreiding. Hoeveel nieuwe lidstaten traden in dat jaar toe?
A
8
B
10
C
12
D
14
Slide 15 - Quiz
De EU zal in de toekomst misschien nog verder uitgebreid worden. Welk land is echter GEEN kandidaat-lidstaat?
A
Turkije
B
Armenië
C
Servië
D
Albanië
Slide 16 - Quiz
Welke van onderstaande landen
is eerder eurosceptisch?
is eerder eurosceptisch?
A
België
B
Luxemburg
C
Duitsland
D
Hongarije
Slide 17 - Quiz
De EU staat nog voor heel wat uitdagingen. Zo moet er nog meer werk gemaakt worden van een ... Unie.
A
politieke
B
economische
C
culturele
D
sociale
Slide 18 - Quiz
Welke Europese instelling
komt het vaakst samen?
komt het vaakst samen?
A
De Raad van Europa
B
De Europese Commissie
C
De Europese Ministerraad
D
Het Europees Parlement
Slide 19 - Quiz
Welke Europese instelling
is het meest democratisch?
is het meest democratisch?
A
De Raad van Europa
B
De Europese Commissie
C
De Europese Ministerraad
D
Het Europees Parlement
Slide 20 - Quiz
Wie van onderstaande figuren hoort thuis in de Raad van Europa?
A
Ursula von der Leyen
B
Didier Reynders
C
Geert Bourgeois
D
Emmanuel Macron
Slide 21 - Quiz
Welk land mocht de eerste
Europese president leveren?
Europese president leveren?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Nederland
D
België
