Grammar - The Present Tense

1 / 26
suivant
Slide 1: Vidéo
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Present Simple
WANNEER? 
Om te vertellen dat iets een feit of gewoonte is 
of wanneer iets regelmatig gebeurt.

HOE? 
hele werkwoord bij I/you/we/they.
hele werkwoord + s bij he/she/it.

Slide 2 - Diapositive

Bijvoorbeeld:

I never go to bed before 10 o'clock.
She always forgets her purse.
Snow is white.
The train always departs late.

Slide 3 - Diapositive

Present Continuous
WANNEER? 
Nu, op dit moment, iets is aan de gang.

HOE? 
am/is/are + werkwoord-ing

Slide 4 - Diapositive

1

Slide 5 - Vidéo

00:00
Watch the video.
Aan het einde van de video maak je 3 zinnen waarin je in het Engels zegt wat Mr Bean in de video aan het doen is.
Present Continuous.
Watch the video. At the end, write down 3 things about what Mr Bean is doing in this video.

Slide 6 - Diapositive

What is he doing..
-He is sleeping
-The alarm clock is ringing

Slide 7 - Diapositive

Bijvoorbeeld:

We are having a blast at the party.
My sister is wearing her new dress.
I am leaving for school now.
Look! The sun is shining!

Slide 8 - Diapositive

Choose the Present Continuous.

Listen! The birds ___ a song!
A
sing
B
singing
C
are sing
D
are singing

Slide 9 - Quiz

Wat is de vorm van de Present Continuous?
A
to be + have + werkwoord
B
to be + hele werkwoord + ing
C
have + werkwoord + ing
D
hele werkwoord + ing

Slide 10 - Quiz

Past Simple

vorm: ww + ed (of 2e rijtje)



wanneer: iets dat in het verleden gebeurd is en nu is afgelopen



signaalwoord: then, ago, last week / month / year , in 2012, yesterday, in 1982, in the Middle Ages, etc

Present Perfect

vorm: have of has + volt.dw

(ww + ed  of 3e rijtje)


wanneer: iets dat in verleden zo was en nu nog zo is

als je over ervaringen praat

als je nu resultaat ziet van iets dat in verleden gebeurd is

signaalwoord: for/ since/ always/ever/ never/ just/yet+ (for) how long?

Slide 11 - Diapositive

Past simple
Present Perfect
Ik heb nog nooit zoiets gezien!
Ze heeft me gisteren nog gebeld.
Afgelopen weekend was Liam in Parijs.
Sue heeft sinds vanochtend hoofdpijn.
Vroeger waren wij vrienden.
Hij heeft altijd al arts willen worden.

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is het voltooid deelwoord van de volgende werkwoorden?
GO
TAKE
BUY
BE
WENT
WERE
TOOK
GONE
BOUGHT
WAS
SAW
BEGUN
BEEN
SLEPT
TAKEN
SPOKE

Slide 13 - Question de remorquage

I ...... that film yet.
A
didn't see
B
haven't seen

Slide 14 - Quiz

........ to Paris yet?
A
Did they go
B
Have they been

Slide 15 - Quiz

He ..... there yesterday morning.
A
went
B
has gone

Slide 16 - Quiz

....... her for three years.
A
I didn't see
B
I haven't seen

Slide 17 - Quiz

He ..... there since 2015
A
lived
B
has lived

Slide 18 - Quiz

I .... him an hour ago.
A
saw
B
have seen

Slide 19 - Quiz

I .... him a present on his birthday
A
gave
B
have given

Slide 20 - Quiz

Let's practice!
Present Simple
Present Continious
Past Simple
Present Perfect

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

Slide 23 - Lien

Slide 24 - Lien

Slide 25 - Lien



Klaar?
Als je geen vragen meer hebt:

Opdrachten in werkboek Writing makenop blz 7

Slide 26 - Diapositive