Woordenschat

Deel 1
Woordenschat
15 vragen
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Deel 1
Woordenschat
15 vragen

Slide 1 - Diapositive

Johan Cruijff, alias de verlosser, heeft jaren bij Barcelona gespeeld.

Wat betekent 'alias' ?
A
voor zijn vrienden
B
die zich gedraagt als
C
ook wel genaamd
D
oftewel

Slide 2 - Quiz

De studenten zullen zich moeten conformeren aan de geldende regels op onze opleiding.

Wat betekent 'conformeren aan' ?
A
zich schikken naar
B
zich niet te veel aantrekken van
C
zich ergeren aan
D
zich aanpassen

Slide 3 - Quiz

Onze nieuwe collega heeft duidelijk veel aspiraties.

Wat betekent 'aspiraties' ?
A
opvliegers
B
drang hogerop te komen
C
ambities
D
noten op zijn zang

Slide 4 - Quiz

Die jongen heeft commerciële kwaliteiten

Wat betekent 'commerciële' ?
A
zich ontwikkelende
B
op de handel betrekking hebbende
C
talentvolle
D
heel veel

Slide 5 - Quiz

Berekent hij ook provisie?

Wat betekent 'provisie' ?
A
een tarief van een notaris
B
een voorschot
C
een percentage van de winst of opbrengst
D
korting

Slide 6 - Quiz

De betekenis van een woord kun je vaak
dankzij de context vaststellen.

Wat betekent 'context' ?
A
het tegenovergestelde van een woord
B
de toon waarop het gezegd wordt
C
het (zins)verband
D
de opmaak

Slide 7 - Quiz

De tentoonstelling werd bezocht door een gemêleerd gezelschap.

Wat betekent 'gemêleerd' ?
A
allerlei ‘soorten’ mensen
B
interessante mensen
C
speciaal geselecteerd
D
slecht gekleed

Slide 8 - Quiz

Na enkele maanden met ruzie
leven ze weer in harmonie.

Wat betekent 'in harmonie' ?
A
in een goede verstandhouding
B
zonder zich aan elkaar te storen
C
ieder op zijn eigen manier
D
in stilte

Slide 9 - Quiz

Die karikatuur van de minister-president
is echt goed.

Wat betekent 'karikatuur' ?
A
karakterbeschrijving (met nadruk op emotionele aspecten)
B
spotprent (door bepaalde kenmerken te benadrukken)
C
lezing (waarin de karakters van de besproken personen centraal staan)
D
speciale dans waarbij iemand zijn karakter toont

Slide 10 - Quiz

Als u uw omzet wilt verhogen,
zijn er legio mogelijkheden.

Wat betekent 'legio' ?
A
heel veel
B
passende
C
uitgezochte
D
weinig

Slide 11 - Quiz

Een speciaal team adviseert bij het nemen van preventieve maatregelen.

Wat betekent 'preventieve' ?
A
ter voorkoming van iets
B
dringende
C
strenge
D
oude

Slide 12 - Quiz

Die nieuwe leerling is heel timide.

Wat betekent 'alias' ?
A
agressief
B
verlegen
C
angstig
D
op tijd

Slide 13 - Quiz

Het bestuur van onze school heeft die
zaak achteloos opzijgeschoven.

Wat betekent 'achteloos' ?
A
met minachting
B
per ongeluk
C
zonder er aandacht aan te schenken
D
te snel

Slide 14 - Quiz

Voyeurisme verklaart voor een groot deel de populariteit van reality-tv.

Wat betekent 'voyeurisme' ?
A
het in de gaten willen houden of er wordt gefraudeerd
B
de drang om zich ontspannen
C
de ziekelijke drang om mensen te begluren
D
het er voor elkaar willen zijn.

Slide 15 - Quiz

Die leerlingen zijn en bloc naar de directeur gestapt.

Wat betekent 'en bloc' ?
A
uit verzet
B
verstijfd van schrik
C
met z'n allen
D
met een notitieblok

Slide 16 - Quiz

Deel 2
Uitdrukkingen, spreekwoorden en gezegden
9 vragen

Slide 17 - Diapositive


Wat betekent:

'In de schaduw van iemand staan'


A
iemand na-apen
B
iemand in de weg staan
C
minder goed dan een ander zijn
D
schuilen voor de zon

Slide 18 - Quiz


Wat betekent:

'Iets zonder blikken of blozen doen'


A
onverstoorbaar
B
zonder moeite
C
zonder nadenken
D
in stilte

Slide 19 - Quiz


Wat betekent:

'Goedkoop is duurkoop'

A
alles wat goed is, is duur (meestal betaal je dan te veel)
B
wat duur is, moet je niet kopen
C
iets wat goedkoop gekocht is, blijkt vaak niet goed te zijn
D
goedkope producten zijn vaak alsnog te duur

Slide 20 - Quiz

Wat betekent:

'Het gaat hard tegen hard'
A
vechten
B
geen van de partijen wil toegeven
C
erg op elkaar letten
D
heel gek op elkaar zijn

Slide 21 - Quiz

Wat betekent:

'De nieuwe leraar is een onbeschreven blad'


A
iemand over wie weinig of niets bekend is
B
iemand zonder strafblad
C
iemand die nooit gehuwd is geweest
D
iemand die niets zegt

Slide 22 - Quiz

Wat betekent:

'Onze nieuwe leraar heeft ruggengraat'


A
is een doorzetter
B
kan heel veel tillen
C
heeft rugklachten
D
zit op een hoog niveau

Slide 23 - Quiz

Wat betekent:

'Iets met argusogen bekijken'


A
iets nauwelijks volgen
B
iets met argwaan in de gaten houden
C
iets bestuderen
D
zere ogen hebben

Slide 24 - Quiz

Wat betekent:

'Iets aan zijn laars lappen'


A
iets geheim houden
B
zich er niets van aantrekken
C
een slechte oplossing kiezen
D
zijn schoenen schoonmaken

Slide 25 - Quiz

Wat betekent:

'Hoge ogen gooien'


A
veel kans op succes hebben
B
een grote mond hebben
C
erg streberig zijn
D
heel veel geluk hebben

Slide 26 - Quiz

Deel 3
Woordspel

Slide 27 - Diapositive

MBOS
Meer Belasting Op Shoarma 

Slide 28 - Diapositive

AGGH
Alles Gaat Goed Hier

Slide 29 - Diapositive

JBNL

Slide 30 - Question ouverte

DGHM

Slide 31 - Question ouverte

OMWGO

Slide 32 - Question ouverte

NDWLP

Slide 33 - Question ouverte