NK, Kapitel 4, les 6, week 11

Willkommen, heute ist Freitag
der 14. März 2025
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Willkommen, heute ist Freitag
der 14. März 2025

Slide 1 - Diapositive

Lernziel(e)
1. Kun je regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen. 
2. Kun je het voltooid deelwoord vormen en weet je welke 2 uitzonderingen er zijn.

Slide 2 - Diapositive

Programma:
Deel 1:
* Proefwerk bespreken
* Huiswerk nakijken
* Ga je zelfstandig aan het werk

Deel 2:
* spreekvaardigheid
* zelfstandig aan het werk


Slide 3 - Diapositive

Bespreken leestoets PWW

Slide 4 - Diapositive

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 5 - Diapositive



Hoe vorm ik de stam van een werkwoord?

Slide 6 - Diapositive

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 7 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord doe je door eerst de stam op te schrijven. 

Wat is de stam van een werkwoord?
  • De stam is het hele werkwoord - en of - n

Slide 8 - Diapositive

Ezelsbruggetje
Achter de stam van het werkwoord komt de uitgang.
Dit zijn de volgende letters:  

                   (FE)    E - ST - T - EN - T - EN


 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: kaufen (kopen), stam: kauf
ich kauf e
du  kauf st
er/sie/es/man/wer  kauf t
wir kauf en
ihr kauf t
sie kauf en
Sie kauf en


Slide 11 - Diapositive

Wat is een voltooid deelwoord?

Slide 12 - Diapositive

Hoe vorm je deze in het Duits?

GE + STAM + T

Slide 13 - Diapositive

Uitzonderingen
1. Werkwoorden op -ieren            =  STAM+T
    
Voorbeeld
fotografieren -> ich habe fotografiert

Slide 14 - Diapositive

Uitzonderingen
2. Werkwoorden met beof ver-  = STAM+T

Voorbeeld:
versorgen -> ich habe versorgt
besuchen ->  ich habe besucht

Slide 15 - Diapositive

Hoe maken we 26?
1. Schrijf in je schrift wat het voltooid deelwoord is. 
2. Spreek de zinnen uit en corrigeer elkaar.

Slide 16 - Diapositive

HUISWERK nakijken
Maken
E, Grammatik -> Aufg. 23, 24, 25, 27 BOEK


Leren
Lernliste NL-DU ( Seite 133 ) slim stampen
Grammatik slim stampen 

Slide 17 - Diapositive

Aufgabe 23

Slide 18 - Diapositive

Aufgabe 24

1 gefüttert
2 geputzt
3 gekauft
4 besucht
5 gefragt



1 gegangen
2 beschrieben
3 gewesen
4 gefunden

Slide 19 - Diapositive

Aufgabe 25
1 gefressen
2 geschwommen
3 versorgt
4 gehört
5 gestreichelt
6 gespielt

Slide 20 - Diapositive

Aufgabe 27

1 Geht
2 wünscht
3 Beschreibst
4 angefasst



5 liebt
6 gemacht
7 spielen
8 gewesen

Slide 21 - Diapositive

An die Arbeit 
1. Maak de opdrachten van het werkblad.

2. Ben je klaar? Leer de woorden van Kapitel 4
    via slim stampen in de methode.

Slide 22 - Diapositive

Deel 2: Sprechen

Slide 23 - Diapositive

Tier beschreiben
Beschrijf in het Duits je huisdier of lievelingsdier. Gebruik de volgende vragen als hulp en schrijf de antwoorden op in je schrift:

  1. Welches Tier ist es und wie sieht es aus? (Welk dier is het en hoe ziet het eruit?)
  2. Was frisst das Tier gerne? (Wat eet het dier graag?)
  3. Warum magst du dieses Tier? (Waarom vind je dit dier leuk?)
  4. Was macht das Tier gerne? (Wat doet het dier graag?)

    

timer
5:00

Slide 24 - Diapositive

1. Maak de opdrachten van het werkblad.


2. Ben je klaar? Leer de woorden van Kapitel 4


 
Nu gaan we zelfstandig werken!

Slide 25 - Diapositive

Hausaufgaben 21-03-25
1. Maak de opdrachten van het werkblad.

2. Leren:  Lernliste NL-DU ( Seite 133 ) slim stampen
     Grammatik slim stampen

Slide 26 - Diapositive

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
1. Kun je regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen.
2. Kun je het voltooid deelwoord vormen en weet je welke 2 uitzonderingen er zijn.

Slide 27 - Diapositive

Hausaufgaben für nächste Woche, Kapitel 3

1.  Leren: werkwoorden haben / sein
                    zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
                    leren Wörterliste A, S. 41

2. Maken van Kap. 3:  
     3.3 t/m 3.6, 4.3,  5.2, 6.4, 8.2 , 19.4

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive