3M Nask1 2.4

• Nask
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

3M Nask1

J. Thijssen

Nask

Voor vandaag heb je je laptop weer nodig :)

Wat weten we nog?

De vorige les ging over paragraaf 2.3
Daar hebben we het gehad over Fasen en Moleculen.

Kijken wat jullie nog weten

fasen van een stof zijn

1. hard, zacht, gas
2. geur, kleur, kookpunt
3. gas, vast, vloeibaar
4. bevriezen, koken en smelten

Wat is de fase van water bij kamertemperatuur

1. vast
2. vloeibaar
3. gas
4. kun je niet weten

Welke fase heeft deze stof?

1. Vast
2. Vloeibaar
3. Gas
4. metaal

In de afbeelding zie je een voorstelling van het deeltjesmodel van een bepaalde stof.
In welke fase is deze stof?

1. de gasfase
2. de vaste fase
3. de vloeibare fase

Wat doen we vandaag?

Paragraaf 2.4

In 2.4 gaan we het hebben over Stoffen maken

H2 Stoffen en Materialen

Bij Nask2 hebben jullie waarschijnlijk al gezien (en geleerd) dat stoffen kunnen reageren met elkaar.

H2 Stoffen en Materialen

Bij Nask2 hebben jullie waarschijnlijk al gezien (en geleerd) dat stoffen kunnen reageren met elkaar.

Wanneer er een reactie plaatsvindt noemen we dat een chemische reactie

H2 Stoffen en Materialen

Bij Nask2 hebben jullie waarschijnlijk al gezien (en geleerd) dat stoffen kunnen reageren met elkaar.

Wanneer er een reactie plaatsvindt noemen we dat een chemische reactie

Bij een chemische reactie verdwijnen de beginproducten en ontstaan de reactieproducten.

H2 Stoffen en Materialen

Bij Nask2 hebben jullie waarschijnlijk al gezien (en geleerd) dat stoffen kunnen reageren met elkaar.

Wanneer er een reactie plaatsvindt noemen we dat een chemische reactie

Bij een chemische reactie verdwijnen de beginproducten en ontstaan de reactieproducten.

Zo’n reactie is zichtbaar te maken in een reactieschema.

H2 Stoffen en Materialen

Wil je goed snappen dat vanuit minimaal 2 stoffen een andere stof kan ontstaan moet je het volgende weten.

H2 Stoffen en Materialen

Wil je goed snappen dat vanuit minimaal 2 stoffen een andere stof kan ontstaan moet je het volgende weten.

Moleculen bestaan uit nog kleinere deeltjes, namelijk atomen.

Deze atomen maken samen moleculen en die moleculen maken een stof.

H2 Stoffen en Materialen

Wil je goed snappen dat vanuit minimaal 2 stoffen een andere stof kan ontstaan moet je het volgende weten.

Moleculen bestaan uit nog kleinere deeltjes, namelijk atomen.

Deze atomen maken samen moleculen en die moleculen maken een stof.

Als we een reactieschema maken met atomen dan kan dat er zo uitzien.

H2 Stoffen en Materialen

Chemische reacties komen we overal tegen.

Ook zonder dat daar veel moeite voor wordt gedaan.

H2 Stoffen en Materialen

Chemische reacties komen we overal tegen.

Ook zonder dat daar veel moeite voor wordt gedaan.

Bijvoorbeeld bij het roesten van ijzer.

Dat heet dan corrosie.

H2 Stoffen en Materialen

Chemische reacties komen we overal tegen.

Ook zonder dat daar veel moeite voor wordt gedaan.

Bijvoorbeeld bij het roesten van ijzer.

Dat heet dan corrosie.

Andere reacties die kunnen gebeuren in ons dagelijks leven zijn:

H2 Stoffen en Materialen

Chemische reacties komen we overal tegen.

Ook zonder dat daar veel moeite voor wordt gedaan.

Bijvoorbeeld bij het roesten van ijzer.

Dat heet dan corrosie.

Andere reacties die kunnen gebeuren in ons dagelijks leven zijn:

H2 Stoffen en Materialen

In fabrieken wordt er vaak gebruik gemaakt van deze chemische reacties om nieuwe stoffen te maken.

H2 Stoffen en Materialen

In fabrieken wordt er vaak gebruik gemaakt van deze chemische reacties om nieuwe stoffen te maken.

De stappen die daarvoor worden doorlopen noem je het productieproces

Dit proces geef je weer in een productieschema.

H2 Stoffen en Materialen

In fabrieken wordt er vaak gebruik gemaakt van deze chemische reacties om nieuwe stoffen te maken.

De stappen die daarvoor worden doorlopen noem je het productieproces

Dit proces geef je weer in een productieschema.

In dat schema is te zien wat de beginstoffen zijn en ontstaat er een eindproduct.

H2 Stoffen en Materialen

En nu?

Maak opdracht 80, 81, 85, 88, 90 en 98 van paragraaf 4, hoofdstuk 2

Heb je vragen?
Steek je vinger op