Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Vragen over begrippen
Basisbegrippen klas 3
Begrippen architectuur
Slide 1 - Diapositive
Schilderij
Architectuur
Toegepaste kunst
Foto
Beeld
Slide 2 - Question de remorquage
Een stilleven is
A
Hoop dingen bij elkaar
B
Voorwerpen in een groep
C
Een verzameling levenloze voorwerpen
D
Een rommelige tafel
Slide 3 - Quiz
Aspecten van de voorstelling
Aspecten van de vormgeving
In deze sculptuur zie je de muze van Picasso
Door gebruik te maken van goedkope materialen wordt de primitiviteit van het werk versterkt
Dit sculptuur is een buste en bedoeld als autonoom kunstwerk
Het geheel is minimalistisch in kleur en lijngebruik.
Slide 4 - Question de remorquage
Autonome kunst
Toegepaste kunst
Slide 5 - Question de remorquage
Vooruit!
Hier zie je De Paardenrace te Longchamp, een werk van de Franse schilder Eduard Manet uit 1866/ 1867
Slide 6 - Diapositive
1. De paarden Rennen. → Noem twee aspecten van de voorstelling waaraan je kunt zien dat de paarden rennen.
Slide 7 - Question ouverte
2. Als je als beschouwer vlak voor dit schilderij staat, lijkt je midden op de renbaan te staan. → Noem een aspect van de voorstelling waardoor je als toeschouwer midden op de renbaan lijkt te staan. Leg je antwoord uit!
Slide 8 - Question ouverte
Aspecten van de voorstelling
Aspecten van de vormgeving
Dit stilleven verbeeld de sterfelijkheid van de mens
Door het clair obscure lichtgebruik wordt de dramatiek van het werk versterkt
Op dit schilderij staat onder andere een schedel en een glas afgebeeld
Het geheel is heel diagonaal geordend
Slide 9 - Question de remorquage
Welke compositie hoort bij welk plaatje?
Diagonaal
Horizontaal
Centraal
Verticaal
Overall
Driehoek
Slide 10 - Question de remorquage
Slide 11 - Diapositive
Dit is het Paleis op de Dam. Je ziet hier:
A
Het interieur
B
Het exterieur
C
De facade
D
De plattegrond
Slide 12 - Quiz
Paleis op de Dam, de Burgerzaal
Slide 13 - Diapositive
Dit is de burgerzaal Je ziet hier:
A
Het interieur
B
Het exterieur
C
De facade
D
De plattegrond
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Ook dit is het Paleis op de Dam. Je ziet hier:
A
Het interieur
B
Het exterieur
C
De Facade
D
De plattegrond
Slide 16 - Quiz
Dorisch
Korintisch
Ionisch
Slide 17 - Question de remorquage
Timpaan
Architraaf
Zuil
Slide 18 - Question de remorquage
Noem 4 kenmerken van de klassieke architectuur
Slide 19 - Question ouverte
Dit is het Maurits huis. Welke klassieke elementen zijn hier gebruikt?
Slide 20 - Diapositive
Welke klassieke elementen zijn bij het Mauritshuis gebruikt?
Slide 21 - Question ouverte
Welke zuil is dit?
A
Dorische zuil
B
Ionische zuil
C
Korinthische zuil
Slide 22 - Quiz
Vormgeving betekent:
A
nadenken over een vorm
B
iets moois maken
C
iets een vorm geven
D
iets met kunst
Slide 23 - Quiz
rood, geel en blauw noemen we
A
felle kleuren
B
primaire kleuren
C
basiskleuren
D
echte kleuren
Slide 24 - Quiz
paars is de mengkleur van
A
blauw en rood
B
geel en rood
C
blauw en geel
D
rood en zwart
Slide 25 - Quiz
Hier wordt de ruimte voornamelijk gesuggereerd door:
A
afsnijding
B
lijnperspectief
C
standpunt
D
atmosferisch perspectief
Slide 26 - Quiz
Structuur is
A
oppervlakte
B
opbouw of samenstelling
C
constructie
D
patroon
Slide 27 - Quiz
Wat is een silhouet?
A
Schaduw die ontstaat bij tegenlicht
B
een zwarte vorm
C
Een angstaanjagende figuur
D
een zijaanzicht
Slide 28 - Quiz
Voorstelling is
A
Een toneelstuk
B
dat wat je ziet
C
een grapje
D
iemand voorstellen
Slide 29 - Quiz
Industriële vormgeving. Wat hoort hier niet bij?
A
3 dimensionaal
B
grote aantallen
C
gemaakt met machine
D
duur
Slide 30 - Quiz
Welke zuil is dit?
A
Dorische zuil
B
Ionische zuil
C
Korinthische zuil
Slide 31 - Quiz
Met contrast wordt .........................bedoeld.