3.4 & 3.5 De regering & Het Parlement

3.4 & 3.5 De regering & Het Parlement

Wat doen de regering en het parlement?
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.4 & 3.5 De regering & Het Parlement

Wat doen de regering en het parlement?

Slide 1 - Diapositive

Regering (kabinet)
Bestaat uit:
1. Minister-president (vaak de lijsttrekker van de grootste partij)
2. Ministers (verantwoordelijk voor een ministerie)
3. Regeringspartijen (proberen nieuwe wetten te bedenken)
4. Staatssecretarissen (assistent van ministers)
5. Ambtenaren (mensen die werken voor de regering)
6. De koning

Slide 2 - Diapositive

Koning
- Geen macht
- Belangrijke taken:
1. Handtekening zetten onder alle wetten.
2. De troonrede voorlezen op Prinsjesdag.
3. Overleg voeren met de minister-president.
4. Ons land vertegenwoordigen in het buitenland.
5. Ministers en staatssecretarissen beëdigen. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

KABINET
MINISTERS EN STAATSSECRETARISSEN

Slide 5 - Diapositive

Prinsjesdag
De koning leest de troonrede voor.

Diezelfde middag opent de minister van Financiën het gouden koffertje met daarin de Miljoenennota. Hierin staat de rijksbegroting.

Slide 6 - Diapositive

PARLEMENT
EERSTE EN TWEEDE KAMER

Slide 7 - Diapositive

Taken van het kabinet
- Maakt samen met ambtenaren wetsvoorstellen.
- Probeert een wet zoveel mogelijk draagvlak te geven.
- Vraagt toestemming aan het parlement voor plannen.

Slide 8 - Diapositive

Taken van het parlement
- Wetgeving regelen.
- Controleren van het kabinet.

Slide 9 - Diapositive

Rechten 2e Kamer
- Stemrecht
- Recht van amendement
- Recht van initiatief

Slide 10 - Diapositive

De kamer controleert... 
- Vragenrecht
- Motierecht
- Recht van interpellatie
- Enquêterecht

Slide 11 - Diapositive

Wie is wie?
Coalitie: De regeringspartijen die samenwerken om de nieuwe wetten te maken. Stemmen vaak vóór de nieuwe plannen van "hun" ministers.

Oppositie: De partijen die andere ideeën hebben over Nederland. Zij stemmen vaak tégen de nieuwe wetsvoorstellen, of ze komen zelf met een nieuw voorstel. 

Slide 12 - Diapositive