Hoofdstuk 2, t/m opdracht 9
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Lees het zelfstandige naamwoord. Verklein het zelfstandige naamwoord op de juiste manier.
De leuning
De leuning
Slide 4 - Question ouverte
Lees het zelfstandige naamwoord. Verklein het zelfstandige naamwoord op de juiste manier.
De aardbeving
De aardbeving
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Lees het zelfstandige naamwoord. Verklein het zelfstandige naamwoord op de juiste manier.
De logé
De logé
Slide 7 - Question ouverte
Lees het zelfstandige naamwoord. Verklein het zelfstandige naamwoord op de juiste manier.
De kaassoufflé
De kaassoufflé
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Lees het zelfstandige naamwoord. Verklein het zelfstandige naamwoord op de juiste manier. Schrijf ook het juiste lidwoord op.
De tv
De tv
Slide 10 - Question ouverte
Lees het zelfstandige naamwoord. Verklein het zelfstandige naamwoord op de juiste manier. Schrijf ook het juiste lidwoord op.
De pc
De pc
Slide 11 - Question ouverte
Lees het zelfstandige naamwoord. Verklein het zelfstandige naamwoord op de juiste manier. Schrijf ook het juiste lidwoord op.
De bh
De bh
Slide 12 - Question ouverte
Lees het zelfstandige naamwoord. Verklein het zelfstandige naamwoord op de juiste manier. Schrijf ook het juiste lidwoord op.
De gps
De gps
Slide 13 - Question ouverte
Lees het zelfstandige naamwoord. Verklein het zelfstandige naamwoord op de juiste manier. Schrijf ook het juiste lidwoord op.
De bv
De bv
