1havo bezittelijk voornaamwoord

• Frans
• WO
• Studiejaar 2

mijn, jouw, haar/zijn
in het Frans

ZIJN
HAAR

MIJN

JOUW

mon

ma

mes

tes

ta

ton

son

sa

ses

Mannelijk enkelvoud

Vrouwelijk enkelvoud

Meervoud

Mon

Ma

Mes

Ton

Ta

Tes

Son

Sa

Ses

De "s" van mes, tes, ses is een stomme letter.
De uitspraak is [mé] [té] [sé]

1. VRAI
2. FAUX

Verzin een tip om goed te onthouden dat mon, ma of mes betekent "mijn".

Verzin een tip om goed te onthouden dat ton, ta, tes betekent jouw.

Waarvan hangt de vorm van het bezittelijk voornaamwoord (mijn/jouw/ etc) in het Frans?

C'est ....... père. (mijn)

1. mon
2. ma
3. mes
4. ta

C'est ....... mère. (mijn)

1. mon
2. ma
3. mes
4. ton

C'est ....... parents. (mijn)

1. mon
2. ma
3. mes
4. ton

Bij het bezittelijk voornaamwoord MEERVOUD wordt geen onderscheid gemaakt tussen mannelijk of vrouwelijk.

1. VRAI
2. FAUX

Ce sont ..... soeurs. (jouw)
Ce sont .......frères. (jouw)

1. ta, ton
2. tes, tes
3. ses,ses
4. mes, mes

In het Frans kun je aan de woorden son,sa,ses NIET zien of het "zijn" of "haar" betekent.

1. VRAI
2. FAUX

C'est le frère de Tom. C'est ..... frère.

1. Son
2. Sa
3. Ses

C'est le frère de Marie. C'est ..... frère.

1. Son
2. Sa
3. Ses

(mijn) père

(mijn) cousine

(haar) cousins

(haar) père

(jouw) oncle

ma

mes

son

mon

ton

ses

Als een vrouwelijk zelfstandig naamwoord begint met een klinker of stomme h, welke vorm van het bezittelijk voornaamwoord gebruik je? Voorbeeld: C'est m.... amie.

(mijn) histoire

(mijn) tante

(haar) amies

(haar) amie.

(jouw) adresse.

ma

mes

son

mon

ton

ses

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.

_________ (mijn) tante

1. ma
2. ta
3. mon
4. son

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.

_________ (haar) oncle

1. sa
2. tes
3. son
4. ses

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.

_________ (jouw) père

1. sa
2. ta
3. son
4. ton

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=

1. ma amie
2. mon amie
3. m'amie
4. mon ami

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.

_________ (zijn) oncles

1. ton
2. tes
3. son
4. ses

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 3 opties.

_________ (zijn) soeur

1. sa
2. ton
3. son
4. ta

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (zijn) organisation (v)

1. sa
2. ta
3. son
4. ton

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (jouw) mère

1. ton
2. ta
3. son
4. sa

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père

1. sa
2. ta
3. son
4. ton

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) père

1. sa
2. ta
3. son
4. ton