Bewegingsstelsel niv 4 les 4

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Bewegingsstelsel niv 4 les 4

Huiswerk af?

Leerdoelen

Na deze les ken je:

• Weet je wat een luxatie, distorsie en contusie is. 
• Verschillende fracturen en de behandeling daarvan
• De botten van de armen en benen

ZPO.3sc

	Les 1	Les 2
Week 1	Intro skelet 1	-
Week 2	Intro skelet 2	Opbouw en indelingen bot en gewrichten
Week 3	-	Botten schedel Wervelkolom werken TM
Week 4	arm en been Luxatie, fractuur	Opbouw en werking spieren

Week 5	Spieren hoofd, hals en romp	Spieren armen en benen
Week 6	Osteoporose, reuma, artrose, jicht	Normale veroudering
Week 7	Oog en oor	Ziektebeelden oog en oor
Week 8	Casuistiek mobiliteits problemen	Casuistiek dementie
Week 9	Casuistiek delier	Casuistiek visusproblemen

ZPO.3Sb

	Les 1	Les 2
Week 1	Intro skelet	-
Week 2	Opbouw en indelingen bot en gewrichten	Botten schedel Wervelkolom, werken TM
Week 3	-	Arm en been Luxatie, fractuur
Week 4	Opbouw en werking spieren	Spieren hoofd, hals en romp

Week 5	Spieren armen en benen
Week 6	Osteoporose, reuma,	artrose, jicht
Week 7	Normale veroudering	TM
Week 8	Casuistiek mobiliteits problemen	Casuistiek dementie
Week 9	Casuistiek delier	Casuistiek visusproblemen

Voeg een foto toe van een contusie

Voeg een foto toe van een distorsie

Voeg een foto toe van een luxatie

Soorten fracturen

1. Kruislingse fractuur
2. Verbrijzeling
3. Greenstick fractuur
4. Groeischijfbreuk

Zoek op wat ze betekenen

Kruislingse fractuur: fractuur staat loodrecht op lengte as bot

Verbrijzeling: fractuur met 3 of meer botstukken

Greenstick fractuur: buigen maar niet / beetje breken (twijgje)

Groeischijfbreuk: beschadiging van de groeischijf

Fractuur

Gesloten	Open
Huid is intact	Bot steekt door huid heen
Ongecompliceerd	Gecompliceerd

opdracht fracturen

Zoek van deze fracturen op: 

Nederlandse benaming, Behandeling, Overige bijzonderheden

Radius fractuur

Ante brachii fractuur

Greenstick fractuur

Clavicula fractuur

Humeruskop fractuur

Metatarsale fractuur

Cruris fractuur

Collum fractuur

Immobiliseren en Revalidatie

Immobiliseren is het uitwendig steunen van fractuurdelen.

 verschillende gipsverbanden :

1. Gevensterd gips

2. Een gipsspalk.

3.Een circulair gips

 4.Een circulair gespleten gips

  5.Loopgips 

Externe fixateur

Bouw botten 

• Holte in pijpbeenderen
• Geel beenmerg in mergholte slaat vet op. Alleen in pijpbeenderen
• Rood beenmerg vormt bloedcellen, in koppen pijpbeenderen en platte beenderen

Armen

De spieren in de schouder en arm worden samen de spieren van de bovenste extremiteit genoemd. De spieren in de schouder kun je onderverdelen in twee groepen. In je arm bevinden zich drie verschillende spiergroepen

Opperarmbeen

Ook wel: Humerus

Pijnbeen 

Aan de kop twee knobbels

Vormt samen met schouderblad het schoudergewricht.

Opperarmbeen (Humerus)

Het opperarmbeen is een lang pijpbeen in de bovenarm. Samen met het schouderblad vormt het opperarmbeen het schoudergewricht. Aan de kop van het opperarmbeen zitten twee knobbels: de grote opperarmbeenknobbel en de kleine opperarmbeenknobbel.

Spaakbeen

Ook wel radius

Aan duimzijde onderarm

Zit aan onder- en bovenkant vast aan de ellepijp met een gewricht.

Spaakbeen (Radius)

Ligt aan de duimzijde van de onderarm. Vormt met de ellepijp een eivormige kom in de pols, waar de handwortel in beweegt. Is aan onder- en bovenzijde verbonden aan de ellepijp met een gewricht. Gekromde botten zorgen ervoor dat het spaakbeen om de ellepijp draait.

Aan de voorzijde van het spaakbeen, ongeveer twee centimeter onder de kop, zit een ruwe knobbel. Deze knobbel noem je de spaakbeenknobbel.

Ellepijp

Ook wel ulna

Aan pinkzijde onderarm.

De punt vormt de elleboog -> elleboogpunt 

Zit aan onder- en bovenkant vast aan het spaakbeen met een gewricht.

Ellepijp (Ulna)

Ligt aan de pinkzijde van de onderarm. Vormt met het spaakbeen een eivormige kom in de pols, waar de handwortel in beweegt. Is aan onder- en bovenzijde met een gewricht aan het spaakbeen verbonden Gekromde botten zorgen ervoor dat het spaakbeen om de ellepijp draait.

Dit been heeft bij het ellebooggewricht een breed, plat, haakvormig uitsteeksel. Dit noem je de elleboogpunt.

Handwortelbeentjes

                                27 botjes 

                                                                          8 handwortelbeentjes

                                                                             5 middenhandbeentjes

                                                                 14 vingerkoortjes 

Beenderen onderste extremiteiten

Onderste extremiteit

• Bekkengordel:  opgebouwd uit het heiligbeen, staartbeen, schaambeen en twee heupbeenderen. 

Functies bekkengordel: 

• Organen in de buikholte beschermen
• Steun geven aan het lichaam en organen
• Aanhechtingsplaats bieden voor spieren 

Onderste extremiteit

Een been bestaat uit een femur, patella, tibia, fibula en de botten van de voet.

Onderste extremiteit

26 botten:

7 voetwortelbeentjes

5 middenvoetsbeentjes

14 teenkootjes

Teken opdracht

Maak het kleurboek af 

Wat heb jij vandaag geleerd?