1.4+1.5 Steden en staten & Egyptenaren leven met de dood

Jagers worden boeren
§ 1.4 Steden en staten
§ 1.5 Egyptenaren leven met de dood
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Jagers worden boeren
§ 1.4 Steden en staten
§ 1.5 Egyptenaren leven met de dood

Slide 1 - Diapositive

Feniks, Geschiedenis Werkplaats Memo

Slide 2 - Diapositive

Wat bestudeert geschiedenis?
A
Het verleden van dieren
B
Het verleden van mensen
C
Het verleden van een scheppingsverhaal

Slide 3 - Quiz

Wat zijn scheppingsverhalen?
A
Verhalen waarin wordt verteld hoe God de wereld en de mens heeft gemaakt
B
Verhalen waarin wordt verteld hoe de wereld is ontstaan
C
Verhalen waarin wordt verteld hoe Adam en Eva ontstonden
D
Verhalen waarin wordt verteld over de homo sapiens

Slide 4 - Quiz

Wat is de evolutietheorie?
A
Hoe mensen zijn ontstaan vanuit God
B
Hoe dieren zijn ontstaan
C
Hoe mensen zijn ontstaan vanuit apen/mensapen
D
Hoe dieren zijn ontstaan uit de big bang

Slide 5 - Quiz

Primaire of secundaire bron?
A
primaire bron
B
secundaire bron

Slide 6 - Quiz

Primaire of secundaire bron?
A
Primaire
B
Secundaire

Slide 7 - Quiz

Primaire of secundaire bron?
A
primaire
B
secundaire

Slide 8 - Quiz


A
geschreven bron
B
ongeschreven bron

Slide 9 - Quiz


A
geschreven bron
B
ongeschreven bron

Slide 10 - Quiz


A
geschreven bron
B
ongeschreven bron

Slide 11 - Quiz

Wat is het verschil tussen prehistorie en historie?
A
In de prehistorie kon men nog niet schrijven.
B
In de prehistorie bestond de mens nog niet.
C
In de prehistorie had je geen dinosaurussen.
D
Historie is het verleden, prehistorie niet

Slide 12 - Quiz

Het tegenovergestelde van de prehistorie is de historie. Welke bronnen kom je tegen in de historie?
A
Alleen ongeschreven bronnen
B
Alleen geschreven bronnen
C
Beide soorten bronnen
D
Geen bronnen

Slide 13 - Quiz

Welke woorden horen bij het woord 'nomade'?
A
vaste plek rondtrekken veel spullen
B
hut of grot boerderij weinig spullen
C
rondtrekken veel spullen hut of grot
D
rondtrekken hut of grot weinig spullen

Slide 14 - Quiz

Toen de mensen het schrift ontdekten, betekende dit het einde van de ...
A
Historie
B
Geschiedenis
C
Prehistorie
D
Steentijd

Slide 15 - Quiz

Een nomade had een vaste verblijfplaats
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz

Hoe heet dit gebied?
A
De vruchtbare halve zon
B
De onvruchtbare maan
C
De vruchtbare halve maan
D
Midden-Oosten

Slide 17 - Quiz

De vruchtbare halve maan is een gebied waar de eerste landbouw was te vinden. Waar was de vruchtbare halve maan?
A
In het Midden-Oosten
B
In Zuid-Afrika
C
In West-Europa
D
Geen van de genoemde antwoorden

Slide 18 - Quiz


A
Vóór de landbouwrevolutie
B
Na de landbouwrevolutie

Slide 19 - Quiz


A
Voor de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie

Slide 20 - Quiz

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen 
-Waardoor er steden ontstonden in Mesopotamië
-Waardoor er in Egupte een staat ontstond
-Waarom de Nijl zo belangrijk was voor de Egyptenaren
-Hoe het leven van een Egyptenaar er uit zag

Slide 21 - Diapositive

Irrigatielandbouw
  • Door de jaarlijkse overstromingen werden de akkers beschermd met dijken
  • Kanalen en vijvers zorgden er voor dat er altijd water in de buurt is.

- Kunstmatige manier van water naar de akkers toevoeren >> irrigatielandbouw

Slide 22 - Diapositive

Ambachtslieden
  • Overschotten >>
  • Bevolkingsgroei >>
  • Niet iedereen hoefde op de akkers te werken >>
  • Specialisaties >>
  • Ambachtslieden! Maken van kleding, gereedschappen en werktuigen

Slide 23 - Diapositive

De Griekse schrijver Herodotus kwam tijdens één van zijn vele reizen in Egypte. Hij beschreef het land en zijn bewoners uitgebreid in zijn boeken. Daarin sprak hij over Egypte als het geschenk van de Nijl.

Maar, wat zou hij daarmee bedoeld hebben?

Slide 24 - Question ouverte

Egypte en de Nijl
Ontdekking van de landbouw had grote gevolgen voor de samenleving, vooral voor Egypte.

5.000 v.Chr. 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Egypte als georganiseerde staat
3.500 - 3.000 v.Chr. 

Farao aan het hoofd.

Lezen bladzijde 21 bovenaan.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Aanzien en status
  • In het begin dorpshoofden de baas in Egypte; later moesten zij gaan gehoorzamen aan één baas: de Farao

  • Alle landbouwgrond en oogsten eigendom van de Farao, daarnaast ook legeraanvoerder, hoogste priester en hoogste rechter in het land. 
  • Echter; zonder Ambtenaren geen bestuur mogelijk 

Slide 29 - Diapositive

Rijk en Arm
  • Ambtenaren: belastingophalers, rechters, soldaten, schrijvers, dorpsbestuurders etc. 

  • Werden betaald vanuit de belastingen.
     
  • Ambachtslieden: grootste laag, mensen die iets maakte als beroep.

  • Slaven stonden onderaan, zij hadden het minste aanzien.
  • Verschillen in rijk en arm veel groter dan in de tijd van Jagers en Verzamelaars > bezit werd steeds belangrijker. 
  • Egypte werd een samenleving met verschillende Sociale Lagen/sociale verschillen

Slide 30 - Diapositive

Wat weet je eigenlijk
van mummies?

Slide 31 - Carte mentale





Leven na de dood

Slide 32 - Diapositive

Mummificeren
  • Het lichaam moet goed blijven

  • Alles dat ervoor zorgt dat het lichaam kan gaan rotten moet eruit (organen en vocht)

  • Eerste mummies vermoedelijk per toeval onstaan door het begraven in de woestijn.

Slide 33 - Diapositive

Eerst worden de organen verwijderd. Deze worden in speciale vazen gedaan: canopen
Vervolgens wordt er een berg zout over het lichaam gelegd om al het vocht uit het lichaam te krijgen

Slide 34 - Diapositive

Het lichaam wordt na ongeveer 70-90 dagen schoongemaakt en gebalsemd met geurige olie
Alle lichaamsholten worden gevuld met doeken, stro, klei en kruiden

Slide 35 - Diapositive

Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld, zodat er een mummie ontstaat
Het hart is teruggeplaatst, onder een amulet van een scarabee, maar alle andere organen worden bewaard in canopen.

Slide 36 - Diapositive



Begraven




Eerst in piramiden, maar dat kostte veel tijd om te maken.
En ze vielen nogal op. Gevolg: grafrovers

Slide 37 - Diapositive

Personen uit deze les

Slide 38 - Diapositive

Jaartallen uit deze les
5.000 v.Chr. mensen trekken naar de oevers van de Nijl

3.500 - 3.000 v.Chr. steden in Egypte gaan samenwerken

3.000 v.Chr. Farao neemt het over


Slide 39 - Diapositive


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 40 - Question ouverte


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 41 - Question ouverte

Huiswerk 
§ 1.4: 1, 2, 4, 7
§ 1.5: 3, 4, 6, 8
§ 1.6: maken ter herhaling om te leren voor de toets
Maar eerst:
EF AGENDA PLANNEN SAMEN

Slide 42 - Diapositive