Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Jagers worden boeren
2.1/2.2/2.3
Slide 1 - Diapositive
Wat bestudeert geschiedenis?
A
Het verleden van dieren
B
Het verleden van mensen
C
Het verleden van een scheppingsverhaal
Slide 2 - Quiz
Wat zijn scheppingsverhalen?
Slide 3 - Diapositive
Wat is de evolutietheorie?
Slide 4 - Diapositive
Primaire of secundaire bron?
A
primaire bron
B
secundaire bron
Slide 5 - Quiz
Primaire of secundaire bron?
A
primaire
B
secundaire
Slide 6 - Quiz
A
geschreven bron
B
ongeschreven bron
Slide 7 - Quiz
A
geschreven bron
B
ongeschreven bron
Slide 8 - Quiz
A
geschreven bron
B
ongeschreven bron
Slide 9 - Quiz
Wat is het verschil tussen prehistorie en historie?
A
In de prehistorie kon men nog niet schrijven.
B
In de prehistorie bestond de mens nog niet.
C
In de prehistorie had je geen dinosaurussen.
D
Historie is het verleden, prehistorie niet
Slide 10 - Quiz
Het tegenovergestelde van de prehistorie is de historie. Welke bronnen kom je tegen in de historie?
A
Alleen ongeschreven bronnen
B
Alleen geschreven bronnen
C
Beide soorten bronnen
D
Geen bronnen
Slide 11 - Quiz
Welke woorden horen bij het woord 'nomade'?
A
vaste plek
rondtrekken
veel spullen
B
hut of grot
boerderij
weinig spullen
C
rondtrekken
veel spullen
hut of grot
D
rondtrekken
hut of grot
weinig spullen
Slide 12 - Quiz
Toen de mensen het schrift ontdekten, betekende dit het einde van de ...
A
Historie
B
Geschiedenis
C
Prehistorie
D
Steentijd
Slide 13 - Quiz
Een nomade had een vaste verblijfplaats
A
Goed
B
Fout
Slide 14 - Quiz
Hoe heet dit gebied?
A
De vruchtbare halve zon
B
De onvruchtbare maan
C
De vruchtbare halve maan
D
Midden-Oosten
Slide 15 - Quiz
De vruchtbare halve maan is een gebied waar de eerste landbouw was te vinden. Waar was de vruchtbare halve maan?
A
In het Midden-Oosten
B
In Zuid-Afrika
C
In West-Europa
D
Geen van de genoemde antwoorden
Slide 16 - Quiz
A
Vóór de landbouwrevolutie
B
Na de landbouwrevolutie
Slide 17 - Quiz
A
Voor de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie
Slide 18 - Quiz
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen
-Waardoor er steden ontstonden in Egypte
-Waardoor er in Egypte een staat ontstond
-Waarom de Nijl zo belangrijk was voor de Egyptenaren
-Hoe het leven van een Egyptenaar er uit zag
Slide 19 - Diapositive
Irrigatielandbouw
(tekening bord)
Akkers werden met dijken beshermd tegen de (jaarlijkse) overstromingen.
Kanalen en vijvers zorgden er voor dat er altijd water voorradig was (voor drogere tijden)
- Kunstmatige manier om de akkers met water te bevloeien ofwel kunstmatige bevloeiing= irrigatielandbouw
Slide 20 - Diapositive
Ambachtslieden
Oogstverschotten >>
Bevolkingsgroei >>
Niet iedereen hoefde op de akkers te werken en vrije tijd>>
Specialisaties >>
Ambachtslieden! Maken van kleding, gereedschappen en werktuigen.
Slide 21 - Diapositive
De Griekse schrijver Herodotus kwam tijdens één van zijn vele reizen in Egypte. Hij beschreef het land en zijn bewoners uitgebreid in zijn boeken, hij noemde Egypte het geschenk van de Nijl.
Kun je dat uitleggen?
Slide 22 - Question ouverte
Egypte en de Nijl
De ontdekking van de landbouw had grote gevolgen voor de samenleving van o.a. Egypte.
5.000 v.Chr.
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
Egypte als georganiseerde staat
3.500 - 3.000 v.Chr.
Farao aan het hoofd.
Lezen bladzijde 20 onderaan.
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Aanzien en status
In het begin waren dorpshoofden de baas in Egypte; later moesten zij gaan gehoorzamen aan één baas: de Farao
Alle landbouwgrond en oogsten waren eigendom van de Farao, hij was daarnaast ook legeraanvoerder, hoogste priester en hoogste rechter in het land.
Echter; zonder Ambtenaren was geen bestuur mogelijk
Slide 27 - Diapositive
Rijk en Arm
Ambtenaren: belastingophalers, rechters, soldaten, schrijvers, dorpsbestuurders etc.
Werden betaald met de opgehaalde belastinggelden.
Ambachtslieden: grootste laag, mensen die iets met hun handen maakten.
Slaven stonden onderaan, zij hadden het minste aanzien.
Verschillen in rijk en arm veel groter dan in de tijd van Jagers en Verzamelaars > bezit werd steeds belangrijker.
Egypte werd een samenleving met verschillende Sociale Lagen/sociale verschillen
Slide 28 - Diapositive
Hiëroglyfen
De ontdekking van dit schrift was de oplossing om belangrijke afspraken, regels, wetten en berekeningen vast te leggen. het was niet gemakkelijk dit schrift onder de knie te krijgen, vandaar dat "schrijvers" veel aanzien hadden.
Waarop zijn hiëroglyfen teruggevonden? (blz. 21 r. boven)
Slide 29 - Diapositive
Zie het roze(?) kader op blz. 21
Wat is een staat?
Noteer het antwoord in je schrift.
Slide 30 - Diapositive
Wat weet je eigenlijk van mummies?
Slide 31 - Carte mentale
Leven na de dood
Slide 32 - Diapositive
Mummificeren
Het lichaam moet goed blijven
Alles dat ervoor zorgt dat het lichaam kan gaan rotten moet eruit (organen en vocht) en vervolgens lag het lichaam onder een laag natron om in te kunnen drogen.
Eerste mummies vermoedelijk per toeval ontstaan door het begraven in de woestijn.
Slide 33 - Diapositive
Eerst worden de organen verwijderd. Deze worden in speciale vazen gedaan: canopen
Vervolgens wordt er een berg zout (natron) over het lichaam gelegd om al het vocht uit het lichaam te krijgen
Slide 34 - Diapositive
Het lichaam wordt na ongeveer 70-90 dagen schoongemaakt en daarna gebalsemd met geurige olie
Alle lichaamsholten worden gevuld met doeken, stro, klei en kruiden
Slide 35 - Diapositive
Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld, zodat er een mummie ontstaat
Het hart is teruggeplaatst, onder een amulet van een scarabee, maar alle andere organen worden bewaard in canopen.
Slide 36 - Diapositive
Begraven
Eerst in piramiden, maar dat kostte veel tijd om te maken.
En ze vielen nogal op. Gevolg: grafrovers
Slide 37 - Diapositive
Jaartallen uit deze les
5.000 v.Chr. mensen trekken naar de oevers van de Nijl
3.500 - 3.000 v.Chr. steden in Egypte gaan samenwerken om het oogsten te optimaliseren.
3.000 v.Chr. Farao neemt de leiding (centraal gezag)