TL-2: 11.4 Je lijkt op

11.3 (Tweelingen) en 11.4 (Je lijkt op)
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

11.3 (Tweelingen) en 11.4 (Je lijkt op)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  1. Tweelingen
  2. Genetica en overerving
  3. Bio spelletjes



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De fase na de ontsluiting is de ...
A
Nageboorte
B
Perswee
C
Uitdrijving
D
Omdraaiing

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar vindt de bevruchting van de eicel plaats?
A
Baarmoeder
B
Eierstok
C
Eileider
D
Vagina

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuurstofrijk bloed loopt naar de baby via de...
A
Navesltrengader
B
Vruchtwater
C
Eierstokken
D
Navelstrengslagader

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

?
?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

?
?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Navelstreng
Welke heeft zuurstof arm bloed?

Welk kleur?
Naam?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Navelstreng
2 navelstrengslagers (blauw): zuurstofarmbloed met afvalstoffen 
1 navelstreng ader (rood): zuurstofrijk bloed 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Placenta
  • Zuurstof en voedingsstoffen naar kind  (groei) 

  • Afvalstoffen (o.a. CO2) naar moeder toe

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgaven
Meisjes: https://www.bioplek.org/animaties/voortplanting/mnx.html
Jongens: 
https://www.bioplek.org/animaties/voortplanting/mnx.html

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jouw bouwbeschrijving

Staat 'beschreven' in je chromosomen

Chromosomen bestaan uit DNA

Alle chromosomen samen noem je het genoom.




Slide 15 - Diapositive

Het genoom is als het ware de 'bouwbeschrijving' van je lichaam.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chromosomen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Die bevruchte cel deelt > alle lichaamscellen (behalve de geslachtscellen) hebben 46 chromosomen




Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom lijk je dan op je ouders?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom lijk je dan op je ouders?

De helft van jouw 'bouwpakket' komt van de 
23 chromosomen die je van je vader kreeg.

De helft van jouw 'bouwpakket' komt van de 
23 chromosomen die je van je moeder kreeg.




Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel chromosomen heeft een huidcel van een mens
A
47
B
23
C
46
D
45

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke cellen hebben geen paren chromosomen (46 totaal) maar enkele chromosomen (23 totaal) in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
C
Hersencellen
D
Hypofyse cellen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


Jongen of meisje?
Mircoscoopfoto van de chromosomen van 1 cel (=karyogram)

Elk heeft 46 chromosomen. 

Die kun je in paren sorteren op lengte.





Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Jongen of meisje?
Elk paar chromosomen is even lang;
 behalve het 23ste paar van een man.
Hij heeft een X- en een Y-chromosoom.


23ste paar chromosomen bij vrouw wél even lang.
Zij heeft twee X-chromosomen.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De geslachtschromosomen van een vrouw zijn altijd
A
X & X
B
X & Y
C
Y & Y
D
Alleen Y

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle eicellen hebben dus een X-chromosoom.

De helft van de zaadcellen hebben een X-chromosoom.
De helft van de zaadcellen hebben een Y-chromosoom.


Jongen of meisje

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Erfelijke en Niet-erfelijke eigenschappen
Erfelijke eigenschappen
  • krijg je van je ouders
  • worden door DNA bepaald
  • Voorbeelden: oogkleur, huidskleur of lengte
Talenten ( voetballen) is gedeeltelijk erfelijk = aanleg, komt tot uiting door training

Niet-erfelijke eigenschappen: eigenschappen die niet door je DNA worden bepaald, zoals tatoeages, kledingstijl en kort of lang haar noemen we .

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Een goede voetballer zijn is
A
Gedeeltelijk erfelijkheid bepaald
B
Helemaal erfelijkheid bepaald
C
Helemaal aangeleerd

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aangeboren aandoening
Foutje in het DNA veroorzaakt een aangeboren aandoening of ziekte (Syndroom van Down)

Als je een ziekte van je ouders erft, heet dit een erfelijke 
aandoening (bijvoorbeeld Kleurenblindheid)


Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je een ziekte van je ouders erft, noemen we dit een
A
Erfelijke aandoening
B
Aangeboren aandoening
C
Plotselinge aandoening
D
Trauma

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Downsyndroom ontstaat meestel door door een fout bij het verdelen van de chromosomen in de eicellen van de moeder of zaadcellen van de vader. Dit is dan een
A
Erfelijke aandoening
B
Aangeboren aandoening
C
Plotselinge aandoening
D
Trauma

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vooronderzoek naar aangeboren aandoening
In de baarmoeder kan gekeken worden of het ongeboren kindje een aangeboren aandoening heeft. Dit kan op twee manieren:
1. Vruchtwaterpunctie: de arts zuigt een beetje vruchtwater uit de baarmoeder. In dit vruchtwater zitten cellen van de foetus. 
2. Vlokkentest: de arts zuigt cellen van de foetus uit de placenta op 

In de cellen van de foetus zitten chromosomen van de foetus. Die kunnen dan onderzocht worden.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de arts cellen van de foetus uit de placenta opzuigt, noemen we dat
A
Lumbaalpunctie
B
Vruchtwaterpunctie
C
NIPT-test
D
Vlokkentest

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week
Herhalingsles
Samenvatting
Belangrijkste concepten (o.b.v.  toets)

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten 11.4
P. 45 werkboek B of Online

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions