4bPIE 6.2 grammatica
1 / 15
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 2 - Carte mentale
Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?
Slide 3 - Carte mentale
Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden?
Slide 4 - Question ouverte
Welke vraag stel je om het meewerkend voorwerp te vinden?
Slide 5 - Question ouverte
Hoe vind je de bijwoordelijke bepaling?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Noteer de (pv) en het (o):
Haaien bijten soms mensen.
Haaien bijten soms mensen.
Slide 8 - Question ouverte
Noteer de pv en het o.
Hij heeft veel tv-programma's gemaakt voor kinderen.
Hij heeft veel tv-programma's gemaakt voor kinderen.
Slide 9 - Question ouverte
Noteer de pv, het o en het wwg:
Het woord angst komt in zijn woordenboek niet voor.
Het woord angst komt in zijn woordenboek niet voor.
Slide 10 - Question ouverte
Noteer de pv, het wwg en het o.
Alle media vertelden het nieuws aan het Nederlands publiek.
Alle media vertelden het nieuws aan het Nederlands publiek.
Slide 11 - Question ouverte
Noteer de pv, wwg en o van elke zin:
Freek werd ook geïnterviews. 'Ik heb gewoon pech gehad.'
Freek werd ook geïnterviews. 'Ik heb gewoon pech gehad.'
Slide 12 - Question ouverte
Noteer de pv, het wwg en het o.
Honderd hechtingen later kon de pechvogel zijn duim weer opsteken.
Honderd hechtingen later kon de pechvogel zijn duim weer opsteken.
