Nederlands - Spreken - Meningen en argumenten

Nederlands - Spreken - Meningen en argumenten
Goedemorgen allemaal,

Er ligt een briefje op je tafel.
* Lees de stelling.
* Ben je het eens met de stelling dan kleur je 
* Ben je het oneens met de stelling dan kleur je

Klaar? Pak een chromebook, log in en ga naar LessonUp, vul de code in. 
Goedemorgen allemaal,

Er ligt een briefje op je tafel.
* Lees de stelling.
* Ben je het eens met de stelling dan kleur je 
* Ben je het oneens met de stelling dan kleur je


1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Nederlands - Spreken - Meningen en argumenten
Goedemorgen allemaal,

Er ligt een briefje op je tafel.
* Lees de stelling.
* Ben je het eens met de stelling dan kleur je 
* Ben je het oneens met de stelling dan kleur je

Klaar? Pak een chromebook, log in en ga naar LessonUp, vul de code in. 
Goedemorgen allemaal,

Er ligt een briefje op je tafel.
* Lees de stelling.
* Ben je het eens met de stelling dan kleur je 
* Ben je het oneens met de stelling dan kleur je


Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Ik begrijp wat meningen en argumenten zijn.

Ik kan mijn mening geven.

Ik kan met argumenten uitleggen waarom ik die mening heb.

Slide 2 - Diapositive

Uitleg - je mening geven
Je mening is wat je ergens van vindt. 
Bij het geven van je mening is het niet alleen belangrijk om te vertellen wat je vindt, maar ook om uit te leggen waarom je dat vindt. Die uitleg noem je jouw argumenten

Slide 3 - Diapositive

Je mening geven doe je zo:
1. Geef je mening.
  • Begin met 'Ik vind' of 'Ik denk'.
2. Geef daarna één of meer argumenten.
  • Begin je uitleg met 'omdat' of 'want'



Geef je mening
Geef daarna één of meer argumenten
Ik vind dat minder mensen met de auto moeten reizen,
omdat dat beter is voor het milieu. En omdat er dan minder ongelukken gebeuren.

Slide 4 - Diapositive

Ik vind dat vuurwerk moet worden verboden.
A
Mening
B
Argument

Slide 5 - Quiz

Omdat het slecht is voor de dieren en het milieu.
A
Mening
B
Argument

Slide 6 - Quiz

Ik vind dat het openbaar vervoer voor iedereen gratis moet zijn.
A
Argument
B
Mening

Slide 7 - Quiz

Omdat mensen dan minder gebruik maken van hun eigen auto.
A
Argument
B
Mening

Slide 8 - Quiz

Geef een argument
Je hebt aan het begin van de les je mening gegeven.
Schrijf onder je mening een argument.
timer
2:00

Slide 9 - Diapositive

Binnen- buitenkring
timer
2:00

Slide 10 - Diapositive

Huiswerk moet verboden worden.
Ik vind dat huiswerk wel/niet verboden moet worden, omdat..

Slide 11 - Question ouverte

Scholen moeten pas om 10.00 uur beginnen.

Slide 12 - Question ouverte

Ik vind / denk ....   omdat / want ....

Slide 13 - Diapositive

Om te onthouden
Met je mening zeg je wat je van iets vindt.
Met een argument leg je uit waarom je dat vindt.

De volgende les:
Als je spreekt, bijvoorbeeld om je mening te geven, is het belangrijk om je aan de spreekregels te houden.


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive