Herhaling 4.2 en start 4.3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom! 

Welkom!

Lesplanning

• Herhaling paragraaf 4.2           10 min
• Afmaken paragraaf 4.2             15 min
• Bespreken twee opdrachten  5 min
• Intro paragraaf 4.3                     10 min   
• Maken werkblad                          20 min

Waterkringloop

Leg de waterkringloop maar uit 

De waterkringloop begint met.......

1. Condenseren
2. Verdampen
3. Infiltratie
4. Erosie

Wat is de korte waterkringloop?

1. De waterkringloop boven een rivier
2. De waterkringloop op een berg
3. De waterkringloop boven zee
4. Evapotranspiratie

Wat is GEEN voorbeeld van oppervlaktewater?

1. Meer
2. Grondwater
3. Zee
4. Rivier

Wat hoort niet bij de waterkringloop?

1. Condensatie
2. Verdamping
3. Sedimentatie
4. Neerslag

Neerslag

Verdamping

Condensatie

Oppervlaktewater

Infiltratie

Aquifer

Afstroming

Aan de slag

• Wat?                   Maak Paragraaf 4.2 
• Hoe?                  Op de laptop, zelfstandig
• Hulp?                 Boek, docent, buur
• Tijd?                   10 min
• Resultaat?       Klassikaal bespreken
• Klaar?                Lees paragraaf 4.3 en maak paragraaf 4.3

4.3 Rivieren

De loop van de rivier

Bovenloop

Middenloop

Benedenloop

Delta

Sediment

Bovenloop

• Bron van de rivier 
• Smeltwater
• Rivier stroomt snel
• Neemt veel stenen met zich mee
• Bovenloop Rijn begint in Alphen

De bovenloop van de Rijn

In de bovenloop = 

hoge stroomsnelheid = 

veel erosie = 

V-dalen

Middenloop

Neem evenveel materiaal mee als dat het achterlaat

Afnemend stroomsnelheid

Ontstaan meanders

Natuurlijke bocht in een rivier.

 Benedenloop

• Monding --> Stroomt in zee
• Vlak landschap
• Langzaam stromend water
• Nederland
• Zand en kleideeltjes zakken naar de bodem

Bovenloop

Middenloop

Benedenloop

De loop van de rivier

Aan de slag

• Wat?                   Maak het werkblad
• Hoe?                  Op de laptop, zelfstandig
• Hulp?                 Boek, docent, buur
• Tijd?                   Tot einde van de les
• Resultaat?       Klassikaal bespreken
• Klaar?                Lees paragraaf 4.3 en maak paragraaf 4.3