Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Opdrachten ablativus
Slide 1 - Diapositive
Geef drie verschillende manieren waarop een ablativus gebruikt kan worden in het Latijn (zie leerboek p. 38-39).
Slide 2 - Question ouverte
Een losse ablativus moet je vertalen als een bijwoordelijke bepaling door een voorzetsel in je vertaling toe te voegen. Noem 6 verschillende voorzetsels die je toe zou kunnen voegen (zie leerboek p. 38).
Slide 3 - Question ouverte
Benoem van de woorden op de volgende vijf slides telkens de naamval en het getal. Geef je antwoord in de vorm 'nom ev'.
Voorbeeld: 'naves (2x)' = nom mv, acc mv
Slide 4 - Diapositive
doli
Slide 5 - Question ouverte
urbem
Slide 6 - Question ouverte
dono (2x)
Slide 7 - Question ouverte
porta (2x)
Slide 8 - Question ouverte
flammis (2x)
Slide 9 - Question ouverte
Zet de woorden op de volgende vijf slides om naar het andere getal. Houd daarbij naamval onveranderd