3.8 Les 1 t/m 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leesboek
• je leerwerkboek deel A+B
  
• je iPad (dicht)

Les 1

Genre?

Karakter hoofdpersoon?

Planning

• Wat weet je van 2.8?
  
• Werkmoment
  
• Afsluiten van de les

Hoe vind je de pv in een zin?

Vandaag is het droog, maar morgen regent het vast.
PV = ?

Hij heeft verteld, dat Kees een broodje kroket heeft gegeten.
VD = ?

Op vrijdag ga ik naar de kapper, want dan krijgen we korting.
O = ?

Vorige week ................. (gaan)
Bert naar de bioscoop.

1. gaat
2. ging
3. gegaan
4. gaan

Welke woorden geven aan
dat een zin in
de verleden tijd staat?

Bedenk een correcte zin met het woord: gelooft

Bedenk een correcte zin met de woorden: omdat - vertelt

Nou ik houd van tv kijken maar dan niet van talkshows.
Komma ('s)?

Hij droeg een geblokte
rode kapotte blouse.
Komma ('s)

Als het koud is ga ik schaatsen.
Komma ('s)

Herhalen 2.8 (p.161/163/166)

• ik weet het verschil tussen pv en vd
• ik weet hoe ik het werkwoord als pv of vd moet schrijven
• ik gebruik een komma vóór een voegwoord
• ik spel meervoud van zn op de juiste manier 

Werkmoment

• Test jezelf 2.8
  

Klaar? 

B-boek pagina 74 tekst 2: 

• onderstreep alle persoonsvormen
  
• omcirkel alle onderwerpen

                                  O = Wie/wat + alle werkwoorden?

Afsluiten

Vandaag: 

• 2.8 herhaald

Volgende les: 

• verder met 3.8 => B-boek

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leesboek
• je leerwerkboek deel B
  
• je iPad (dicht)

Les 2

Welke tijd?

Welke plaatsen?

Planning

• Opstarten 3.8
• Samen aan de slag
• Zelf aan de slag
• Afsluiting 

Werken aan:

• paragraaf 1.8 (A-boek: pv samengestelde zin, leestekens)
• paragraaf 2.8 (A-boek: pv/vd, leestekens, meervoud zn)
• paragraaf 3.8 (B-boek)
• paragraaf 4.8 (B-boek)

3.8 gaat over..

• spellen werkwoorden (les 2)
• hoofdletters (les 3) 

We hebben al gedaan van werkwoordspelling:

• tegenwoordige tijd => ik vorm+t (lopen invullen)
• verschil pv en vd => vd: langer maken of 't kofschip X

Werkwoorden goed schrijven

1. Soort? Persoonsvorm, voltooid deelwoord, infinitief.
2. PV => onderwerp enkelvoud of meervoud
3. PV => tegenwoordige tijd of verleden tijd

Samen

B-boek pagina 74 tekst 2: 

• onderstreep alle persoonsvormen
  
• omcirkel alle onderwerpen

                                  O = Wie/wat + alle werkwoorden?

Opdracht 5 p. 75

De verdachte (worden) ............. gisteren (herkennen) ............

• Soort werkwoorden?
• Onderwerp enkelvoud of meervoud?
• Tijd van de persoonsvorm?
• Verleden tijd? Net als VD. Langer maken of 't kofschip X.

Werkmoment

• Maak opdracht 6a en b. Markeer fouten die je in tekst 3 ziet. Denk aan: hoofdletters, komma's, werkwoordspelling.
• Af? Ga verder met Test jezelf 2.8 of lees in je leesboek.

Afsluiting

Hoe ver ben je?

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leesboek
• je leerwerkboek deel B
  
• je iPad (dicht)

Les 3

Bijpersonen?

Wie vertelt?

Planning

• 3.8 deel 2: hoofdletters
• Samen opstarten
• Aan de slag
• Afsluiting met weektaak

Hoofdletters (p. 78)

Niet in de volgende situaties:

• 100 meter ver kwam de dief.
• 's Morgens ben ik nog niet wakker.
• 't Regent de hele dag.
• Ik geef 'm het boek.
• Vandaag is het woensdag in de maand oktober.

Opdracht 7 (p. 76)

a. Alinea's verdelen.

b. Herschrijf de alinea.

c/d. Ruil met buur en beoordeel: goed gedaan?

Opdracht 10 p. 79

a. Interview een buur: hobby, sport, voorbereiding toetsweek

b. Wissel van rol

c. Schrijf op wat je van de ander hebt geleerd. Minimaal vijf zinnen van zes woorden.

d. Ruil de tekst en kijk na op hoofdletters, leestekens en werkwoordspelling.

Opdracht 6 en 9 is huiswerk

Afsluiting

Weektaak bespreken

Volgende week:

• gemaakt
• nagekeken
• verbeterd