Wassen - stappenplan

Wassen - stappenplan
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
HUISHOUDELIJKE TAKENSecundair onderwijs

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wassen - stappenplan

Slide 1 - Diapositive

Voor we de was in een wasmachine stoppen, moeten we deze sorteren. Waarom?

Slide 2 - Question ouverte

Wat moeten we allemaal doen vooraleer we kunnen beginnen met wassen?

Slide 3 - Carte mentale

Stap 1. De was voorbereiden
Check deze dingen op voorhand:
  • ledig alle zakken
  • sluit ritssluitingen
  • sluit (druk)knopen
  • verwijder riemen
  • doe voorwas indien nodig

Slide 4 - Diapositive

Vlekken verwijderen
  • Verwijder de vlek voordat je het gaat wassen
  • inweken in een sopje
  • speciaal vlekverwijderaar > hiermee kan je textiel ook beschadigen
  • kijk in een vlekkentabel 

Slide 5 - Diapositive

Voorwas
Doe ritssluiting toe
Maak broekzakken leeg
Verwijder broeksriemen
Doe alle knopen dicht

Slide 6 - Question de remorquage

Stap 2. Sorteren
  • Op basis van onderhoudsetiket (wassymbolen)
  • handwas of machinale was

Slide 7 - Diapositive

Sorteren en etiketten
Was sorteren en etiketten nachecken
  • Het wasgoed wat gewassen moet worden sorteer je op kleur en materiaal. 
  • Ook sorteer je volgens de wassymbolen welke te vinden zijn op het etiket in je kleding. 
  • Daarin staat van welk materiaal je kleding is gemaakt en hoe je het moet wassen. 
  • De wasetiketten helpen je bij het kiezen van het juiste wasprogramma van je wasmachine.
  • Het wasgoed moet volgens soort en wasetiket gesorteerd worden.

Hierbij een voorbeeld van een etiket op een textiel.

Slide 8 - Diapositive

Temperatuur
  • 30 graden: kleding die niet al te vies is. Is ook het beste voor het milieu
  • 40 graden: bij vlekken of vieze kleren. Vooral bij bonte was. 
  • 60 graden: wasgoed hygiënisch schoon. Vooral handdoeken, beddengoed en vaatdoekjes, maar ook wit ondergoed en babykleertjes.
  • 90 graden: goed om af en toe te doen. Verleng je de levensduur van je wasmachine. Hoge temperatuur voorkomt nesteling van zeepbacteriën, schimmels en vetluis in de wasmachine. 

Slide 9 - Diapositive

Wat betekenen de wassymbolen?
Bleken
Chemisch reinigen
Strijken
Droger
Wassen

Slide 10 - Question de remorquage

Wassen
Bleken
Chemisch reinigen
Strijken
Drogen

Slide 11 - Question de remorquage

De was moet gesorteerd worden op basis van ...
A
De kleuren
B
De vuiltegraad
C
De wasvoorschriften: wastemperatuur
D
De wasvoorschriften: volgens de stof

Slide 12 - Quiz

Welke was mag bij de witte was?
Meerdere antwoorden zijn goed.
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Wat betekent dit symbool?

A
de was in de machine wassen op 40 graden
B
de was wassen als het 40 graden buiten is
C
de was op 40 graden wassen met de hand

Slide 14 - Quiz

Kleuren die uitlopen
  • Fel gekleurde kleren, bijvoorbeeld een rode t-shirt, kunnen we NIET samen wassen met bijvoorbeeld een witte broek. De kans dat je broek roze wordt is heel groot. De kleuren lopen namelijk uit. 
  • LET OP! Bij nieuwe artikelen. Deze moeten vaak apart gewassen worden (op een kort programma) omdat ze vaak een overmaat aan kleurstof bevatten.

Slide 15 - Diapositive

rode was
blauwe was
zwarte was
witte was

Slide 16 - Question de remorquage

In de winkel kun je veel soorten wasmiddelen kopen.
Match de wasmiddelen uit de linker kolom met de wasprogramma's uit de rechterkolom.

donkerbont
handwas
fijne was
witte was
fijnwasmiddel
wasmiddel met bleekmiddel
wasmiddel zonder bleekmiddel
wolwasmiddel

Slide 17 - Question de remorquage

Een rode t-shirt mag samen met een witte broek gewassen worden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Mag je alles in de wasmachine wassen?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Stap 3. Handwas?
  • Voor kwetsbare of niet-kleurechte kledingstukken
  • Eerst wasmiddel in water oplossen daarna textiel onderdompelen

Slide 20 - Diapositive

welk symbool is voor de handwas?
A
B
C
D

Slide 21 - Quiz

Som de drie handwastechnieken op

Slide 22 - Question ouverte

Oefenen: handwas
zie je cursus

Slide 23 - Diapositive

Stap 4. Voorwas
  • Voor de was zijn er één of meerdere textielstukken erg vuil -> voorwas doen. 
  • Kan machinaal (extra programma) of handmatig

Slide 24 - Diapositive

Stap 5. Programma kiezen
- Informatie over geschikte programma --> zie onderhoudsetiket

Slide 25 - Diapositive

Stap 6. Wasmachine beladen
Keuze wasprogramma bepaalt hoe vol machine mag:
  • bv: witte was -> vol machine
  • bv: kreukherstellend of fijne was --> minder vol
Hoe vol is vol?
  • Normaal programma --> vlot met de hand in de trommel boven het wasgoed bewegen

Slide 26 - Diapositive

voorwas
Handwas
Toerental aanpassen
60 graden was

Temperatuur aanpassen
startknop
centrifugeren

Slide 27 - Question de remorquage

Een wasmachine die te licht of te zwaar is beladen, functioneert niet goed.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Te weinig belading
  • Te weinig was in het machine betekent verspilling van elektriciteit en water met mogelijks teveel schuim.
  • Was gaat zweven en is daardoor niet goed schoon.

Slide 29 - Diapositive

Te veel belading
  • Te veel wasgoed of een propvolle trommel zorgt er voor dat er niet voldoende beweging kan plaatsvinden.
  • Wasmiddel kan zich niet goed verspreiden over het textiel + uitspoelen is moeilijker.

Slide 30 - Diapositive

Wat is juist?
A
Een volle trommel is slecht voor het milieu.
B
Een overvolle trommel reinigt de was goed.
C
Een volle trommel is goed

Slide 31 - Quiz

Te veel was in de wasmachine
Te weinig was in de wasmachine
In beide gevallen
Verspilling van water en elektriciteit 
De was wordt niet goed schoon
Te veel schuim, waardoor je was gaat zweven
Wasmiddel blijft in de kleding zitten
Te weinig beweging in de trommel

Slide 32 - Question de remorquage

Stap 7. Wasmiddel doseren
- Kijk steeds op de voorschriften op het wasmiddel
- Verschillende soorten wasmiddel

Slide 33 - Diapositive

Het is beter voor het milieu als je
A
veel wasmiddel gebruikt
B
zeer weinig was in de machine doet
C
zo veel mogelijk was in de machine doet
D
weinig wasmiddel gebruikt

Slide 34 - Quiz

Welke soorten wasmiddel ken je?

Slide 35 - Carte mentale

Sleep het wasmiddel naar de juiste foto.

Slide 36 - Question de remorquage

Welk wasmiddel is geschikt voor een spijkerbroek
A
Wit wasmiddel
B
Bontwasmiddel
C
Fijn wasmiddel
D
Wolwasmiddel

Slide 37 - Quiz

Stap 8. Drogen
  • Haal textiel meteen uit het machine: te lang vochtig in de machine kan vieze geuren of schimmel veroorzaken.
  • Kan op het droogrekje, waslijn of droogtrommel
  • Kijk na wat mag op de voorschriften! 

Slide 38 - Diapositive

Stappenplan

Slide 39 - Diapositive

Stappenplan
  1. Bereid het wasgoed voor
  2.  Sorteer het wasgoed volgens de wassymbolen
  3. Let op aanwijzingen voor de handwas
  4.  Bepaal bij wasmachine was of er een voorwas nodig is
  5. Kies het juiste programma
  6. Zorg voor een goede belading
  7. Doseer het wasmiddel volgens de gebruiksaanwijzing
  8.  Laat de was meteen na het wasprogramma drogen

Slide 40 - Diapositive

Sleep de onderdelen in de juiste volgorde zodat je de was juist kunt uitvoeren:
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
Was sorteren
Was ophangen
Wassen
Was controleren
Was strijken
Was opvouwen

Slide 41 - Question de remorquage

Slide 42 - Lien

De machine inladen
  • Niet te vol, anders gaat de was kreuken of wordt niet schoon
  • let op maximaal gewicht aan droog wasgoed
  • Handbreedte ruimte boven wasgoed (witte en bonte was)
  • Maximaal halve trommel bij fijne, synthetische of wolwas

Check regelmatig de zeef van de wasmachine

Slide 43 - Diapositive

Vezels: draden waarvan textiel is gemaakt
  • Natuurlijke vezels: materiaal dat in de natuur voor komt (katoen, linnen, wol, zijde leer)
  • Synthetische vezels: in fabriek gemaakt van chemische producten (polyamide, polyester, polyacryl): badpakken, thermokleding
  • Halfsynthetische vezels: worden op kunstmatige manier gemaakt uit natuurlijke grondstof (hout) (viscose, acetaat)

Slide 44 - Diapositive

zijde
wol
katoen
vlasplant

Slide 45 - Question de remorquage

Wanneer iets met de hand wassen?

Slide 46 - Carte mentale

=
Kleding
Textiel
Linnengoed

Slide 47 - Question de remorquage

Bij het wassen moet je de juiste hoeveelheid wasmiddel gebruiken. Waarmee houd je rekening als je de hoeveelheid wasmiddel bepaalt?
A
Het merk wasmachine
B
De temperatuur van het water
C
De hardheid van het water
D
De kleur van het wasgoed

Slide 48 - Quiz