1TH Kern Les 39: Voltooid deelwoord

Welkom 1A!
- Doe je telefoon in de telefoontas.
- Doe je jas uit en ga zitten volgens de plattegrond.
- Pak je leesboek er vast bij.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom 1A!
- Doe je telefoon in de telefoontas.
- Doe je jas uit en ga zitten volgens de plattegrond.
- Pak je leesboek er vast bij.

Slide 1 - Diapositive

Deze les...
- Stil lezen
- Doelen doornemen
- Uitleg en oefening Les 39: Voltooid deelwoord
- Aan de slag!

Slide 2 - Diapositive

Stil lezen
Pak je boek
en ga lekker lezen.

Boek geleend?
Zet het netjes terug in de kast.

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
- Ik kan een voltooid deelwoord herkennen.
- Ik kan een voltooid deelwoord correct spellen.
- Ik ken het verschil tussen het voltooid deelwoord en de persoonsvorm tegenwoordige tijd.
- Ik kan het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord correct spellen.

Slide 4 - Diapositive

Wat is het voltooid deelwoord?

Thomas is vanmorgen naar school gefietst.

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord?

Zaterdagavond zijn we naar de bioscoop geweest.

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord?

Tygo heeft het pakketje aangenomen.

Slide 7 - Question ouverte

Het voltooid deelwoord (vd)
- Begint vaak met ge-, be- of -ver.
- Staat vaak achteraan in de zin.
- Eindigt op -d, -t of -en.
- Staat met een vorm van hebben, zijn of worden in de zin.

> Linda had een mooi cadeau gekregen.
> Sven wordt door iedereen gefeliciteerd.

Slide 8 - Diapositive

Het voltooid deelwoord (vd)
- Om te horen of je -d of -t schrijft, kun je naar de vt kijken: 
> Ik maakte mijn huiswerk.              Ik heb mijn huiswerk gemaakt.
> Hij tekende een koe.                       Hij heeft een koe getekend.

- Je kunt er ook een -e achter zetten:
> De geopende fles.                            De fles is geopend.
> De gezakte student.                        De student is gezakt.

Slide 9 - Diapositive

Het voltooid deelwoord (vd)
Twijfel je? Kijk dan naar 'T SeXy FoKSCHaaP of KoFSCHiPTaXi.

Verhuizen   > verhuiz      > verhuis+de      > verhuisd
Verven         > verv             > verf+de              > geverfd
Surfen          > surf             > surf+te               > gesurft

Slide 10 - Diapositive

Vul het voltooid deelwoord in:

De kinderen hebben op het plein (spelen).

Slide 11 - Question ouverte

Vul het voltooid deelwoord in:

Johanne heeft een prachtig boek (lezen).

Slide 12 - Question ouverte

Vul het voltooid deelwoord in:

Rosie heeft keurig binnen de lijntjes (kleuren).

Slide 13 - Question ouverte

Vul het voltooid deelwoord in:

Met Jochem heb ik veel leuke dingen (meemaken).

Slide 14 - Question ouverte

Het vd als bn
Het voltooid deelwoord (vd) kan ook als bijvoeglijk naamwoord (bn) gebruikt worden. Je schrijft het dan zo kort mogelijk, dus alleen -tt- of -dd- als dat voor de uitspraak noodzakelijk is.

De stoep is verbreed.                >      De verbrede stoep.
Het bericht is beantwoord.    >       Het beantwoorde bericht.
De appel is verrot.                       >      De verrotte appel.

Slide 15 - Diapositive

Vul het juiste bijvoeglijk naamwoord in.

de (redden) drenkeling

Slide 16 - Question ouverte

Vul het juiste bijvoeglijk naamwoord in.

het (maken) huiswerk

Slide 17 - Question ouverte

Vul het juiste bijvoeglijk naamwoord in.

het (vergeten) boek

Slide 18 - Question ouverte

Vul het juiste bijvoeglijk naamwoord in.

het (inleveren) verslag

Slide 19 - Question ouverte

Terugblik lesdoelen
- Ik kan een voltooid deelwoord herkennen.
- Ik kan een voltooid deelwoord correct spellen.
- Ik ken het verschil tussen het voltooid deelwoord en de persoonsvorm tegenwoordige tijd.
- Ik kan het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord correct spellen.

Slide 20 - Diapositive

Ik heb de lesdoelen behaald.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

Aan de slag!
MNV Les 39, blz. 82-83: Voltooid deelwoord opdracht 3, 4, 5 en 9

Deze opdrachten zijn huiswerk voor donderdag 15 februari.
Kijk ook goed na!

Slide 22 - Diapositive