5OB - Maria Montessori

Kleine test Freinet
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
PedagogieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Kleine test Freinet

Slide 1 - Diapositive

Freinet was een Franse ...
A
Onderwijzer
B
Pedagoog

Slide 2 - Quiz

Pedagogische visie van Freinet wordt voornamelijk gebruikt binnen...
A
Kinderopvang
B
Onderwijs

Slide 3 - Quiz

De quote van Freinet is:
A
Laat het mij zelf doen
B
Leg het mij uit en ik vergeet het. Laat het me zien en ik onthoud het misschien. Betrek me erbij en ik begrijp het

Slide 4 - Quiz

Basis van de visie is...
A
Gericht op ervaringen en beleving
B
Gericht op de natuur en materialen

Slide 5 - Quiz

Rol van de leerkracht is...
A
Sturen
B
Begeleiden

Slide 6 - Quiz

De Franse onderwijzer Célestin Freinet vond het belangrijk om te werken vanuit de belevings- en ervaringswereld van kinderen.
Welke taken voor een pedagogisch werker geven het beste de uitgangspunten van Freinet weer?

A
Het kind begeleiden bij zijn drang om te onderzoeken en te experimenteren. Positieve resultaten benadrukken. Geen dwang uitoefenen.
B
Hanteren van duidelijke regels. Geheugen versterken aan de hand van ritme en beweging. Rust brengen op de groep.
C
De omgeving voorbereiden. Je als begeleider bescheiden opstellen en alle vertrouwen hebben in kinderen. Rekening houden met de gevoelige periodes van kinderen.
D
Met, in plaats van over, het kind spreken. Observaties schriftelijk bijhouden. Gelijkwaardigheid, respectvolle omgang met elkaar

Slide 7 - Quiz

Maak de uitspraak van Freinet af. Kies de juiste woorden.
‘Ik hoor en ik …………….ik zie en ik ……………, ik doe en ik …………….

Slide 8 - Question ouverte

Leg uit wat Freinet bedoelt met zijn uitspraak over horen, zien en doen.

Slide 9 - Carte mentale

5OB - Maria Montessori

Slide 10 - Diapositive

Maria Montessori
- Eerste vrouwelijke Italiaanse arts.
- Werkte in de beginjaren voornamelijk met kinderen met beperking/acterstand.
- Regering gaf haar opdracht school op te richten in armere buurten van Rome.  
- Methode sloeg aan, en op verschillende plaatsen starten Montessori scholen. 

Slide 11 - Diapositive

- In 1934 verbreekt ze de band met Italië, omdat Mussolini haar manier van werken in vraag stelt. 
- Ze komt in Nederland terecht en daar is nu nog het hoofdkwartier van de methode. 

Slide 12 - Diapositive

Visie:

- Kinderen uit zichzelf ontwikkelen zolang ze zich in een goede omgeving bevinden met materialen die ‘uitnodigen tot handelen’. 
- Kinderen hebben volgens Montessori een natuurlijke drang tot zelfontplooiing.

Slide 13 - Diapositive

- Volgens de Montessori-methode moeten opvoeders en onderwijzers vooral behulpzaam zijn.
- Ze mogen het eigen initiatief van de kinderen niet belemmeren. 
- Opvoeders moeten kinderen vooral observeren en proberen te ontdekken waar de interesses en ontwikkelingen liggen.

Slide 14 - Diapositive

Ontwikkelingsmateriaal is HEEL belangrijk binnen deze visie! 

- Ze vermeed het gebruik van traditioneel speelgoed, waaronder poppen, en hield ook niet van het vertellen van sprookjes en leren van versjes.
- Dit gaf geen meerwaarde binnen de ontwikkeling en zelfontplooiing. 

Slide 15 - Diapositive

De Montessori materialen zijn zintuigelijke materialen. 
Ze bezitten een specifieke eigenschap en hebben een zogenaamde "controle van de fout". 
==>De kinderen ontdekken zelfstandig wanneer zij een fout maken en het materiaal is zodanig uitgerust dat zij zelf de correctie kunnen maken.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Werking
- Individueel of in kleine groepjes werken. 
- Verschillende leeftijdsgroepen bij elkaar. (3 leerjaren in 1 groep)
- Veel materiaal
- Zelfreflectie => kind ontdekt zelf fouten, en moet deze zelf verbeteren. 
- Oefenen per vaardigheid

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Lien

Opdrachtomschrijving:
1. Lees het artikel.
2. Analyse voor en nadelen
Som de voor en nadelen op die je kan terugvinden binnen het artikel. Maak een document op waarbij je de voor en nadelen opsomt. Focus op thema's zoals: individuele begeleiding, zelfstandig leren, omgang met anderen, gebrek aan huiswerk, etc.
3. Bespreking: 
Klas zal verdeeld worden in 5 groepjes van 3.  Ga in gesprek over de voor en nadelen die iedereen heeft gevonden. Wat zijn de belangrijkste punten die jullie vinden? 
4. Debat:
Ga in je groepje het debat aan over de voor en nadelen. Wat maakt het Montessori onderwijs zo goed/interessant is,  of wat zorgt er net voor dat deze manier van onderwijs de kwaliteit naar beneden haalt? 
Gebruik argumenten uit het artikel om je mening weer te geven. 
5. Reflectie:
Schrijf een kort verslag met je persoonlijke standpunt over het Montessori onderwijs. 
Ben je voorstander van deze vorm van onderwijs, of sta je nogal twijfelachtig tegenover? Wat zijn je argumenten hierover, welke positieve of negatieve punten merk je op binnen deze visie, zou je zelf naar een Montessori school gaan,...? 





Slide 21 - Diapositive