T3 BS6 Evolutie

Evolutie
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Evolutie

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Korte herhaling basisstof 5
Uitleg basisstof 6
Verwerking basisstof 6
Quiz
Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren.

  •  Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt en hoe geslachtelijke voortplanting, mutatie en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen en soorten.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld van natuurlijke selectie
(survival of the fittest)
van evolutie

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Soorten en ras
Organismen behoren tot hetzelfde soort:
  • als ze zich samen kunnen voortplanten
  • en de nakomelingen vruchtbaar zijn

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Argumenten voor evolutie

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

vragen
VRAGEN? 

Slide 20 - Diapositive

Wat is evolutie?
A
het veranderen van gedaante bij een organisme
B
ontwikkeling die een organisme tijdens zijn leven doormaakt
C
het ontstaan, veranderen en/of verdwijnen van soorten
D
het groter worden van een populatie

Slide 21 - Quiz

1. Kunnen twee verschillende rassen zich met elkaar voortplanten ?

2. Kunnen twee soorten zich met elkaar voortplanten?

A
1 en 2 Juist
B
1 en 2 onjuist
C
1 Onjuist, 2 Juist
D
1 Juist, 2 Onjuist

Slide 22 - Quiz

Wat is natuurlijke selectie?
A
De best aangepaste diersoort zal overleven en nakomelingen krijgen.
B
De geleidelijke ontwikkeling van diersoorten op aarde.
C
Het reconstrueren van organismen aan de hand van fossiele resten.
D
Het onderzoek naar de overeenkomsten in erfelijke eigenschappen.

Slide 23 - Quiz

Wanneer is er een nieuwe soort ontstaan?
A
Als de populaties niet meer op elkaar lijken
B
Als de populaties zijn geïsoleerd van elkaar
C
Als de populaties niet meer onderling kunnen voortplanten
D
Als de organismen mutaties hebben gekregen

Slide 24 - Quiz

ongeslachtelijke voortplanting is met
A
eicellen
B
stuifmeelkorrels
C
beide
D
beide niet

Slide 25 - Quiz

Wat is kanker?
A
Een tumor
B
Een goedaardige tumor
C
Een kwaadaardige tumor
D
Een gezwel

Slide 26 - Quiz

Veranderd het DNA bij stekken?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

Wat houdt uitzaaiing van kanker in?
A
Dat de kankercellen in de bloedbaan terecht gekomen zijn
B
Dat je een kwaadaardige tumor hebt.
C
Dat je ziek geworden bent.

Slide 28 - Quiz

Aa
Aa
aa
aa
aa
aa
Aa
Aa
AA of Aa

Slide 29 - Question de remorquage

Zet hier het juiste genotype neer

Zet hier het juiste genotype neer

AA
aa
Aa

Slide 30 - Question de remorquage

Sleep de juiste allelen naar de geslachtcellen. Let hierbij op de kleuren van de vakjes!
AA
Aa
aa
aa
Aa
AA

Slide 31 - Question de remorquage

F1 
X 
A
A
a
a
AA
Aa
Aa
aa

Slide 32 - Question de remorquage

Aan het werk
Maak van basisstof 3.6

Opdracht 1 t/m 7

eerder klaar: oefen op biologiepagina.nl
timer
5:00

Slide 33 - Diapositive

Kan je nu?
  • Omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren.

  • Beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt 
  • Hoe geslachtelijke voortplanting, mutatie en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen en soorten.

Slide 34 - Diapositive