4.7

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Met of zonder 'n' 

10 minuten lezen

Doel: Je leert wanneer je wel of geen 'n' gebruikt bij meervouden van personen / niet-personen

Wat ga je doen?

• Theorie lezen op blz. 204 en video-uitleg
  
• Samen maken opdracht 1-3.
  
• Zelf maken opdracht 4 en 5. 

Maar eerst nog even oefenen!

Denk aan: 1. persoon (n kan) of niet-persoon (n kan niet), zelfstandig naamwoord (dan een n) of niet (dan geen n)

(Sommige/sommigen) van de bomen zijn al groot.

1. Sommige
2. Sommigen

Op het forum was verdeeldheid. Sommige/Sommigen waren het met de stelling eens.

1. Sommige
2. Sommigen

alle of allen

1. De cadeautjes hebben alle dezelfde vorm.
2. De cadeautjes hebben allen dezelfde vorm.

Alle/allen liepen met een rollator.

1. alle
2. allen

Zelfstandig bijvoeglijk naamwoorden 

• Zelfstandig bijvoeglijke naamwoorden die personen aanduiden, eindigen in het enkelvoud op een -e en in het meervoud op een -n.

Voorbeeld: Als gepensioneerde heb je de tijd om je in te zetten voor eenzame ouderen.

• Zelfstandig bijvoeglijke naamwoorden die zaken aangeven, eindigen meestal op een -e, behalve stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden:

Voorbeeld: In de etalage lage goedkope, zilveren horloges.

Noteer de juiste vorm van de telwoorden en de zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden (met of zonder -n).

Van alle appels vind ik de Golden Delicious en de Granny Smith nog altijd de [lekkerste|lekkersten].

1. lekkerste
2. lekkersten

Noteer de juiste vorm van de zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden (met of zonder -n).

Onder de [gewonde|gewonden] bevond zich ook de burgemeester van het stadje.

1. gewonde
2. gewonden

Kies de juiste vorm van de onderstreepte zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden (met of zonder -n):

Het journaal met gebarentolk is onder andere bedoeld voor [slechthorende| slechthorenden

1. slechthorende
2. slechthorenden