TaalCompleet A2 herhaling thema 2

TaalCompleet A2 - thema 2
herhaling
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

TaalCompleet A2 - thema 2
herhaling

Slide 1 - Diapositive

Het voltooid deelwoord

Slide 2 - Diapositive

Je kunt de letters 
s, f, t, k, ch en p onthouden door het woord softketchup te leren!

Slide 3 - Diapositive

Een aantal voorbeelden:
Werken:
ik-vorm: werk
Staat de k in SoFTKeTCHuP?

Wonen
ik-vorm: woon
Staat de n in SoFTKeTCHuP?

Slide 4 - Diapositive

We hebben vandaag hard.....
A
gewerkt
B
gewerkd
C
gewerken
D
werken

Slide 5 - Quiz

Het heeft deze week veel ..........
A
regent
B
geregend
C
geregent
D
geregenen

Slide 6 - Quiz

Hij heeft zijn hele leven in Rotterdam...........
A
wonen
B
woont
C
gewoond
D
gewoont

Slide 7 - Quiz

Ik ben dit weekend naar het strand ...............
A
fietsen
B
gefietsen
C
gefietst
D
gefietsd

Slide 8 - Quiz

Maak de zin af: Hans maakt een boterham, want........

Slide 9 - Question ouverte

Vul de zin aan: Lisa wil met de fiets naar school, maar.......

Slide 10 - Question ouverte

Vul de zin aan: Ilse gaat naar naar winkel. Daar.......

Slide 11 - Question ouverte

Vul de zin aan: Straks ga ik naar huis. Eerst.......

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het meervoud?

Slide 13 - Diapositive

een dag - twee ..............

Slide 14 - Question ouverte

een kind - twee ..................

Slide 15 - Question ouverte

een glas - twee ...............

Slide 16 - Question ouverte

een kleed - twee ..........

Slide 17 - Question ouverte

een winkel - twee ................

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 19 - Diapositive

We hebben gisteren in de stad koffie.... (drinken)

Slide 20 - Question ouverte

We zijn in de vakantie naar Frankrijk ....... (zijn)

Slide 21 - Question ouverte

Ga snel zitten, de les is al .......... (beginnen).

Slide 22 - Question ouverte

Ik heb een nieuwe jurk ......... (kopen) in de stad.

Slide 23 - Question ouverte

Ik heb een mooi boek ..... (lezen).

Slide 24 - Question ouverte