Herhalingsles hfst 3

Hoofdstuk 3 
Hoe werken markten?

timer
2:00
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3 
Hoe werken markten?

timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Planning

Leerdoelen  §3.4
Herhaling
Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

H 3.4: Lesdoelen
  • Je kunt de aanbodzijde van de arbeidsmarkt beschrijven.
  • Je kunt de vraagzijde van de arbeidsmarkt beschrijven.
  • Je kunt uitleggen dat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt niet altijd op een goed op elkaar aansluiten. 
  • Je kunt prijsvorming op de arbeidsmarkt beschrijven. 

Slide 3 - Diapositive

Herhaling

Slide 4 - Diapositive

De vraagfunctie

Economische wiskunde
Qv = AP + B
Wiskunde
Y = AX + B

Slide 5 - Diapositive

Aanbodfunctie
Het aanbod geef je weer met een aanbodfunctie

Qa = aP - b
Qa = aangeboden hoeveelheid
P = prijs van het product
a en b kunnen per situatie verschillen

Slide 6 - Diapositive

Aanbodlijn tekenen
Om een lijn te tekenen, heb je 2 punten nodig:
  1. Vul Q=0 in de formule in en reken P uit
  2. Vul een prijs (P) in die hoger ligt dan het antwoord bij punt 1 en reken Q uit 
  3. Teken de 2 punten in het assenstelsel in en teken de lijn

Slide 7 - Diapositive

Markt evenwicht
Wanneer vraag en aanbod  aan elkaar gelijk zijn is er marktevenwicht. 

De prijs in het marktevenwicht kunnen we uitrekenen door de vergelijking Qv = Qa op te lossen. 

Slide 8 - Diapositive

qv = -100p + 600
qa = 50p - 150

Slide 9 - Diapositive

Aanbodoverschot of vraagoverschot
  •  Als de prijs hoger is dan het evenwicht => meer aanbod dan vraag => aanbodoverschot => daalt de prijs.
  • Als de prijs lager is dan het evenwicht => meer vraag dan aanbod => vraagoverschot => stijgt de prijs. 

Slide 10 - Diapositive

Marktvormen
Om welke marktvorm het gaat, wordt vooral bepaald door twee factoren: 
  • de aard van het product (heterogeen of homogeen)
  • het aantal aanbieders (die deze producten willen verkopen)
  • Aantal vragers

Slide 11 - Diapositive

Aard v/h product
Homogene goederen zijn producten waarvan elke eenheid in de ogen van de afnemer precies hetzelfde is

Heterogene goederen zijn goederen of diensten waar je als klant verschillen in kan zien

Slide 12 - Diapositive

Toetreding tot 
de markt
De toetreding tot een markt kan vrij zijn of beperkt worden door marktbarrières. 
Voorbeelden van zulke barrières zijn:

  • patentbelemmeringen
  • vestigingseisen
  • juridische barrières

Slide 13 - Diapositive

Marktvormen
Als je weet hoeveel aanbieders en vragers er zijn, en welke aard het product heeft (homogeen/heterogeen) kan je de marktvorm bepalen:
  • Volkomen concurrentie
  • Monopolie
  • Oligopolie
  • (Monopolistische concurrentie)

Slide 14 - Diapositive

Volkomen concurrentie
  • Veel vragers en aanbieders. 
  • Het is een homogeen product. 
  • De prijs is al bepaald door de hoeveelheid aanbieders en hoeveelheid vragers. 
  • In mijn eentje naar een andere aanbieder stappen, verandert de prijs niet. 
  • Makkelijk toetreden.
Gevolg van deze kenmerken is dat een individuele producent geen invloed heeft op de prijs.

-->> Dit is een perfect werkende markt

Slide 15 - Diapositive

Monopolie
  • Veel vragers 
  • Er is maar één aanbieder
  • Logischerwijs een homogeen goed.  
  • Niet mogelijk om tot de markt toe te treden

De prijs is meestal hoog, want er is geen concurrentie. 

Slide 16 - Diapositive

Oligopolie
  • Veel vragers 
  • Weinig/beperkt aantal aanbieders
  • Daardoor kunnen consumenten en concurrenten de prijs in de gaten  houden 
  • Producten kunnen homogeen of heterogeen zijn. 

Wanneer een bedrijf de prijzen laat dalen, zullen veel consumenten overstappen. Waardoor concurrenten gedwongen zijn hun prijzen óók te laten dalen. Op die manier is de kans op een prijzenoorlog erg groot. Uit angst voor een prijzenoorlog zullen deze producenten dus niet snel concurreren met de prijs. In plaats daarvan gaan ze concurreren door hun product heterogeen te maken, zodat de consument de voorkeur heeft voor een bepaalde producent.


Slide 17 - Diapositive

Monopolistische concurrentie
  • Veel vragers en veel aanbieders
  • Producten zijn heterogeen 
  • Marketing en reclame zijn belangrijk om een aandeel in de markt te krijgen. 

Voorbeeld: Restaurants / kledingwinkels

Slide 18 - Diapositive

Verschillende marktvormen

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Aan de slag
Herhalingopgaves §3.4
Klaar?
Huiswerk ander vak.

timer
15:00

Slide 27 - Diapositive